Verordening 2012/225 - Wijziging van bijlage II bij Verordening 183/2005 wat betreft de erkenning van inrichtingen die van plantaardige oliën en mengvetten afgeleide producten voor gebruik als diervoeder in de handel brengen en wat betreft de specifieke voorschriften voor de productie, de opslag, het vervoer en het testen op dioxine van oliën, vetten en daarvan afgeleide producten - Hoofdinhoud
16.3.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 77/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 225/2012 VAN DE COMMISSIE
van 15 maart 2012
tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de erkenning van inrichtingen die van plantaardige oliën en mengvetten afgeleide producten voor gebruik als diervoeder in de handel brengen en wat betreft de specifieke voorschriften voor de productie, de opslag, het vervoer en het testen op dioxine van oliën, vetten en daarvan afgeleide producten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne (1), en met name artikel 27, onder b) en f),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 183/2005 stelt algemene voorschriften voor diervoederhygiëne, voorwaarden en regelingen vast om ervoor te zorgen dat de verwerkingsvoorwaarden om mogelijke gevaren tot een minimum te beperken en te bestrijden worden nageleefd. Diervoederbedrijven moeten worden geregistreerd bij of worden erkend door de bevoegde autoriteit. Bovendien zijn de exploitanten van diervoederbedrijven die zich lager in de voedselketen bevinden, verplicht om uitsluitend diervoeder te betrekken van inrichtingen die geregistreerd of erkend zijn. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders (2) schrijft voor dat in de handel gebrachte diervoeders veilig moeten zijn en dat op het etiket expliciet de respectieve soort diervoeder moet worden vermeld. Bovendien bevat Verordening (EU) nr. 575/2011 van de Commissie van 16 juni 2011 betreffende de Catalogus van voedermiddelen (3) gedetailleerde beschrijvingen van specifieke voedermiddelen, die voor etiketteringsdoeleinden moeten worden gebruikt. |
(3) |
De wisselwerking van deze voorschriften moet zorgen voor een goede traceerbaarheid en een hoog niveau van consumentenbescherming in de gehele voeder- en voedselketen. |
(4) |
Uit officiële controles en door de exploitanten van levensmiddelenbedrijven uitgevoerde controles is gebleken dat bepaalde, niet voor gebruik als diervoeder bestemde oliën, vetten en daarvan afgeleide producten, zijn gebruikt als voedermiddelen, wat heeft geleid tot diervoeders waarbij de maximale dioxinegehalten worden overschreden, die zijn vastgesteld in Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (4). Bijgevolg kunnen levensmiddelen die zijn afgeleid van dieren die met verontreinigde diervoeders zijn gevoederd, een risco voor de volksgezondheid vormen. Bovendien kan het uit de handel nemen van verontreinigde diervoeders en levensmiddelen tot financiële verliezen leiden. |
(5) |
Om de diervoederhygiëne te vergroten en onverminderd de bevoegdheid van de lidstaten, als vastgesteld in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 183/2005, moeten inrichtingen die ruwe plantaardige oliën verder verwerken, van oliën van plantaardige oorsprong afgeleide producten produceren en vetten mengen, overeenkomstig die verordening worden erkend, als deze producten bestemd zijn om in diervoeders te worden gebruikt. |
(6) |
Er moeten specifieke voorschriften voor de productie, de etikettering, de opslag en het vervoer van die voedermiddelen worden vastgesteld om rekening te houden met de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van systemen op basis van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP). |
(7) |
Een versterkte dioxinemonitoring zou de opsporing van gevallen waarbij de voorschriften niet worden nageleefd en de handhaving van de diervoederwetgeving vergemakkelijken. De exploitanten van diervoederbedrijven moeten worden verplicht om vetten, oliën en daarvan afgeleide producten te testen op dioxine of dioxineachtige pcb’s ter beperking van het risico dat verontreinigde producten in de voedselketen worden gebracht en ter ondersteuning van de strategie om de blootstelling van de EU-burgers aan dioxine te verminderen. Het risico van verontreiniging met dioxine moet de basis vormen van de opstelling van het monitoringplan. De verantwoordelijkheid voor het in de handel brengen van veilig diervoeder ligt bij de exploitanten van diervoederbedrijven. Daarom moeten de kosten voor de analyse volledig door hen worden gedragen. De vaststelling van gedetailleerde bepalingen over bemonstering en analyse, die niet in deze verordening zijn vervat, moet onder de bevoegdheid van de lidstaten blijven vallen. Bovendien worden de lidstaten aangemoedigd om speciale aandacht te besteden aan de controles van exploitanten van diervoederbedrijven die niet onder de dioxinemonitoring vallen maar die de hierboven vermelde producten verkrijgen. |
(8) |
Het verplichte risicogebaseerde monitoringsysteem moet de verplichting van de exploitant van het diervoederbedrijf om te voldoen aan de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake diervoederhygiëne onverlet laten. Het moet worden geïntegreerd in goede hygiënepraktijken en het HACCP-gebaseerd systeem. Dit moet door de bevoegde autoriteit worden gecontroleerd in de context van de erkenning van de exploitant van het diervoederbedrijf. De regelmatige evaluatie door de exploitant van zijn eigen risicobeoordeling moet rekening houden met de bevindingen van de dioxinemonitoring. |
(9) |
De laboratoria die dioxineanalysen uitvoeren, moeten verplicht worden om de resultaten die de maximaal toegestane grenswaarden, als vastgesteld in Richtlijn 2002/32/EG, overschrijden niet alleen aan de exploitant van het diervoederbedrijf maar ook aan de bevoegde autoriteit mee te delen om de transparantie te verbeteren; deze verplichting ontslaat de exploitant van het diervoederbedrijf niet van zijn verplichting om de bevoegde autoriteit te informeren. |
(10) |
Om de doeltreffendheid van de bepalingen betreffende de verplichte dioxinemonitoring en de integratie daarvan in het HACCP-systeem van de exploitanten van diervoederbedrijven te verifiëren, moet worden bepaald dat deze na twee jaar opnieuw worden bekeken. |
(11) |
Er moet voldoende tijd worden geboden om de bevoegde autoriteiten en exploitanten van diervoederbedrijven in staat te stellen zich aan de bepalingen van deze verordening aan te passen. |
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en het Europees Parlement noch de Raad hebben zich daartegen verzet, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 183/2005 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 16 september 2012.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 maart 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
BIJLAGE
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 183/2005 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Na de titel van bijlage II wordt de volgende afdeling ingevoegd: „DEFINITIES Voor deze bijlage gelden de volgende definities:
|
2) |
Het volgende punt wordt toegevoegd in de afdeling, getiteld „BEDRIJFSRUIMTEN EN UITRUSTING”:
|
3) |
De volgende punten worden toegevoegd in de afdeling, getiteld „PRODUCTIE”:
|
4) |
De volgende afdeling wordt toegevoegd na de afdeling, getiteld „KWALITEITSBEHEERSING”: „DIOXINEMONITORING
|
5) |
Het volgende punt wordt toegevoegd in de afdeling, getiteld „OPSLAG EN VERVOER”:
|
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.