Verordening 2000/1334 - Instelling van een gemeenschappelijke regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32000R1334

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32000R1334

Verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik

Publicatieblad Nr. L 159 van 30/06/2000 blz. 0001 - 0215

Verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad

van 22 juni 2000

tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Producten voor tweeërlei gebruik (producten, met inbegrip van programmatuur en technologie, voor tweeërlei gebruik) dienen bij uitvoer van de Gemeenschap aan een doeltreffende controle te worden onderworpen.
  • (2) 
    Ter naleving van de internationale verplichtingen en verantwoordelijkheden van de lidstaten, met name wat non-proliferatie betreft, en van de Europese Unie is een doeltreffend gemeenschappelijk controlesysteem voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik noodzakelijk.
  • (3) 
    Voor de totstandbrenging van het vrije verkeer van producten voor tweeërlei gebruik in de Gemeenschap is het bestaan van een gemeenschappelijk controlesysteem en van geharmoniseerde beleidsvormen voor de handhaving en de bewaking in alle lidstaten een noodzakelijke voorwaarde.
  • (4) 
    Teneinde de doeltreffende uitvoering van de controles te blijven waarborgen, dient de thans geldende, bij Verordening (EG) nr. 3381/94(2) en Besluit 94/942/GBVB(3), ingestelde regeling voor de uitvoercontrole op producten voor tweeërlei gebruik verder te worden geharmoniseerd.
  • (5) 
    Voor een doeltreffend uitvoercontrolesysteem zijn gemeenschappelijke lijsten van producten voor tweeërlei gebruik, van bestemmingen en van richtsnoeren essentiële elementen. Dergelijke lijsten zijn bij Besluit 94/942/GBVB en de opeenvolgende wijzigingsbesluiten vastgesteld en dienen in de onderhavige verordening te worden opgenomen.
  • (6) 
    Voor de beslissingen over de aanvragen van de uitvoervergunningen zijn in beginsel de nationale autoriteiten verantwoordelijk. De nationale bepalingen en besluiten in verband met de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik moeten worden vastgesteld in het kader van de gemeenschappelijke handelspolitiek, en met name van Verordening (EEG) nr. 2603/69 van de Raad van 20 december 1969 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer(4).
  • (7) 
    Besluiten tot bijwerking van de gemeenschappelijke lijsten van producten voor tweeërlei gebruik moeten volledig in overeenstemming zijn met de verplichtingen en verbintenissen waarmee elke lidstaat als partij bij de desbetreffende internationale regelingen inzake non-proliferatie en uitvoercontrole of door de bekrachtiging van desbetreffende internationale verdragen heeft ingestemd.
  • (8) 
    De overdracht van programmatuur en technologie door middel van elektronische media, faxapparaten en telefoon naar bestemmingen buiten de Gemeenschap dient eveneens te worden gecontroleerd.
  • (9) 
    Bijzondere aandacht moet worden besteed aan vraagstukken in verband met de wederuitvoer en de eindbestemming.
  • (10) 
    Op 22 september 1998 hebben vertegenwoordigers van de lidstaten en van de Europese Commissie aanvullende protocollen ondertekend bij de respectieve veiligheidscontroleovereenkomsten tussen de lidstaten, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie, waarin, naast andere maatregelen, de lidstaten worden verplicht informatie te verstrekken over nader gespecificeerde apparatuur en niet-nucleair materiaal.
  • (11) 
    De Gemeenschap heeft bij Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek(5), hierna "communautair douanewetboek" genoemd, en bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(6), een corpus douanevoorschriften vastgesteld dat onder meer bepalingen bevat betreffende de uitvoer en wederuitvoer van goederen. De onderhavige verordening laat de uit het communautair douanewetboek en de uitvoeringsbepalingen daarvan voortvloeiende bevoegdheden onverlet.
  • (12) 
    Krachtens artikel 30 van het Verdrag en binnen de grenzen van dat artikel, behouden de lidstaten, in afwachting van een sterkere harmonisering, het recht controles te verrichten op de overdracht van bepaalde producten voor tweeërlei gebruik binnen de Europese Gemeenschap teneinde het overheidsbeleid en de openbare veiligheid te waarborgen. Indien deze controles verband houden met de doelmatigheid van de controle op uitvoer uit de Gemeenschap, zullen ze door de Raad regelmatig worden geëvalueerd.
  • (13) 
    Om de correcte toepassing van deze verordening te waarborgen, dient elke lidstaat maatregelen te nemen om de bevoegde autoriteiten passende bevoegdheden te verlenen.
  • (14) 
    Elke lidstaat dient de bij inbreuk op deze verordening toe te passen sancties vast te stellen.
  • (15) 
    Het Europees Parlement heeft zijn opvattingen kenbaar gemaakt in zijn resolutie van 13 april 1999(7).
  • (16) 
    Gezien het voorgaande dient Verordening (EG) nr. 3381/94 te worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Voorwerp en definities

Artikel 1

Bij deze verordening wordt een communautaire regeling ingesteld voor de controle op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik.

Artikel 2

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a) 
    "producten voor tweeërlei gebruik": producten, met inbegrip van programmatuur en technologie, die zowel een civiele als een militaire bestemming kunnen hebben, met inbegrip van alle goederen die voor niet-explosieve doeleinden gebruikt kunnen worden en op enige manier bijdragen in de vervaardiging van nucleaire wapens of andere nucleaire explosiemiddelen;
  • b) 
    "uitvoer":
  • i) 
    een uitvoerregeling overeenkomstig artikel 161 van het communautair douanewetboek;
  • ii) 
    wederuitvoer overeenkomstig artikel 182 van het communautair douanewetboek, en
  • iii) 
    de overdracht van programmatuur of technologie door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon naar een bestemming buiten de Gemeenschap; dit geldt uitsluitend voor mondelinge overdracht van technologie via de telefoon wanneer de technologie is vervat in een document en het betrokken gedeelte van het document via de telefoon wordt voorgelezen, of via de telefoon op dusdanige wijze wordt beschreven dat in wezen hetzelfde resultaat wordt bereikt;
  • c) 
    "exporteur": elke natuurlijke persoon of rechtspersoon namens welke een douaneaangifte bij uitvoer wordt gedaan, d.w.z. de persoon die op het tijdstip dat de aangifte wordt aanvaard, het contract met de ontvanger in het derde land heeft en die het recht heeft te beslissen dat het product naar een bestemming buiten het douanegebied van de Gemeenschap wordt verzonden. Indien geen uitvoercontract is gesloten of indien de houder van het contract niet namens zichzelf handelt, is het recht om te beslissen het product naar een bestemming buiten het douanegebied van de Gemeenschap te verzenden, bepalend.

Onder "exporteur" wordt tevens verstaan iedere natuurlijke of rechtspersoon die besluit programmatuur of technologie via elektronische media, faxapparaten of telefoon naar een bestemming buiten de Gemeenschap te zenden.

Indien het recht over de producten voor tweeërlei gebruik te beschikken toekomt aan een persoon die blijkens het contract waarop de uitvoer berust, buiten de Gemeenschap is gevestigd, wordt de exporteur geacht de in de Gemeenschap gevestigde contracterende partij te zijn;

  • d) 
    "uitvoeraangifte": de handeling waarmee een persoon in de vorm en op de wijze die zijn voorgeschreven, de wens te kennen geeft producten voor tweeërlei gebruik onder een uitvoerregeling te brengen.

HOOFDSTUK II

Toepassingsgebied

Artikel 3

  • 1. 
    Voor de uitvoer van de producten voor tweeërlei gebruik die voorkomen op de lijst in bijlage I is een vergunning vereist.
  • 2. 
    Overeenkomstig artikel 4 of artikel 5 kan ook een vergunning worden geëist voor de uitvoer naar alle of bepaalde bestemmingen van bepaalde producten voor tweeërlei gebruik die niet op de lijst van bijlage I voorkomen.
  • 3. 
    Deze verordening is niet van toepassing op het verrichten van diensten noch op de overdracht van technologie indien deze verrichting of overdracht gepaard gaat met een grensoverschrijding door natuurlijke personen.
  • 4. 
    Deze verordening is niet van toepassing op producten voor tweeërlei gebruik die slechts worden doorgevoerd over het grondgebied van de Gemeenschap; dit zijn goederen die geen andere douanebestemming dan extern communautair douanevervoer hebben of die enkel in een vrije zone of in een vrij entrepot worden opgeslagen en waarvan geen goedgekeurde voorraadadministratie hoeft te worden gehouden.

Artikel 4

  • 1. 
    Voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik die niet op de lijst in bijlage I voorkomen, is een uitvoervergunning vereist indien de exporteur door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij is gevestigd, is medegedeeld dat de producten in kwestie geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn voor gebruik in verband met de ontwikkeling, de productie, de behandeling, de bediening, het onderhoud, de opslag, de opsporing, de herkenning of de verspreiding van chemische, biologische of nucleaire wapens of andere nucleaire explosiemiddelen, of voor de ontwikkeling, de productie, het onderhoud of de opslag van raketten die dergelijke wapens naar hun doel kunnen voeren.
  • 2. 
    Voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik die niet op de lijst in bijlage I voorkomen, is een uitvoervergunning vereist indien op het kopende land of het land van bestemming een wapenembargo rust waartoe besloten is in een door de Raad aangenomen gemeenschappelijk standpunt of gemeenschappelijk optreden of een besluit van de OVSE, dan wel een wapenembargo uit hoofde van een bindende resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, en indien de exporteur door de in lid 1 bedoelde autoriteiten is medegedeeld dat de producten geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn voor militair eindgebruik. In dit lid wordt verstaan onder "militair eindgebruik":
  • a) 
    de verwerking in militaire producten die voorkomen op de militaire lijsten van de lidstaten;
  • b) 
    het gebruik van productie-, test- of onderzoeksapparatuur en onderdelen daarvan, voor de ontwikkeling, de productie of het onderhoud van militaire producten die op de voornoemde lijsten voorkomen;
  • c) 
    het gebruik van onafgewerkte producten in een fabriek voor de fabricage van militaire producten die op de voornoemde lijsten voorkomen.
  • 3. 
    Voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik die niet op de lijst in bijlage I voorkomen, is eveneens een vergunning vereist indien de exporteur door de in lid 1 bedoelde autoriteiten is medegedeeld dat de betrokken producten geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn om te worden gebruikt als onderdelen of componenten van militaire producten die op de nationale militaire lijst voorkomen en die vanaf het grondgebied van die lidstaat zijn uitgevoerd zonder vergunning of met schending van de in de nationale wetgeving van die lidstaat voorgeschreven vergunning.
  • 4. 
    Indien een exporteur er kennis van draagt dat producten voor tweeërlei gebruik welke hij wenst uit te voeren en die niet op de lijst van bijlage I voorkomen, geheel of ten dele bestemd zijn voor een van de in de leden 1, 2 en 3 genoemde doeleinden, dient hij dit mede te delen aan de in lid 1 bedoelde autoriteiten, die besluiten of het dienstig is dat voor de betrokken uitvoer een vergunning wordt vereist.
  • 5. 
    Een lidstaat kan nationale wetgeving aannemen of handhaven waarbij voor de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik die niet op de lijst van bijlage I voorkomen, een vergunning wordt vereist indien de exporteur een gefundeerd vermoeden heeft dat de producten geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn voor een of meer van de in lid 1 genoemde gebruiken.
  • 6. 
    Een lidstaat die overeenkomstig het bepaalde in de leden 1 tot en met 5 een vergunning eist voor de uitvoer van een niet op de lijst in bijlage I voorkomend product voor tweeërlei gebruik stelt de andere lidstaten en de Commissie daarvan in voorkomend geval in kennis. De andere lidstaten houden terdege rekening met deze informatie en stellen hun douanekantoren en andere terzake bevoegde nationale autoriteiten in de mate van het mogelijke daarvan in kennis.
  • 7. 
    Artikel 9, leden 2 en 3, zijn van toepassing in gevallen van niet op de lijst in bijlage I voorkomende producten voor tweeërlei gebruik.
  • 8. 
    Deze verordening laat onverlet het recht van een lidstaat om nationale maatregelen vast te stellen krachtens artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 2603/69.

Artikel 5

  • 1. 
    Een lidstaat kan om redenen van openbare veiligheid of uit mensenrechtenoverwegingen een verbod instellen op of een vergunning verplicht stellen voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik die niet op de lijst van bijlage I voorkomen.
  • 2. 
    De lidstaten brengen de krachtens lid 1 genomen maatregelen, zodra deze zijn aangenomen, ter kennis van de Commissie, onder vermelding van de exacte redenen daarvoor.
  • 3. 
    De lidstaten stellen de Commissie tevens onverwijld in kennis van eventuele wijzigingen van de krachtens lid 1 genomen maatregelen.
  • 4. 
    De Commissie maakt de maatregelen waarvan haar overeenkomstig de leden 2 en 3 kennis is gegeven, bekend in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

HOOFDSTUK III

Uitvoervergunning

Artikel 6

  • 1. 
    Bij deze verordening wordt voor bepaalde soorten uitvoer een communautaire algemene uitvoervergunning als bedoeld in bijlage II ingesteld.
  • 2. 
    Voor elke andere uitvoer waarvan uit hoofde van deze verordening een vergunning vereist is, wordt de vergunning in kwestie afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de exporteur gevestigd is. Onder voorbehoud van de beperking in lid 3, kan de vergunning een individuele, een globale of een algemene vergunning zijn.

De vergunning is in de gehele Gemeenschap geldig.

Aan de vergunning kunnen in voorkomend geval bepaalde vereisten en voorwaarden worden verbonden, zoals een verplichting om een verklaring betreffende het eindgebruik af te geven.

  • 3. 
    Producten in deel 2 van bijlage II worden niet opgenomen in een algemene vergunning.
  • 4. 
    De lidstaten geven in algemene vergunningen aan dat deze niet mogen worden gebruikt indien de exporteur door zijn autoriteiten is medegedeeld dat de producten in kwestie geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn voor gebruik als bedoeld in artikel 4, de leden 1, 2 en 3, of indien de exporteur er kennis van draagt dat de producten bestemd zijn voor de bovengenoemde doeleinden.
  • 5. 
    De lidstaten handhaven of scheppen in hun nationale wetgeving de mogelijkheid om aan een specifieke exporteur voor een type of categorie producten voor tweeërlei gebruik een globale vergunning te verlenen die voor uitvoer naar één of meer met name genoemde landen geldig kan zijn.
  • 6. 
    De lidstaten verstrekken de Commissie een lijst van de tot verlening van uitvoervergunningen voor producten voor tweeërlei gebruik gemachtigde autoriteiten.

De Commissie maakt de lijst van deze autoriteiten bekend in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 7

  • 1. 
    Indien de producten voor tweeërlei gebruik waarvoor een individuele uitvoervergunning voor een niet in de lijst van bijlage II vermelde bestemming, of, in het geval van in de lijst van bijlage IV vermelde producten, voor een andere bestemming dan die waarvoor de vergunning is aangevraagd, zich in een of meer lidstaten bevinden, wordt dat gegeven in de aanvraag vermeld. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de vergunning wordt aangevraagd, treden onverwijld in overleg met de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat of lidstaten en verstrekken alle terzake dienende informatie. De geraadpleegde lidstaat of lidstaten maken eventuele bezwaren tegen de afgifte van een dergelijke vergunning binnen tien werkdagen kenbaar. Deze bezwaren zijn bindend voor de lidstaat waar de vergunning is aangevraagd.

Indien binnen tien werkdagen geen bezwaren worden ontvangen, wordt de geraadpleegde lidstaat of worden de geraadpleegde lidstaten geacht geen bezwaar te hebben.

In uitzonderlijke gevallen kan een geraadpleegde lidstaat om verlenging van de termijn van tien dagen verzoeken. De verlenging mag evenwel niet meer dan dertig werkdagen bedragen.

  • 2. 
    Indien een uitvoer zijn wezenlijke veiligheidsbelangen zou kunnen schaden, kan een lidstaat een andere lidstaat verzoeken geen uitvoervergunning te verlenen of, indien deze reeds is verleend, die vergunning nietig te verklaren, op te schorten, te wijzigen of in te trekken. De lidstaat die een dergelijk verzoek ontvangt, treedt met de verzoekende lidstaat onverwijld in overleg van niet bindende aard, welk overleg binnen tien werkdagen dient te worden afgerond.

Artikel 8

Bij hun besluit al dan niet een uitvoervergunning uit hoofde van deze verordening te verlenen, houden de lidstaten rekening met alle terzake dienende overwegingen, waaronder:

  • a) 
    de verplichtingen en verbintenissen waarmee ieder van hen heeft ingestemd als partij bij de internationale regelingen inzake non-proliferatie en uitvoercontrole of door de bekrachtiging van de desbetreffende internationale verdragen;
  • b) 
    hun verplichtingen in het kader van sancties uit hoofde van een door de Raad vastgesteld gemeenschappelijk standpunt of gemeenschappelijk optreden of uit hoofde van een besluit van de OVSE, dan wel krachtens een bindende resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;
  • c) 
    overwegingen van nationaal buitenlands en veiligheidsbeleid, met inbegrip van overwegingen uit hoofde van de Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer;
  • d) 
    overwegingen omtrent het voorgenomen eindgebruik en het onttrekkingsgevaar.

Artikel 9

  • 1. 
    De exporteurs verstrekken de bevoegde autoriteiten alle voor hun vergunningaanvraag vereiste relevante gegevens.
  • 2. 
    De bevoegde autoriteiten kunnen, overeenkomstig deze verordening handelend, weigeren een uitvoervergunning te verlenen en een reeds verleende uitvoervergunning nietig verklaren, opschorten, wijzigen of intrekken. Ingeval zij een vergunning weigeren, nietig verklaren, opschorten, wezenlijk beperken of intrekken, stellen zij de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie daarvan in kennis en wisselen zij met de andere lidstaten en met de Commissie relevante gegevens uit, met inachtneming van het bepaalde in artikel 15, lid 3, betreffende het vertrouwelijke karakter.
  • 3. 
    Alvorens een lidstaat een vergunning verleent welke in de voorafgaande drie jaar door een andere lidstaat of lidstaten voor een wezenlijk identieke transactie is gewijzigd, pleegt deze lidstaat eerst overleg met de lidstaat of lidstaten die de vergunning heeft/hebben geweigerd. Indien de lidstaat na overleg toch besluit een vergunning te verlenen, stelt hij de andere lidstaten en de Commissie daarvan op de hoogte en verstrekt hij daarbij alle relevante informatie om het besluit toe te lichten.

Artikel 10

  • 1. 
    Alle individuele en globale uitvoervergunningen worden afgegeven op formulieren die overeenstemmen met het model in bijlage III a.
  • 2. 
    Op verzoek van de exporteurs worden globale uitvoervergunningen die kwantitatieve beperkingen inhouden, gesplitst.
  • 3. 
    Algemene uitvoervergunningen uit hoofde van artikel 6, lid 2, worden overeenkomstig de nationale wetten en praktijken bekendgemaakt. Zij worden afgegeven volgens de aanwijzingen in bijlage III b.

HOOFDSTUK IV

Bijwerking van lijsten van producten voor tweeërlei gebruik

Artikel 11

De lijsten van producten voor tweeërlei gebruik in de bijlagen I en IV worden bijgewerkt overeenkomstig de desbetreffende verplichtingen en verbintenissen en alle wijzigingen daarin waarmee een lidstaat heeft ingestemd als partij bij de internationale regelingen inzake non-proliferatie en uitvoercontrole of door de bekrachtiging van desbetreffende internationale verdragen.

HOOFDSTUK V

Douaneprocedures

Artikel 12

  • 1. 
    Bij het vervullen van de formaliteiten voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik bij het voor de behandeling voor de uitvoeraangifte bevoegde douanekantoor levert de exporteur het bewijs dat voor de uitvoer naar behoren een vergunning is verleend.
  • 2. 
    Van de exporteur kan van de als bewijs verstrekte bescheiden een vertaling worden geëist in een officiële taal van de lidstaat waar de aangifte wordt overgelegd.
  • 3. 
    Onverminderd de bevoegdheden die hem uit hoofde van en overeenkomstig het communautair douanewetboek zijn verleend, kan een lidstaat tevens voor een periode van ten hoogste de in lid 4 vermelde perioden de uitvoer vanaf zijn grondgebied van de in bijlage I vermelde producten voor tweeërlei gebruik waarvoor een geldige uitvoervergunning werd afgegeven, opschorten of, indien nodig, op andere wijze verhinderen dat deze producten de Gemeenschap via zijn grondgebied verlaten, indien hij een gegrond vermoeden heeft dat
  • a) 
    bij de vergunningverlening geen rekening is gehouden met relevante gegevens, of
  • b) 
    sedert de vergunningverlening de omstandigheden wezenlijk zijn veranderd.
  • 4. 
    In het in lid 3 bedoelde geval worden de bevoegde autoriteiten van de lidstaat die de uitvoervergunning hebben verleend, onverwijld geraadpleegd, zodat zij overeenkomstig artikel 9, lid 2, maatregelen kunnen treffen. Indien deze bevoegde autoriteiten besluiten de vergunning te handhaven, antwoorden zij binnen tien werkdagen, welke termijn in uitzonderlijke omstandigheden op hun verzoek mag worden verlengd tot dertig werkdagen. In dat geval, of indien, naar gelang van het geval, binnen tien of dertig werkdagen geen antwoord is ontvangen, worden de producten voor tweeërlei gebruik onverwijld vrijgegeven. De lidstaat welke de vergunning heeft verleend stelt de andere lidstaten en de Commissie hiervan in kennis.

Artikel 13

  • 1. 
    De lidstaten kunnen bepalen dat douaneformaliteiten voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik slechts bij daartoe bevoegd verklaarde douanekantoren mogen worden vervuld.
  • 2. 
    Wanneer zij gebruikmaken van de in lid 1 geboden mogelijkheid, delen de lidstaten de Commissie mede welke douanekantoren aldus bevoegd zijn verklaard. De Commissie maakt deze informatie bekend in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 14

Het bepaalde in de artikelen 463 tot en met 470 en 843 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 is van toepassing op de beperkingen ten aanzien van de uitvoer, de wederuitvoer en het vertrek uit het douanegebied van producten voor tweeërlei gebruik voor de uitvoer waarvan uit hoofde van deze verordening een vergunning vereist is.

HOOFDSTUK VI

Administratieve samenwerking

Artikel 15

  • 1. 
    In verbinding met de Commissie treffen de lidstaten alle dienstige maatregelen om een rechtstreekse samenwerking en uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten te bewerkstelligen, in het bijzonder om te voorkomen dat als gevolg van eventuele verschillen bij de toepassing van de controles op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik het handelsverkeer wordt verlegd, waardoor voor één of meer lidstaten moeilijkheden zouden kunnen ontstaan.
  • 2. 
    De lidstaten nemen alle dienstige maatregelen om een rechtstreekse samenwerking en uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten over gevoelige eindgebruikers tot stand te brengen, teneinde te bewerkstelligen dat voor alle exporteurs waarop deze vergunning van toepassing is, dezelfde leidraden gelden.
  • 3. 
    Onverminderd artikel 18 van deze verordening zijn de bepalingen van Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften(8), en met name de bepalingen betreffende het vertrouwelijke karakter van bepaalde gegevens, van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK VII

Controlemaatregelen

Artikel 16

  • 1. 
    De exporteurs houden volgens de in hun lidstaat gebruikelijke methoden gedetailleerde registers of dossiers van hun uitvoer bij. Deze registers of dossiers bevatten met name de handelsbescheiden, zoals facturen, manifesten, vrachtbrieven of andere vervoersdocumenten, waarin voldoende gegevens voorkomen voor de vaststelling van:
  • a) 
    de omschrijving van de producten voor tweeërlei gebruik,
  • b) 
    de hoeveelheid producten voor tweeërlei gebruik,
  • c) 
    naam en adres van de exporteur en van de ontvanger,
  • d) 
    indien bekend, het eindgebruik en de eindgebruiker van de producten voor tweeërlei gebruik.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde registers of dossiers en bescheiden worden bewaard gedurende ten minste drie jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de uitvoer is geschied. Zij worden op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de exporteur gevestigd is, aan hen voorgelegd.

Artikel 17

Om de correcte toepassing van deze verordening te waarborgen, nemen de lidstaten alle nodige maatregelen om hun bevoegde autoriteiten in staat te stellen:

  • a) 
    gegevens te verzamelen over elke, met producten voor tweeërlei gebruik verband houdende order of transactie;
  • b) 
    na te gaan of de uitvoercontrolemaatregelen op de juiste wijze worden toegepast, hetgeen met name de bevoegdheid kan omvatten tot betreding van de bedrijfsruimten van de bij een uitvoertransactie belang hebbende personen.

HOOFDSTUK VIII

Algemene en slotbepalingen

Artikel 18

  • 1. 
    Er wordt een coördinatiegroep ingesteld waarvan het voorzitterschap door een vertegenwoordiger van de Commissie wordt bekleed. Elke lidstaat wijst in deze coördinatiegroep een vertegenwoordiger aan.

De coördinatiegroep heeft tot taak elk vraagstuk in verband met de toepassing van deze verordening te onderzoeken, dat door de voorzitter of door een vertegenwoordiger van een lidstaat aan de orde wordt gesteld, onder andere:

  • a) 
    gaat zij na welke maatregelen de lidstaten dienen te nemen om de exporteurs van hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening in kennis te stellen;
  • b) 
    onderzoekt zij de leidraden voor de uitvoervergunningsformulieren.
  • 2. 
    De coördinatiegroep kan telkens wanneer zij dit nodig acht de representatieve organisaties raadplegen die de door deze verordening bestreken exporteurs vertegenwoordigen.

Artikel 19

Elke lidstaat treft passende maatregelen om de correcte toepassing van alle bepalingen van deze verordening te waarborgen en stelt met name de bij inbreuk op deze verordening en van de bepalingen ter uitvoering daarvan op te leggen sancties vast. Deze sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn.

Artikel 20

Elke lidstaat stelt de Commissie in kennis van de voor de uitvoering van deze verordening vastgestelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, met inbegrip van de in artikel 19 bedoelde maatregelen. De Commissie deelt deze inlichtingen aan de andere lidstaten mede. Zij legt het Europees Parlement en de Raad om de drie jaar een verslag voor over de toepassing van deze verordening. De lidstaten verstrekken de Commissie alle dienstige informatie die zij voor de opstelling van dit verslag behoeft.

Artikel 21

  • 1. 
    Voor de intracommunautaire overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik van de lijst in bijlage IV is een vergunning vereist. Producten van de lijst in deel 2 van bijlage IV vallen niet onder een algemene vergunning.
  • 2. 
    a) Een lidstaat kan een vergunningsvereiste instellen voor de overbrenging van andere producten voor tweeërlei gebruik van zijn grondgebied naar een andere lidstaat indien op het tijdstip van de overbrenging:
  • de exporteur weet dat de eindbestemming van die producten buiten de Gemeenschap ligt;
  • voor de export van de producten naar die eindbestemming in de lidstaat waaruit de producten moeten worden uitgevoerd, een vergunning vereist is krachtens artikel 3, 4 of 5 en deze export, rechtstreeks vanaf zijn grondgebied, niet is toegestaan bij een algemene of globale vergunning;
  • op de producten geen handeling uit artikel 24 van het communautair douanewetboek hoeft te worden verricht in de lidstaat waarnaar de producten zullen worden overgebracht.
  • b) 
    De overbrengingsvergunning moet worden aangevraagd in de lidstaat van waaruit de goederen voor tweeërlei gebruik zullen worden overgebracht.
  • c) 
    In gevallen waarin de export van producten voor tweeërlei gebruik reeds door de lidstaat van waaruit de producten zullen worden uitgevoerd, is aanvaard in de overlegprocedures van artikel 7, wordt de overbrengingsvergunning onmiddellijk aan de exporteur afgegeven, tenzij de omstandigheden drastisch zijn veranderd.
  • d) 
    Een lidstaat die wetgeving aanneemt welke in een dergelijk vereiste voorziet, brengt de Commissie en de overige lidstaten op de hoogte van de maatregelen die hij heeft genomen. De Commissie maakt deze informatie bekend in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
  • 3. 
    De maatregelen krachtens de leden 1 en 2 geven geen aanleiding tot controles aan de binnengrenzen van de Gemeenschap, maar vergen slechts controles die in het kader van de normale, op niet-discriminerende wijze over het gehele grondgebied van de Gemeenschap uitgevoerde controleprocedures passen.
  • 4. 
    De toepassing van de maatregelen van de leden 1 en 2 mag er in geen geval toe leiden dat voor overbrenging van de ene lidstaat naar de andere strengere voorwaarden gelden dan voor de export van dezelfde producten naar derde landen.
  • 5. 
    De bescheiden en dossiers in verband met intracommunautaire overbrengingen van de in de lijst van bijlage I vermelde producten voor tweeërlei gebruik worden gedurende ten minste drie jaar na afloop van het jaar waarin de overbrenging is geschied, bewaard en dienen op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van waaruit die producten werden overgebracht, aan hen te worden voorgelegd.
  • 6. 
    Een lidstaat kan bij nationale wetgeving vereisen dat voor intracommunautaire overbrengingen vanuit die lidstaat van producten van bijlage I, categorie 5, deel 2, die niet in bijlage IV voorkomen, aan de bevoegde autoriteiten van die lidstaat aanvullende informatie over de betrokken producten wordt verstrekt.
  • 7. 
    In relevante handelsbescheiden die betrekking hebben op de overbrenging binnen de Gemeenschap van in de lijst van bijlage I vermelde producten voor tweeërlei gebruik dient duidelijk te worden vermeld dat die producten bij uitvoer uit de Gemeenschap aan controle worden onderworpen. De relevante handelsbescheiden omvatten met name een verkoopcontract, een orderbevestiging, een factuur of een verzendingsborderel.

Artikel 22

Deze verordening laat onverlet:

  • de toepassing van artikel 296 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;
  • de toepassing van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Artikel 23

Verordening (EG) nr. 3381/94 wordt ingetrokken.

Voor de vergunningsaanvragen die vóór de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening werden ingediend, blijven evenwel de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 3381/94 van toepassing.

Artikel 24

Deze verordening treedt in werking negentig dagen na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 22 juni 2000.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    Sócrates
  • (1) 
    PB C 399 van 21.12.1998, blz. 1.
  • (2) 
    PB L 367 van 31.12.1994, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 837/95 (PB L 90 van 21.4.1995, blz. 1).
  • (3) 
    PB L 367 van 31.12.1994, blz. 8. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2000/243/GBVB (PB L 82 van 1.4.2000, blz. 1).
  • (4) 
    PB L 324 van 27.12.1969, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3918/91 (PB L 372 van 31.12.1991, blz. 31).
  • (5) 
    PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 955/1999 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 119 van 7.5.1999, blz. 1).
  • (6) 
    PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1662/1999 (PB L 197 van 29.7.1999, blz. 25).
  • (7) 
    PB C 219 van 30.7.1999, blz. 34.
  • (8) 
    PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1.

>PIC FILE= "L_2000159NL.000902.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.001001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.001101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.001201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.001301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.001401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.001501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.001601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.001701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.001801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.001901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.002001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.002101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.002201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.002301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.002401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.002501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.002601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.002701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.002801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.002901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.003001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.003101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.003201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.003301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.003401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.003501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.003601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.003701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.003801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.003901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.004001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.004101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.004201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.004301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.004401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.004501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.004601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.004701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.004801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.004901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.005001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.005101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.005201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.005301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.005401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.005501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.005601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.005701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.005801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.005901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.006001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.006101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.006201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.006301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.006401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.006501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.006601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.006701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.006801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.006901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.007001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.007101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.007201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.007301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.007401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.007501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.007601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.007701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.007801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.007901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.008001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.008101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.008201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.008301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.008401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.008501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.008601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.008701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.008801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.008901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.009001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.009101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.009201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.009301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.009401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.009501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.009601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.009701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.009801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.009901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.010001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.010101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.010201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.010301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.010401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.010501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.010601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.010701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.010801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.010901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.011001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.011101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.011201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.011301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.011401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.011501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.011601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.011701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.011801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.011901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.012001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.012101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.012201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.012301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.012401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.012501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.012601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.012701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.012801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.012901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.013001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.013101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.013201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.013301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.013401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.013501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.013601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.013701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.013801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.013901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.014001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.014101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.014201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.014301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.014401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.014501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.014601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.014701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.014801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.014901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.015001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.015101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.015201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.015301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.015401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.015501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.015601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.015701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.015801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.015901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.016001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.016101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.016201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.016301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.016401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.016501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.016601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.016701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.016801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.016901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.017001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.017101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.017201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.017301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.017401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.017501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.017601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.017701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.017801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.017901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.018001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.018101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.018201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.018301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.018401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.018501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.018601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.018701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.018801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.018901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.019001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.019101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.019201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.019301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.019401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.019501.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.019601.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.019701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.019801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.019901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.020002.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.020101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.020202.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.020301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.020401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.020502.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.020602.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.020701.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.020801.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.020901.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.021001.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.021101.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.021201.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.021301.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.021401.CAMREAD">

>PIC FILE= "L_2000159NL.021501.CAMREAD">

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.