Verordening 1994/163 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 386/90 inzake de controle bij de uitvoer van landbouwprodukten die in aanmerking komen voor restituties of andere bedragen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31994R0163

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31994R0163

Verordening (EG) nr. 163/94 van de Raad van 24 januari 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 386/90 inzake de controle bij de uitvoer van landbouwprodukten die in aanmerking komen voor restituties of andere bedragen

Publicatieblad Nr. L 024 van 29/01/1994 blz. 0002 - 0003

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 55 blz. 0378

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 55 blz. 0378

VERORDENING (EG) Nr. 163/94 VAN DE RAAD van 24 januari 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 386/90 inzake de controle bij de uitvoer van landbouwprodukten die in aanmerking komen voor restituties of andere bedragen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 386/90 van de Raad van 12 februari 1990 inzake de controle bij de uitvoer van landbouwprodukten die in aanmerking komen voor restituties of andere bedragen (3) is bepaald dat de Commissie de Raad een verslag moet voorleggen over de stand van zaken bij de toepassing van die verordening;

Overwegende dat blijkens dit verslag en het aanvullende verslag de starheid van een aantal regels een doeltreffender controle in de weg staat; dat de risicoanalyses meer nut zouden hebben als de controlediensten over meer speelruimte zouden beschikken om gerichte controles uit te voeren;

Overwegende dat de verplichting om de 5 %-regel per produkt en per douanekantoor in acht te nemen, het moeilijker maakt het personeel vooral in te schakelen voor controles op uitvoertransacties met een verhoogd risico;

Overwegende dat, met behoud van het algemeen controlepercentage van 5 %, in de regeling toch enige flexibiliteit kan worden ingebouwd, waardoor de diensten hun controles op de meer fraudegevoelige produkten kunnen toespitsen;

Overwegende dat, om substitutie te verhinderen, met name wanneer de uitvoeraangifte in het binnenland of in de bedrijfsruimten van de exporteur ingediend en aanvaard wordt, een minimumpercentage door het douanekantoor van uitgang op grond van een representatieve steekproef uit te voeren fysieke controles opgelegd moet kunnen worden;

Overwegende dat, omdat moet worden gezorgd voor een doeltreffende toepassing, in de gehele Gemeenschap, van de voorschriften betreffende de controle inzake de uitvoerrestituties en gezien de financiƫle gevolgen voor de middelen van de Gemeenschap, regels moeten worden vastgesteld op communautair niveau,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 386/90 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    in artikel 2, onder a), worden de woorden "artikel 3" vervangen door "de artikelen 3 en 3 bis";
  • 2. 
    artikel 3, lid 2, wordt vervangen door:

"2. Overeenkomstig volgens de procedure van artikel 6 vast te stellen regels geldt het in lid 1, onder b), bedoelde percentage:

  • per douanekantoor,
  • per kalenderjaar, en
  • per produktsector.

In plaats van het percentage van 5 % per produktsector mag evenwel een percentage van 5 % voor alle sectoren samen worden gehanteerd, voor zover de Lid-Staat een systeem van gerichte controles toepast op basis van een risicoanalyse aan de hand van nog vast te stellen criteria. In dat geval blijft een minimumpercentage van 2 % per produktsector gelden.";

  • 3. 
    het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 3 bis

Wat de in een binnenlands douanekantoor aanvaarde uitvoeraangiften betreft, kan elk douanekantoor van uitgang van de Gemeenschap op grond van een representatieve steekproef een of meer minimumpercentages voor de fysieke substitutiecontrole toepassen. Het/de minimumpercentage(s) voor de controles wordt/worden volgens de procedure van artikel 6 vastgesteld afhankelijk van het soort risico.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van het kalenderjaar dat op de bekendmaking volgt.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 24 januari 1994.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • G. 
    MORAITIS
  • (1) 
    PB nr. C 218 van 12. 8. 1993, blz. 13.
  • (2) 
    Advies uitgebracht op 19 januari 1994 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
  • (3) 
    PB nr. L 42 van 16. 2. 1990, blz. 6.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.