Verordening 1997/413 - Buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in Nederland

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31997R0413

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31997R0413

Verordening (EG) nr. 413/97 van de Commissie van 3 maart 1997 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in Nederland

Publicatieblad Nr. L 062 van 04/03/1997 blz. 0026 - 0028

VERORDENING (EG) Nr. 413/97 VAN DE COMMISSIE van 3 maart 1997 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in Nederland

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/94 (2), en met name op artikel 20 en artikel 22, tweede alinea,

Overwegende dat, wegens het uitbreken van klassieke varkenspest in bepaalde productiegebieden in Nederland, door de Nederlandse autoriteiten beschermingsgebieden en toezichtsgebieden zijn ingesteld op grond van artikel 9 van Richtlijn 80/217/EEG van de Raad van 22 januari 1980 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest (3), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 93/384/EEG (4); dat bijgevolg in deze gebieden het in de handel brengen van levende varkens, vers varkensvlees en producten op basis van vers varkensvlees dat geen warmtebehandeling heeft ondergaan, tijdelijk verboden is;

Overwegende dat de uit de toepassing van de veterinaire maatregelen voortvloeiende beperkingen van het vrije verkeer van goederen de markt voor varkensvlees in Nederland ernstig zouden kunnen verstoren; dat bijgevolg buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt moeten worden genomen die uitsluitend gelden voor levende varkens uit de direct getroffen gebieden en niet langer dan strikt noodzakelijk is;

Overwegende dat om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen, de varkens uit de betrokken gebieden buiten het normale handelscircuit voor de voor menselijke consumptie bestemde producten dienen te worden gehouden en tot niet voor menselijke consumptie bestemde producten dienen te worden verwerkt overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 90/667/EEG van de Raad (5), gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG (6);

Overwegende dat steun moet worden verleend voor de levering van mestvarkens en biggen uit de betrokken gebieden aan de bevoegde autoriteiten;

Overwegende dat het, in verband met de omvang van de epizoötie, de duur ervan en bijgevolg ook de omvang van de maatregelen ter ondersteuning van de markt, passend is dat de kosten door de Gemeenschap en de betrokken lidstaat worden gedeeld;

Overwegende dat moet worden bepaald dat de Nederlandse autoriteiten de nodige controle- en bewakingsmaatregelen moeten treffen en de Commissie hiervan in kennis moeten stellen;

Overwegende dat, aangezien de beperkingen van het vrije verkeer van levende varkens in de betrokken gebieden reeds sedert enkele weken van toepassing zijn, het gewicht van de dieren aanzienlijk is toegenomen en dat als gevolg daarvan een uit een oogpunt van het welzijn van de dieren onduldbare situatie is ontstaan; dat het derhalve verantwoord is deze verordening toe te passen met terugwerkende kracht vanaf 18 februari 1997;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Met ingang van 18 februari 1997 kan aan producenten die hierom verzoeken, door de bevoegde Nederlands autoriteiten steun worden verleend voor de levering aan deze autoriteiten van mestvarkens van GN-code 0103 92 19 met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van tenminste 120 kg per dier.
  • 2. 
    Met ingang van 18 februari 1997 kan aan producenten die hierom verzoeken, door de bevoegde Nederlandse autoriteiten steun worden verleend voor de levering aan deze autoriteiten van biggen van GN-code 0103 91 10 met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van tenminste 25 kg per dier.
  • 3. 
    70 % van de uitgaven in verband met deze steun is ten laste van de begroting van de Gemeenschap, voor ten hoogste het in bijlage I vastgestelde aantal dieren.

Artikel 2

Voor de bedoelde levering komen alleen mestvarkens en biggen in aanmerking die zijn gehouden in de beschermings- en de toezichtsgebieden in de in bijlage II bij deze verordening bedoelde administratieve gebieden, voor zover op de dag van levering van de dieren de door de Nederlandse autoriteiten vastgestelde veterinaire bepalingen in die gebieden van toepassing zijn.

Artikel 3

De dieren worden op de dag van levering gewogen en geslacht, waarbij erop moet worden toegezien dat de epizoötie zich niet verder kan verspreiden.

Zij worden onverwijld naar een destructiebedrijf vervoerd en tot producten van de GN-codes 1501 00 11, 1506 00 00 en 2301 10 00 verwerkt overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 90/667/EEG.

De werkzaamheden worden uitgevoerd onder permanente controle van de bevoegde Nederlandse autoriteiten.

Artikel 4

  • 1. 
    Voor mestvarkens met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van tenminste 120 kg per dier is de in artikel 1, lid 1, bedoelde steun, af bedrijf, gelijk aan de marktprijs voor geslachte varkens van klasse E, als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2759/75, in Verordening (EEG) nr. 3537/89 van de Commissie (7) en in Verordening (EEG) nr. 2123/89 van de Commissie (8), die in Nederland is vastgesteld voor de week die voorafgaat aan de levering van de mestvarkens aan de bevoegde autoriteiten.
  • 2. 
    Voor mestvarkens met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van minder dan 120, maar meer dan 110 kg per dier, wordt de overeenkomstig lid 1 vastgestelde steun verminderd met 15 %.
  • 3. 
    De steun wordt berekend op basis van het geconstateerde geslacht gewicht. Indien de dieren uitsluitend levend zijn gewogen, wordt op de steun de coëfficiënt 0,81 toegepast.
  • 4. 
    De in artikel 1, lid 2, bedoelde steun bedraagt af bedrijf:
  • 45 ecu per dier voor biggen met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van ten minste 25 kg per dier;
  • 38 ecu per dier voor biggen met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van meer dan 24, maar minder dan 25 kg per dier.

Artikel 5

De bevoegde Nederlandse autoriteiten nemen de nodige maatregelen om de naleving van deze verordening, en met name van artikel 2, te garanderen. Zij stellen de Commissie daarvan zo spoedig mogelijk in kennis.

Artikel 6

De bevoegde Nederlandse autoriteiten delen de Commissie elke woensdag de onderstaande gegevens mee betreffende de voorbije week:

  • aantal en totaal gewicht van de geleverde mestvarkens;
  • aantal en totaal gewicht van de geleverde biggen.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 18 februari 1997.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 maart 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB nr. L 282 van 1. 11. 1975, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105.
  • (3) 
    PB nr. L 47 van 21. 2. 1980, blz. 11.
  • (4) 
    PB nr. L 166 van 8. 7. 1993, blz. 34.
  • (5) 
    PB nr. L 363 van 27. 12. 1990, blz. 51.
  • (6) 
    PB nr. L 62 van 15. 3. 1993, blz. 49.
  • (7) 
    PB nr. L 347 van 28. 11. 1989, blz. 20.
  • (8) 
    PB nr. L 203 van 15. 7. 1989, blz. 23.

BIJLAGE I

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

In de provincie Noord-Brabant, de beschermingsgebieden en de toezichtsgebieden bij:

  • Venhorst,
  • Best.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.