Bijlagen bij COM(2019)225 - Voortgangsverslag hernieuwbare energie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2019)225 - Voortgangsverslag hernieuwbare energie.
document COM(2019)225 NLEN
datum 9 april 2019
bijlage VIII bij de herschikte richtlijn hernieuwbare energie zijn opgenomen, bedragen 55 gCO2eq/MJ voor oliegewassen, 12 gCO2eq/MJ voor granen en andere zetmeelrijke gewassen en 13 gCO2eq/MJ voor suikers. De evaluatie bevat nadere informatie over de indirecte effecten van biobrandstoffen.

De teelt van grondstoffen die worden gebruikt voor de productie van in de EU verbruikte biobrandstoffen kan leiden tot negatieve gevolgen voor het milieu die specifiek voor de locatie zijn en afhangen van de toegepaste landbouwpraktijken 37 . De meeste lidstaten wijzen in hun voortgangsverslagen op een beperkte teelt van grondstoffen die worden gebruikt voor de productie van biobrandstoffen in vergelijking met de totale landbouwactiviteiten, en zijn daarom van mening dat de daarmee samenhangende milieueffecten onbeduidend zijn. Verschillende lidstaten wijzen erop dat de gehele landbouwproductie met betrekking tot de milieueffecten wordt gereguleerd en dat daarom niet meer effecten kunnen worden verwacht door de productie van biobrandstoffen dan door andere gewassen 38 . Een gedetailleerde beoordeling van de milieueffecten van de productie van in de EU verbruikte biobrandstoffen is opgenomen in een externe studie 39 . De Commissie heeft onlangs ook een uitgebreid verslag gepubliceerd met de meest recente beschikbare gegevens over en een beoordeling van de stand van zaken met betrekking tot de uitbreiding van de productie van voedsel- en voedergewassen wereldwijd 40 .

Het EU-duurzaamheidskader voor bio-energie is versterkt in het kader van de herschikte richtlijn hernieuwbare energie. In het bijzonder voorziet de richtlijn in nationale plafonds, die geleidelijk zullen dalen tot nul in 2030, voor uit voedsel- en voedergewassen geproduceerde biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen met een hoog ILUC-risico waarvoor een aanzienlijke uitbreiding van het productiegebied naar land met grote koolstofvoorraden is waargenomen. Deze plafonds hebben een invloed op de hoeveelheid van deze brandstoffen die in aanmerking kan worden genomen bij de berekening van het totale aandeel van hernieuwbare energie en het aandeel van hernieuwbare energie in de transportsector. De richtlijn maakt het echter mogelijk om biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen die voor een laag ILUC-risico zijn gecertificeerd, van de nationale maxima vrij te stellen. 

Ter uitvoering van deze aanpak heeft de Commissie op 13 maart 2019 een gedelegeerde handeling vastgesteld met betrekking tot biobrandstoffen met een hoog en laag ILUC-risico 41 die ter toetsing aan de Raad en het Europees Parlement is voorgelegd. In het algemeen heeft de EU besloten zich in de toekomst te concentreren op de bevordering van geavanceerde biobrandstoffen en andere koolstofarme brandstoffen, zoals hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare vloeibare en gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong. Geavanceerde biobrandstoffen hebben momenteel slechts een zeer klein marktaandeel, maar er is een aanzienlijk potentieel voor schaalvergroting. De Commissie zal de ontwikkeling van geavanceerde biobrandstoffen blijven bevorderen, onder meer door onderzoek te doen naar bronnen voor mogelijke nieuwe grondstoffen. Hoewel er in dit stadium niet voldoende wetenschappelijk bewijsmateriaal beschikbaar is om een uitbreiding van de grondstoffenbasis voor geavanceerde biobrandstoffen van bijlage IX van REDII te rechtvaardigen, zal de Commissie blijven nagaan of in de toekomst aanvullende grondstoffen kunnen worden gebruikt voor de productie van geavanceerde biobrandstoffen 42 .

3.Werking van de door de Commissie erkende vrijwillige regelingen

RED I verleent de Commissie de bevoegdheid om internationale of nationale certificeringsregelingen te erkennen die worden aangeduid als vrijwillige systemen en die marktdeelnemers kunnen gebruiken om aan te tonen dat wordt voldaan aan de duurzaamheidscriteria en de criteria inzake broeikasgasemissiereductie van de richtlijn voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa. Momenteel zijn 14 vrijwillige systemen voor dit doel erkend 43 . De lidstaten moeten de door de marktdeelnemers die aan deze regelingen deelnemen verkregen bewijsstukken betreffende de duurzaamheidscriteria aanvaarden. Deze bepaling vergemakkelijkt de tenuitvoerlegging van de duurzaamheidscriteria, aangezien de marktdeelnemers de mogelijkheid hebben om het vereiste bewijs te verstrekken via enkele administratieve procedure in alle lidstaten van de EU 44 . Over elk vrijwillig systeem waarover een besluit is genomen en dat gedurende de laatste twaalf maanden in werking is geweest, moet jaarlijks aan de Commissie verslag worden uitgebracht 45 .

De afgelopen jaren zijn vrijwillige systemen het belangrijkste instrument geworden om aan te tonen dat aan de duurzaamheidscriteria van de EU wordt voldaan. In de loop van het kalenderjaar 2017 is 21,429 kiloton vloeibare biobrandstoffen (inclusief pure plantaardige olie), 140,045 duizend m3 biomethaan (wat overeenkomt met ongeveer 100,8 kt) en 119,119 kt grondstof gecertificeerd voor naleving van de duurzaamheidscriteria van de EU, zoals vastgesteld in artikel 17, leden 2 tot en met 5, van de richtlijn hernieuwbare energie. Van de gecertificeerde vloeibare biobrandstoffen was 12,198 kt (57 % van de totale hoeveelheid) biodiesel en 6,224 kt (29 %) bio-ethanol. De rest bestond uit waterstofbehandelde plantaardige olie (HVO) (1,784 kiloton, 8 %), zuivere plantaardige olie (1,053 kt, 5 %) en andere brandstoffen. De grootste hoeveelheden gecertificeerde grondstoffen voor biobrandstoffen waren koolzaad (27 %), palmolie (16 %), gebruikte bak- en braadolie (13 %) en maïs (12 %).

De Commissie erkent alleen regelingen die voldoen aan passende normen inzake betrouwbaarheid, transparantie en onafhankelijke auditing. Met het oog hierop worden de vrijwillige systemen waarvoor erkenning wordt gevraagd door de Commissie grondig beoordeeld 46 . Dit zorgt onder meer voor het volgende: producenten van grondstoffen voldoen aan de duurzaamheidscriteria van RED I, informatie over de duurzaamheidskenmerken is terug te voeren op de oorsprong van de grondstoffen, bedrijven worden voorafgaand aan de deelname aan de regeling gecontroleerd, er worden controles met terugwerkende kracht uitgevoerd en de auditors zijn extern en onafhankelijk.

De afgelopen jaren heeft in toenemende mate publieke toetsing van de governance van de vrijwillige systemen plaatsgevonden 47 . Om punten van zorg aan te pakken en een robuuste uitvoering te garanderen, omvat artikel 30 van RED II strengere regels voor de verificatie van de duurzaamheidscriteria voor bio-energie, met inbegrip van scherper nationaal en Europees toezicht op vrijwillige systemen en audits door derden. Daarnaast is de Commissie verplicht gedetailleerde uitvoeringsbepalingen vast te stellen met betrekking tot passende normen inzake betrouwbaarheid, transparantie en onafhankelijke auditing, en te eisen dat alle erkende vrijwillige systemen worden toegepast. Ten slotte zal de Commissie een Europese databank opzetten om de tracering van duurzame biobrandstoffen te verbeteren.

Vrijwillig regelingToepassingsgebied
NaamSoort grondstofOorsprong grondstofDekking toeleveringsketen
International Sustainability and Carbon Certification (ISCC)Breed scala aan grondstoffenWereldwijdVolledige toeleveringsketen
Bonsucro EUSuikerrietWereldwijdVolledige toeleveringsketen
Rondetafelconferentie duurzaam biomateriaal EU RED (RSB EU RED)Breed scala aan grondstoffenWereldwijdVolledige toeleveringsketen
RTRS EU REDSojaWereldwijdVolledige toeleveringsketen
U.S. Soybean Sustainability Assurance Protocol (SSAP)SojaVSVan teelt tot plaats uitvoer
Biomass Biofuels voluntary scheme (2BSvs)Breed scala aan grondstoffenWereldwijdVolledige toeleveringsketen
Scottish Quality Farm Assured Combinable Crops Limited (SQC)Alle granen en oliehoudende zadenNoordelijk Groot-BrittanniëTot eerste plaats levering grondstof
Red Tractor Farm Assurance Combinable Crops & Sugar Beet (Red Tractor)Granen, oliehoudende zaden, suikerbietenVKTot eerste plaats levering grondstof
REDcertBreed scala aan grondstoffenEuropaVolledige toeleveringsketen
Better BiomassBreed scala aan grondstoffenWereldwijdVolledige toeleveringsketen
Gafta Trade Assurance SchemeBreed scala aan grondstoffenWereldwijdBewakingsketen van verlaten boerderij tot eerste verwerker
KZR INiG SystemBreed scala aan grondstoffenEuropaVolledige toeleveringsketen
Trade Assurance Scheme for Combinable Crops (TASC)Gecombineerde gewassen, waaronder granen, oliehoudende zaden en suikerbietenVerenigd KoninkrijkBewakingsketen van verlaten boerderij tot eerste verwerker
Universal Feed Assurance Scheme (UFAS)Diervoederingrediënten en mengvoeders alsmede combinatiegewassenVerenigd KoninkrijkBewakingsketen van verlaten boerderij tot eerste verwerker

 Tabel 3: Vrijwillige systemen die momenteel door de Commissie worden erkend.


5. CONCLUSIES

De EU ligt op schema om haar streefcijfer voor hernieuwbare energie voor 2020 te halen. In 2017 bedroeg het aandeel van hernieuwbare energie aan de energiemix van de EU 17,52 %. Investeringen in hernieuwbare energie worden steeds meer gestuurd door de markt en het aandeel van overheidssubsidies daalt. Dit is het gevolg van de aanzienlijke kostenverlagingen voor technologieën op het gebied van hernieuwbare energie en de afname van subsidies dankzij meer concurrerende steunregelingen, hetgeen blijkt uit de talrijke veilingresultaten met geen of lage kosten in verschillende Europese landen.

Het tempo van de toename van het aandeel hernieuwbare energie is echter sinds 2014 afgezwakt. Hoewel de EU nog altijd op schema ligt om haar streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2020 te halen, moeten de inspanningen in de resterende periode tot 2020 worden opgevoerd, ook in verband met het verwachte hogere energieverbruik in de toekomst. In 2017 hadden elf lidstaten al een aandeel hernieuwbare energie dat boven hun respectievelijke streefcijfers voor 2020 lag. Tien andere lidstaten hebben hun indicatieve traject op basis van de richtlijn hernieuwbare energie voor de periode 2017-2018 gehaald of overtroffen. Zeven lidstaten (België, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Nederland, Polen en Slovenië) zouden echter meer inspanningen moeten leveren om te voldoen aan het gemiddelde indicatieve traject voor 2017-2018 in de richting van 2020.

Om de streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2020 te halen en deze niveaus vanaf 2021 als uitgangspunt te hanteren, worden de meeste lidstaten aangemoedigd om hun inspanningen om hernieuwbare energie in de drie sectoren in te zetten op te voeren en tegelijkertijd het energieverbruik te verminderen. Uit recente modellen is gebleken dat het momenteel uitgevoerde beleid inzake hernieuwbare energie en de reeds geplande beleidsinitiatieven op dat gebied in een aantal lidstaten ontoereikend kunnen zijn om de nationale bindende streefcijfers op tijd te halen, als alleen het binnenlandse aanbod, zonder samenwerkingsmechanismen, in aanmerking wordt genomen. Ten slotte moeten de lidstaten de mogelijkheid overwegen om statistische overdrachten te gebruiken, zoals voorzien in de richtlijn inzake hernieuwbare energie, hetzij als een manier om te zorgen voor verwezenlijking van het streefcijfer wanneer er een tekort is, hetzij om hun potentiële overschotten aan andere lidstaten te verkopen. De Commissie is bereid om de lidstaten in dit verband actief te ondersteunen en de nodige samenwerking te faciliteren.

In deze context is op alle niveaus en in de hele Europese Unie de aanzet gegeven voor de nodige inspanningen. Dit gebeurt onder meer via de speciale taskforce voor energie-efficiëntie die de Commissie heeft opgezet, naast de nieuwe veilingen van hernieuwbare energie die reeds in verschillende lidstaten zijn aangekondigd, waaronder in Frankrijk, Nederland en Portugal, en het ruimere gebruik van overeenkomsten inzake de aankoop van elektriciteit in het bedrijfsleven via welke Europese bedrijven in 2018 een recordhoeveelheid windkrachtcapaciteit hebben gekocht. Deze maatregelen zullen naar verwachting de komende jaren tot resultaten leiden.

In de EU verbruikte biobrandstoffen worden nog steeds grotendeels geproduceerd uit binnenlandse grondstoffen. De duurzaamheidscriteria van de EU hebben het risico van grote directe milieueffecten van biobrandstoffen tot een minimum beperkt, ongeacht of deze in het binnenland worden geproduceerd dan wel uit derde landen worden ingevoerd. De laatste jaren zijn door de Europese Commissie zijn erkende vrijwillige systemen het belangrijkste instrument geworden om de naleving van de duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen in de EU aan te tonen, en daarom heeft in toenemende mate publieke toetsing van deze systemen plaatsgevonden. Voorts omvat RED II een versterkt duurzaamheidskader voor alle soorten gebruik van bio-energie (niet alleen biobrandstoffen, maar ook gebruik van biomassa en biogas voor warmte en elektriciteit), met inbegrip van een nieuwe aanpak waarbij de rol van biobrandstoffen met een hoog ILUC-risico wordt beperkt. De governance van de vrijwillige systemen, waaronder de robuustheid van audits door derden, is versterkt.

(1)

  https://ec.europa.eu/energy/en/topics/energy-strategy-and-energy-union/clean-energy-all-europeans  

(2)

Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).

(3)

  https://www.eea.europa.eu/publications/renewable-energy-in-europe-2018  

(4)

COM(2018) 773 final: Een schone planeet voor iedereen. Een Europese strategische langetermijnvisie voor een bloeiende, moderne, concurrerende en klimaatneutrale economie.

(5)

Eurostat.

(6)

Persbericht van Energinet.dk van 31 augustus 2018.

(7)

  https://www.eea.europa.eu/publications/renewable-energy-in-europe-2018/  

(8)

EEA, ramingen voor 2017.

(9)

JRC (2017), "Monitoring R&I in Low-Carbon Energy Technologies", http://publications.jrc.ec.europa.eu/repository/handle/JRC105642 .   

(10)

Verenigde Staten, Japan, Zuid-Korea en China.

(11)

Irena (2019), verslag "Innovation landscape for a renewable-powered future: Solutions to integrate variable renewables" , op 19 februari 2019 in Brussel gepresenteerd.

(12)

JRC (2017), "Supply chain of renewable energy technologies in Europe".

(13)

Hoogland O., Van der Lijn, N., Rademaekers, K., Gentili, P., Colozza, P., Morichi, C., 2017, "Assessment of Photovoltaics (PV) Task F Strategies to rebuild the European PV sector", Trinomics.

(14)

  https://ec.europa.eu/energy/en/topics/technology-and-innovation/strategic-energy-technology-plan  

(15)

Eurobserv’ER (2019), barometer voor 2018: https://www.eurobserv-er.org/18th-annual-overview-barometer/

(16)

https://ec.europa.eu/energy/en/data-analysis/energy-prices-and-costs

(17)

Irena (2019): "A New World: the geopolitics of the energy transformation".

(18)

Irena (2018), "Off-grid Renewable Energy Solutions: Global and Regional Status and Trends".

(19)

IEA (2017) WEO-2017 Special Report: Energy Access Outlook.

(20)

Richtlijn (EU) 2015/1513.

(21)

  https://ec.europa.eu/energy/en/topics/renewable-energy/progress-reports  

(22)

  https://ec.europa.eu/energy/en/topics/renewable-energy/national-action-plans

(23)

Eurostat SHARES 2017. Met gebruikmaking van de in RED I vastgestelde multiplicatoren.

(24)

Inclusief Noorwegen.

(25)

  https://ec.europa.eu/energy/en/topics/renewable-energy/progress-reports  

(26)

 Navigant 2019: Technical assistance in realisation of the 4th report on progress of renewable energy in the EU, final report  

(27)

De tabel bevat alleen de lidstaten die deze specifieke informatie in hun voortgangsverslag hebben verstrekt.

(28)

De berekening voor het scenario is uitgevoerd door middel van het Green-X-model, dat een simulatie-instrument is voor beleidsinstrumenten voor hernieuwbare energie in Europa https://green-x.at/ .

(29)

Het bereik geeft de onzekerheid aan met betrekking tot de belangrijkste inputparameter voor de modelmatige beoordeling van de toekomstige vooruitgang op het gebied van hernieuwbare energie. De toekomstige vraag naar energie (groei) en de beleidsuitvoering spelen in dit opzicht een doorslaggevende rol.

(30)

 Navigant 2019: Technical assistance in realisation of the 4th report on progress of renewable energy in the EU, final report

(31)

https://ec.europa.eu/energy/en/topics/energy-strategy-and-energy-union/governance-energy-union/national-energy-climate-plans

(32)

Navigant 2019.

(33)

Belangrijkste bron voor de gegevens en beoordeling in deze sectie: Navigant, 2019: Technical assistance in realisation of the 2018 report on biofuels sustainability.

(34)

Bij de analyse van de grondstoffen voor biobrandstoffen wordt rekening gehouden met de internationale handel in biobrandstoffen en de grondstoffen daarvoor, en met de omzettingsefficiëntie.

(35)

Berekend op basis van de voorlopige geraamde emissies ten gevolge van indirecte veranderingen in het landgebruik door de productie van biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen (g CO2eq/MJ) in bijlage VIII bij Richtlijn (EU) 2018/2001. Voor nadere informatie, zie Navigant 2019.

(36)

Wageningen Research, Planbureau voor de Leefomgeving en CENER, 2017, "Study on reporting requirements on biofuels and bioliquids stemming from the Directive (EU) 2015/1513".

(37)

Er zij echter op gewezen dat geen locatiespecifieke gegevens of specifieke gegevens over de plaatselijke milieueffecten van de teelt van grondstoffen voor de productie van biobrandstoffen beschikbaar zijn.

(38)

Het huidige gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) draagt in aanzienlijke mate bij tot de ondersteuning van de biodiversiteit en de bevordering van duurzame landbouwsystemen door middel van aanvullende acties in het kader van verschillende instrumenten. Met betrekking tot het toekomstige GLB na 2020 is een van de negen specifieke GLB-doelstellingen dat moet worden bijgedragen tot de bescherming van de biodiversiteit, de verbetering van ecosysteemdiensten en de instandhouding van habitats en landschappen. Het beleid is erop gericht het ambitieniveau op het gebied van milieu en klimaat te verhogen.

(39)

Navigant 2019.

(40)

EC, 2019, Verslag over de stand van zaken met betrekking tot de uitbreiding van de wereldwijde productie van relevante voedsel- en voedergewassen.

(41)

C(2019) 2055 final.

(42)

De herziening van de lijst van grondstoffen in de delen A en B van bijlage IX bij de richtlijn met het oog op het toevoegen van grondstoffen die aan een reeks strenge criteria voldoen, zal in juni 2021 plaatsvinden.

(43)

https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/voluntary_schemes_overview_february_2019.pdf

(44)

In de mededeling van de Commissie over vrijwillige regelingen en standaardwaarden (2010/C 160/01) wordt uiteengezet hoe de Commissie haar verantwoordelijkheden ten aanzien van dergelijke besluiten uitoefent. Dit document werd aangevuld met een mededeling over de praktische tenuitvoerlegging van de duurzaamheidsregeling van de EU voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa (2010/C 160/02).

(45)

Navigant, 2019. Evaluatie van de jaarlijkse verslagen over vrijwillige systemen.

(46)

 Meer informatie over de erkenningsprocedure van vrijwillige systemen is te vinden op de volgende website van de Commissie: https://ec.europa.eu/energy/en/topics/renewable-energy/biofuels/voluntary-schemes .

(47)

Europese Rekenkamer, speciaal verslag nr. 18/2016: Het certificeringssysteem van de EU voor duurzame biobrandstoffen.