Overwegingen bij COM(1999)536 - Voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Op grond van de artikelen 32 tot en met 38 van het Verdrag wordt een gemeenschappelijk landbouwbeleid ten uitvoer gelegd.

(2) Op grond van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid  i financiert de afdeling Garantie van het EOGFL maatregelen inzake voorlichting over het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

(3) Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement van de Raad van 21 december 1977, van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen  i, is voor de uitvoering van de in de begroting opgenomen kredieten voor communautaire acties voorafgaande vaststelling van een basisbesluit vereist, rekening houdend met het Interinstitutioneel Akkoord van 13 oktober 1998 betreffende de rechtsgronden en de uitvoering van de begroting geldt deze vereiste ook voor de in deze verordening vervatte maatregelen.

(4) Zowel ten behoeve van de landbouwers en de rechtstreeks betrokkenen als voor het grote publiek moeten het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de ontwikkelingen in dat beleid voortdurend worden geduid.

(5) Het is belangrijk te bepalen voor welke prioritaire acties de Gemeenschap steun kan verlenen.

(6) De organisaties van personen die in de landbouw werkzaam zijn en de plattelandsverenigingen, en met name de landbouworganisaties, de consumentenverenigingen en de milieuorganisaties zijn onmisbare partners om enerzijds aan het gemeenschappelijk landbouwbeleid bekendheid te geven en anderzijds de Commissie te informeren over de standpunten van de betrokken actoren in het algemeen en de landbouwers in het bijzonder.

(7) Aangezien het gemeenschappelijk landbouwbeleid de belangrijkste sector van het geïntegreerde beleid van de Gemeenschap blijft, moet dit beleid aan het grote publiek worden uitgelegd en moeten in dit verband naast de bovengenoemde organisaties ook andere personen in aanmerking komen die interessante projecten kunnen indienen.

(8) De Commissie moet over de nodige middelen beschikken voor de uitvoering van door haar gewenste voorlichtingsacties op het gebied van landbouw.

(9) Enerzijds moet worden voorkomen dat activiteiten worden gefinancierd waarvoor ook op grond van een ander communautair programma bijstand kan worden verleend, maar anderzijds moet de complementariteit van die activiteiten met andere Gemeenschapsinitiatieven worden bevorderd.

(10) Aangezien de ter uitvoering van deze verordening te nemen maatregelen beheersmaatregelen zijn in de zin van artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden  i, moeten deze maatregelen vastgesteld worden volgens de beheersprocedure van artikel 4 van dat besluit.