Toelichting bij COM(2007)496 - En het Comité van de Regio´s - E-vaardigheden voor de eenentwintigste eeuw: bevordering van concurrentiekracht, groei en werkgelegenheid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007DC0496

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio´s - E-vaardigheden voor de eenentwintigste eeuw: bevordering van concurrentiekracht, groei en werkgelegenheid /* COM/2007/0496 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

2.

Brussel, 7.9.2007


COM(2007) 496 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO´S

3.

E-VAARDIGHEDEN VOOR DE EENENTWINTIGSTE EEUW: BEVORDERING VAN CONCURRENTIEKRACHT, GROEI EN WERKGELEGENHEID


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO´S

4.

E-VAARDIGHEDEN VOOR DE EENENTWINTIGSTE EEUW:BEVORDERING VAN CONCURRENTIEKRACHT, GROEI EN WERKGELEGENHEID


INHOUDSOPGAVE

Inleiding

3

5.

2. Belangrijkste uitdagingen 4


6.

2.1. E-vaardigheden nog steeds geen vast beleidspunt 4


7.

2.2. Ontbreken van een aanpak voor de hele EU: versnippering troef 4


2.3. Imagoprobleem en terugloop van het aanbod aan hooggekwalificeerde ICT’ers 5

2.4. Ontstaan van “gescheiden werelden” tussen formeel onderwijs en bedrijfsopleidingen 5

8.

2.5. Digibetisme blijft een probleem 6


9.

3. Langetermijnagenda voor e-vaardigheden 6


10.

3.1. Hoofdpunten van de langetermijnagenda 7


11.

3.2. Actiepunten op EU-niveau 8


12.

3.2.1. Bevordering van samenwerking op lange termijn en toezicht op de vorderingen 8


13.

3.2.2. Ondersteunende acties en hulpmiddelen 9


14.

3.2.3. Bewustmaking 10


15.

3.2.4. Bevordering van inzetbaarheid en sociale integratie 10


16.

3.2.5. Verbetering en verbreiding van e-learning 11


17.

4. Conclusie 11


1.

Inleiding



Innovatie en de verbreiding van de informatie- en communicatietechnologie (ICT) zijn belangrijke punten op de vernieuwde agenda van Lissabon voor groei en werkgelegenheid. De bijdrage van ICT aan de Europese economie is van cruciaal belang voor het vergroten van de productiviteit en de ontwikkeling van kennisintensieve producten en diensten. Er moet dringend aandacht worden besteed aan ICT-vaardigheden (e-vaardigheden) om in te spelen op de toenemende vraag naar hooggekwalificeerde ICT’ers en ICT-gebruikers, te beantwoorden aan de snel veranderende behoeften van bedrijven en ervoor te zorgen dat alle burgers digitaal geletterd worden in een context waarin een leven lang geleerd moet worden en alle belanghebbenden in beweging moeten komen. Om deze uitdagingen te kunnen aangaan, moeten de lidstaten en het bedrijfsleven worden gemobiliseerd. De Europese Unie kan een platform bieden voor de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden en gerichte oplossingen, die in overleg met de belanghebbenden worden opgespoord.

In Europees verband heeft de Commissie in 2003, na de Europese topconferentie over e-vaardigheden van oktober 2002, die samen met het Deense voorzitterschap was georganiseerd, en de conclusies van de Raad van december 2002, het Europees Forum voor e-vaardigheden opgericht om belanghebbenden met elkaar in contact te brengen. Dit forum heeft in 2004 het rapport e-Skills for Europe: Towards 2010 and Beyond uitgebracht. De vervolgactiviteiten hebben geleid tot gestage vorderingen bij de opstelling van een langetermijnagenda voor e-vaardigheden. In 2006 is in het kader van het industriebeleid van de Commissie een ICT-taskforce opgericht om het ondernemingsklimaat in de EU te verbeteren. Er zijn een aantal aanbevelingen op het gebied van e-vaardigheden gedaan, die verwerkt zijn in de verklaring van Thessaloniki die in oktober 2006 op de Europese conferentie over e-vaardigheden i werd aangenomen.

Eind 2006 tekenden zich drie hoofdlijnen af. Ten eerste is het essentieel dat de EU snel een langetermijnagenda voor e-vaardigheden opstelt om de concurrentiekracht van de industrie en de inzetbaarheid van het personeel te vergroten, de beroepsbevolking te ontwikkelen, tekorten aan e-vaardigheden te verkleinen en beter toegerust te zijn om de wereldwijde concurrentiestrijd aan te gaan. Ten tweede zijn grote inspanningen vereist om de samenwerking tussen de publieke en private sector op lange termijn te verbeteren en zo een geïntegreerd kader voor basisopleiding, beroepsopleiding, hoger onderwijs en beroepsontwikkeling op het gebied van e-vaardigheden tot stand te brengen. En ten derde moeten bedrijven en beleidsmakers doelgerichter en consequenter te werk gaan bij de uitvoering van hun strategieën om de professionaliteit, beeldvorming en aantrekkelijkheid van ICT-banen en -loopbanen te verbeteren en te zorgen voor betere arbeidsvoorwaarden en -perspectieven.

Met deze mededeling worden deze hoofdlijnen snel in beleid omgezet.

18.

Belangrijkste uitdagingen


E-vaardigheden nog steeds geen vast beleidspunt

De ontwikkeling van ICT is altijd gepaard gegaan met schommelingen in activiteit, met sterke pieken en dalen. De EU telt naar schatting 4,2 miljoen ICT-gebruikers, waarvan er ongeveer 180 miljoen ICT op hun werk gebruiken i. Uit een onderzoek naar vraag en aanbod op het gebied van e-vaardigheden i bleek dat in de periode 1998-2004 het aantal IT-werknemers met 48% is toegenomen. Na een piek in 2001 werd in 2003 een dieptepunt bereikt. Er zijn aanwijzingen dat het een cyclisch proces is en het Europees Forum voor e-vaardigheden heeft gewaarschuwd dat er opnieuw grote tekorten aan e-vaardigheden zullen optreden. Het heeft daarom opgeroepen een langetermijnagenda voor e-vaardigheden op te stellen. In een rapport van het bedrijfsleven uit 2005 werd voorspeld dat Europa in 2008 over een half miljoen mensen met goede kennis van netwerktechnologie zou beschikken i. Uit een brancheonderzoek naar e-business uit 2006 bleek dat bedrijven rekening houden met een tekort aan vaardigheden voor ICT’ers, met name op het gebied van ICT-strategie, veiligheid en nieuwe bedrijfsoplossingen i.

Door de technologische innovatie en de snelle groei van ICT in combinatie met een relatief gering aantal potentiële nieuwe gediplomeerde werknemers en ondernemers, hebben zich in het verleden tekorten aan vaardigheden voor ICT’ers voorgedaan. Met name bij de verbreiding van internet ontstonden knelpunten. Onder druk van het bedrijfsleven ontplooiden verschillende lidstaten eind jaren negentig beleidsinitiatieven, en op EU-niveau werd in maart 2001 een conferentie over de e-economie gehouden. Na het uiteenspatten van de dotcom-zeepbel en de recessie van 2001 werden de investeringen in ICT teruggeschroefd en liep de vraag naar ICT’ers tijdelijk terug. Verschillende initiatieven van het bedrijfsleven werden stopgezet, en de belangstelling en steun van de politiek liepen snel terug. Momenteel nemen de tekorten aan e-vaardigheden weer toe. De aandacht die de beleidsmakers op het hoogtepunt van de groei van de ICT-sector voor e-vaardigheden hadden, is echter in de mindere periode verslapt. Dit moet veranderen als Europa doeltreffend op de veranderingen wil anticiperen en inspringen.

19.

Ontbreken van een aanpak voor de hele EU: versnippering troef


ICT is een van de meest mondiale en sterkst verbreide technologieën. De producten en diensten van de ICT zijn, net als de bijbehorende banen, overal ongeveer gelijk en de ICT-sector heeft de wereld als werkterrein. De ICT-taskforce klaagde erover dat Europa nog steeds een lappendeken van landen met verschillende regelgeving is. Bovendien vinden goede praktijkvoorbeelden te langzaam navolging en is er nog steeds geen aanpak voor de hele EU.

Het Europees Forum voor e-vaardigheden heeft oplossingen aangedragen om op EU-niveau toegevoegde waarde te bieden, maar deze zijn tot nog toe niet in de praktijk gebracht. Zo moeten de voor zakelijk succes vereiste vaardigheden worden ontwikkeld en behouden om ervoor te zorgen dat bedrijven op het juiste moment kunnen beschikken over werknemers met de juiste vaardigheden in de juiste banen. Daarom ontwikkelen veel bedrijven catalogi, processen, hulpmiddelen en strategieën voor ICT-vaardigheden. Verschillende landen hebben al kaders voor ICT-vaardigheden ontwikkeld i. Veel bedrijven die in deze landen actief zijn, hebben op basis hiervan hun inventaris van vaardigheden opgesteld. Het opstellen en bijwerken van deze eigen inventarissen en systemen is echter een kostbare zaak en bundeling van deze inspanningen zou gunstig zijn voor het bedrijfsleven, en met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb). Een Europees kader voor e-vaardigheden zou hiervoor uitkomst bieden, en stroken met de doelstellingen van de interne markt.

Imagoprobleem en terugloop van het aanbod aan hooggekwalificeerde ICT’ers

Als gevolg van de voortschrijdende technologie en de toenemende global sourcing die door internet mogelijk is, moeten e-vaardigheden op peil worden gehouden en voortdurend worden bijgeschaafd. Nieuwe bronnen van ICT-talent in opkomende economieën, met name in India en China, dwingen de Europese beroepsbevolking zich aan te passen. De vaardigheden van softwareprogrammeurs worden een handelsproduct, en sommige werknemers met een laag of middeninkomen lopen in toenemende mate het risico hun baan te verliezen. De OESO schat dat ongeveer 20% van de totale werkgelegenheid verloren zou kunnen gaan door verplaatsingen naar het buitenland i. De functies van lager gekwalificeerde werknemers gaan vaak verloren door kenniscodificatie, waardoor hun werkzaamheden relatief eenvoudig kunnen worden uitbesteed. Complexere e-vaardigheden zijn niet zo eenvoudig te codificeren, waardoor zij aantrekkelijker zijn voor de Europese beroepsbevolking. In de media wordt dit vraagstuk gezien als een ingrijpende herstructurering van de arbeidsmarkt.

Verschillende bronnen wijzen erop dat het imago van de ICT-sector en het ICT-werk is verslechterd, wat tot uiting komt in een teruglopend het aantal ICT-studenten. En niet alleen heeft men te kampen met een geringe bevolkingsgroei, ook lijken jongeren steeds minder geïnteresseerd in een studie wiskunde, natuurwetenschappen of techniek, nog afgezien van het gendervraagstuk dat nog altijd speelt. Er is behoefte aan betere communicatie met het publiek, en in het bijzonder met jongeren, ouders, leraren en vrouwen, en aan maatregelen om aanpassing van de beroepsbevolking te bevorderen. In haar Beleidsplan legale migratie i heeft de Commissie het belang benadrukt van hooggekwalificeerde immigranten om tekorten op de arbeidsmarkt van de EU op te lossen. De lidstaten hebben echter nog geen consistente aanpak: slechts twaalf lidstaten beschikken over lichtere procedures en/of aantrekkelijkere voorwaarden voor hooggeschoolde werknemers, waaronder ICT’ers. Een gemeenschappelijke aanpak kan ervoor zorgen dat de EU aantrekkelijker wordt en de beschikking krijgt over werknemers met de vereiste vaardigheden.

Ontstaan van “gescheiden werelden” tussen formeel onderwijs en bedrijfsopleidingen

Door de voortdurende ontwikkeling van ICT zijn ook de benodigde e-vaardigheden voortdurend aan verandering onderhevig. Voor beleidsmakers is het daarom lastig hierop in te spelen. De nationale onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels staan voor een enorme uitdaging om mensen af te leveren die beschikken over de vaardigheden waaraan in onze economie en samenleving behoefte is. Ondanks de grote inspanningen blijft het lastig om met deze situatie om te gaan, ook al omdat er nog lang geen sprake is van “een leven lang leren”. Nieuwe vormen van samenwerking en flexibele werkwijzen (bijvoorbeeld e-learning) moeten daarom veel actiever worden gestimuleerd.

Het bedrijfsleven klaagt erover dat voor specifieke e-vaardigheden de kloof tussen vraag en aanbod groeit en de afstemming slecht is. Het Europees Forum voor e–vaardigheden en de ICT-taskforce hebben gewaarschuwd voor het ontstaan van “gescheiden werelden” tussen bedrijfsopleidingen en door de overheid gefinancierd onderwijs op het gebied van ICT. De ervaringen die in het Verenigd Koninkrijk en enkele nieuwe lidstaten zijn opgedaan met de opname van e-vaardigheidscertificaten van de ICT-sector in het nationale kader voor kwalificaties, vormen interessante casestudies die nadere bestudering verdienen en bij de andere lidstaten onder de aandacht gebracht moeten worden. Kwalificaties moeten in toenemende mate worden uitgedrukt in verwachte leerresultaten, om te bevorderen dat leraren en opleiders uitgaan van de competentiebehoeften van individuen en werkgevers, en niet van de duur, de locatie of de organisatie van de instellingen. Deze aanpak strookt met het voorstel van de Commissie voor een Europees kwalificatiekader i, waarin geprobeerd wordt een leven lang leren en mobiliteit te bevorderen, en is essentieel voor de ontwikkeling van nationale en sectorale kwalificatiekaders.

20.

Digibetisme blijft een probleem


Digitale geletterdheid omvat alle e-vaardigheden en mediacompetenties waarover men in een kennisgebaseerde economie en samenleving moet beschikken. Uit cijfers van Eurostat i blijkt dat 37% van de EU-bevolking in het geheel geen computervaardigheden heeft en dat meer dan 60% van de mensen met ten hoogste een lager middelbaaronderwijsdiploma niet over elementaire e-vaardigheden beschikt. Daardoor kunnen zij geen gebruikmaken van elektronische handel en elektronische voorzieningen van de overheid, en niet volledig deelnemen aan de informatiemaatschappij. Bovendien vergroot het ontbreken van e-vaardigheden sociale en onderwijsachterstanden, en belemmert het de toegang tot een leven lang leren en bijscholing.

De markt alleen kan de digitale kloof niet dichten. Innovatieve overheidsmaatregelen en samenwerkingsverbanden van verschillende belanghebbenden staan centraal in zowel de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren i als de verklaring van Riga i, die in juni 2006 op de ministeriële conferentie over e-inclusie is aangenomen.

21.

Langetermijnagenda voor e-vaardigheden


De meeste acties die bijdragen tot de uitvoering van de langetermijnagenda voor e-vaardigheden vallen duidelijk onder de bevoegdheid van de lidstaten. Enkele lidstaten hebben al specifieke initiatieven in verband met e-vaardigheden genomen, zoals het Europees Forum voor e-vaardigheden heeft gemeld. De Commissie zal deze lidstaten aanmoedigen hun beleid verder uit te werken op basis van een langetermijnagenda voor e-vaardigheden en de andere lidstaten oproepen eenzelfde aanpak te volgen, in het bijzonder door de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden te bevorderen.

In aansluiting op hun activiteiten zal de Commissie zich overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel concentreren op maatregelen die een toegevoegde waarde op EU-niveau bieden. Sommige van de maatregelen waarvoor belanghebbenden hebben gepleit, hebben een duidelijke EU-dimensie. De Commissie zal deze maatregelen in nauwe samenwerking met de lidstaten en de belanghebbenden bevorderen.

22.

Hoofdpunten van de langetermijnagenda


Het Europees Forum voor e-vaardigheden, de ICT-taskforce en de verklaring van Thessaloniki hebben opgeroepen tot de opstelling van een langetermijnagenda voor e-vaardigheden. Ook werden gedetailleerde voorstellen voor deze agenda gedaan. Deze kwamen op een moment waarop algemeen erkend wordt dat het tijd is om een tandje bij te zetten. De langetermijnagenda voor e-vaardigheden voor de lidstaten en de belanghebbenden bevat de volgende hoofdpunten:

- samenwerking op langere termijn : versterking van de samenwerking tussen overheden en de privésector, de academische wereld, vakbonden en verenigingen door bevordering van samenwerkingsverbanden van verschillende belanghebbenden en gezamenlijke initiatieven in verband met de peiling van vraag en aanbod, anticipatie op veranderingen, leerplanaanpassing, aantrekken van buitenlandse studenten en hooggekwalificeerde ICT’ers en bevordering van ICT-opleiding op lange termijn;

- investering in personele middelen : zorgen voor voldoende overheids- en bedrijfsinvesteringen in personele middelen en e-vaardigheden en passende financiële steun en fiscale prikkels, met volledige inachtneming van de regels voor staatssteun, alsmede ontwikkeling van een e-vaardighedenkader en van hulpmiddelen ter bevordering van mobiliteit, transparantie van kwalificaties en bevordering van de erkenning van certificaten en van de overdracht van studiepunten tussen formeel onderwijs, buitenschools onderwijs en bedrijfsopleiding op het gebied van ICT;

- aantrekkelijkheid : bevordering van natuurwetenschappen, wiskunde, ICT, e-vaardigheden, functieprofielen, rolmodellen en loopbaanmogelijkheden i, met bijzondere aandacht voor jongeren, en in het bijzonder meisjes, en ouders, leraren en leerlingen wijzen op de kansen die een ICT-opleiding en -loopbaan biedt, om de verontrustende tanende belangstelling van Europese jongeren voor een loopbaan in de natuurwetenschappen en technologie i tegen te gaan;

- inzetbaarheid en e-inclusie : ontwikkeling van acties op het gebied van digitale geletterdheid en e-vaardigheden die zijn afgestemd op de behoeften van de beroepsbevolking in de publieke en de private sector, met bijzondere aandacht voor het mkb, en op de behoeften van werklozen, ouderen, laagopgeleiden, gehandicapten en jongeren in een achterstandspositie;

- een leven lang e-vaardigheden opdoen : werknemers in de gelegenheid stellen hun e-vaardigheden regelmatig bij te schaven en bevordering van betere en meer op de gebruiker afgestemde leer- en opleidingsmogelijkheden met behulp van ICT (e-learning). De overheid moet goede praktijkvoorbeelden van opleiding van werknemers door middel van e-learning stimuleren, met bijzondere aandacht voor het mkb, en bekendheid geven aan succesvolle oplossingen en bedrijfsmodellen.

Deze hoofdpunten moeten als inspiratiebron voor de lidstaten dienen bij de ontwikkeling en toepassing van een consistente langetermijnstrategie voor e-vaardigheden in het kader van hun politieke, juridische, begrotings-, onderwijs- en opleidingsstelsels. Het is hun verantwoordelijkheid. De Commissie zal regelmatig toezien op de vorderingen en hiervan verslag uitbrengen.

23.

Actiepunten op EU-niveau


Op basis van de aanbevelingen van belanghebbenden stelt de Commissie vijf actiepunten op EU-niveau voor. Met de activiteiten in het kader van die actiepunten zal in 2007 worden begonnen; zij zullen naar verwachting uiterlijk in 2010 zijn voltooid. De uitvoering vindt plaats door middel van EU-instrumenten als het programma Een leven lang leren, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie en het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, alsook de structuurfondsen die beschikbaar zijn voor de bevordering van werkgelegenheid en regionale cohesie en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling in het kader van de goedgekeurde programma’s van lidstaten of regio’s voor plattelandsontwikkeling, die zijn gericht op de bevordering van ICT, werkgelegenheid en groei in plattelandsgebieden. De samenwerking met het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) zal worden versterkt teneinde activiteiten in verband met e-vaardigheden actief te koppelen aan beroepsonderwijs en beroepsopleiding en een leven lang leren. Regelmatig zal worden gecontroleerd of de activiteiten doeltreffend zijn.

24.

Bevordering van samenwerking op lange termijn en toezicht op de vorderingen


De Commissie zal de dialoog over e-vaardigheden en de samenwerking op dit gebied tussen de lidstaten en belanghebbenden bevorderen en regelmatig op de vorderingen toezien. In dit verband wordt toegejuicht dat toonaangevende ICT-bedrijven in juni 2007 het “e-Skills Industry Leadership Board” hebben opgericht. De Commissie is van mening dat er ook behoefte is aan een dialoog tussen de sociale partners en de overheid over manieren om te zorgen voor flexibiliteit op de arbeidsmarkt en tegelijkertijd werknemers in de ICT-sector zekerheid te bieden.

In 2007 wordt met de volgende activiteiten begonnen:

- er wordt gewerkt aan een regelmatige dialoog over e-vaardigheden met de lidstaten en belanghebbenden (bedrijfsleven, verenigingen en vakbonden, maatschappelijk middenveld, academische wereld en opleidingsinstellingen) en in samenwerking met het Cedefop wordt een virtuele onlinegemeenschap onderhouden;

- in samenwerking met Eurostat en belanghebbenden worden vraag en aanbod op het gebied van e-vaardigheden gepeild en het effect van global sourcing wordt beoordeeld. Er wordt een jaarverslag uitgebracht waarin een synthese van de situatie wordt gepresenteerd op basis van bestaande indicatoren, waarbij de nadruk ligt op de vaardigheden van ICT’ers en van onderzoeken naar e-businessvaardigheden.

25.

Ondersteunende acties en hulpmiddelen


Belanghebbenden hebben aanbevolen de beschikbare e-vaardigheden te vergroten met specifieke acties op EU-niveau. In 2007 zal de Commissie acties starten die gericht zijn op:

- ondersteuning van de ontwikkeling van een Europees kader voor e-vaardigheden op basis van de behoeften van de belanghebbenden en de resultaten van het voorbereidende werk van de Europese Commissie voor normalisatie i, overeenkomstig het voorstel voor een Europees kwalificatiekader. Verwacht wordt dat de resultaten vóór eind 2008 bekend zijn;

- verdere uitwerking, met het Cedefop i, van het Europass-initiatief, waarbij ook een onlinehulpmiddel voor zelfbeoordeling van e-vaardigheden wordt ontwikkeld en de haalbaarheid van een Europees portaal voor e-vaardigheden en loopbanen wordt onderzocht. Dit portaal, dat door belanghebbenden zou worden opgezet en onderhouden, moet eind 2008 beschikbaar zijn;

- samenstelling van een Europees handboek voor samenwerkingsverbanden van verschillende belanghebbenden op het gebied van e-vaardigheden, met beste praktijkvoorbeelden en aanbevelingen voor een wettelijk en financieel kader. Het handboek moet in 2008 gereed zijn en op workshops in de lidstaten onder de aandacht worden gebracht;

- invoering van snelle en aantrekkelijke regelingen voor de toelating tot de EU van ICT’ers uit derde landen. De Commissie zal in september 2007 een voorstel doen voor een richtlijn over de toelating van hooggekwalificeerde werknemers uit derde landen om tekorten aan vaardigheden op te lossen;

- aanmoediging van vrouwen om in de ICT te gaan werken, door samen met ICT-bedrijven de IT-snuffelstages voor meisjes i verder te promoten, en een onderzoek naar beste praktijkvoorbeelden te starten, waarbij gekeken wordt om welke redenen vrouwen niet voor een loopbaan in deze sector kiezen;

- bevordering van e-opleiding op het gebied van de landbouw en in plattelandsgebieden i in het kader van de goedgekeurde programma’s voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013.

Daarnaast worden in 2008 acties gestart die gericht zijn op:

- ondersteuning van de ontwikkeling van richtsnoeren voor leerplannen op het gebied van e-vaardigheden om de kwaliteit en relevantie van het ICT-onderwijs te vergroten en doeltreffende samenwerking tussen het bedrijfsleven en de academische wereld te bevorderen. Het voorstel van de ICT-taskforce voor een nieuwe studierichting dienstenwetenschappen, management en techniek zal worden onderzocht. De richtsnoeren moeten in 2009 beschikbaar zijn;

- bevordering van de ontwikkeling van Europese kwaliteitscriteria voor bestaande certificaten van bedrijfsopleidingen op het gebied van e-vaardigheden, waarbij rekening wordt gehouden met het voorgestelde Europees kwalificatiekader en met zelfreguleringsinitiatieven van het bedrijfsleven. Deze criteria moeten in 2009 beschikbaar zijn;

- bestudering van geschikte financiële en fiscale prikkels voor opleidingen in e-vaardigheden, in het bijzonder voor het mkb, met volledige inachtneming van de regels voor staatssteun, en van individuele belastingaftrek voor investeringen in menselijk kapitaal. In 2009 wordt hiervan verslag gedaan.

26.

Bewustmaking


Vanaf 2007 wordt op EU-niveau gewerkt aan bewustmaking, in het bijzonder op grond van het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling en het programma Een leven lang leren. Dit zal gebeuren volgens de open coördinatiemethode van Onderwijs en opleiding 2010, en wel op twee manieren:

- door informatie uit te wisselen over initiatieven van de lidstaten ter bevordering van natuurwetenschappen, wiskunde en ICT, rolmodellen, functie- en loopbaanprofielen en –perspectieven en van de opleiding van leraren op het gebied van ICT-vaardigheden, goede praktijkvoorbeelden op dit gebied aan te merken, en gendervraagstukken op het gebied van wetenschap en techniek aan te pakken;

- door bewustmakings- en voorlichtingscampagnes op EU- en lidstaatniveau om ouders, leraren en leerlingen te wijzen op de kansen die een ICT-opleiding en –loopbaan in de EU biedt.

27.

Bevordering van inzetbaarheid en sociale integratie


In 2008 start de Commissie een initiatief op het gebied van e-inclusie. De details zullen binnenkort in een mededeling bekend worden gemaakt. Zoals toegezegd in de verklaring van Riga, zal de Commissie in de periode 2007-2008 het beleid van de lidstaten tegen het licht houden. De digitale geletterdheid zal hierbij nauwkeurig worden gemeten om te kijken welk beleid de beste resultaten oplevert, en eventueel zullen voorstellen voor nieuwe initiatieven worden gedaan. Er wordt naar gestreefd de digitale kloof tussen de groepen die uitgesloten dreigen te raken en de gemiddelde bevolking vóór eind 2010 tot de helft te reduceren. De vorderingen zullen worden gemeten in het kader van i2010. De ICT-enquête van Eurostat bij de huishoudens zal in 2007 specifieke cijfers over digitale geletterdheid opleveren.

Al in 2006 werd door belangrijke spelers in de ICT-sector de European Alliance on Skills for Employability opgericht met het doel 20 miljoen mensen uit achterstandsgroepen tot 2010 in de gelegenheid te stellen een opleiding te volgen. Mkb-organisaties zouden soortgelijke onderwijsprogramma’s voor gebruikersvaardigheden willen ontwikkelen, met bijzondere aandacht voor de behoeften van het mkb. De Commissie zal nadere steun verlenen aan veelbelovende activiteiten en initiatieven die onder meer gericht zijn op:

- bevordering van initiatieven op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en van samenwerkingsverbanden van opleidingsinstellingen voor e-vaardigheden en bedrijfsvaardigheden, het maatschappelijk middenveld en arbeidsbemiddelingsdiensten, teneinde cursisten aan een nieuwe baan te helpen en de digitale geletterdheid te bevorderen;

- bestudering, in aansluiting op lopende initiatieven van het bedrijfsleven, van de wijze waarop publieke en private financieringsinstrumenten efficiënt steun kunnen geven aan succesvolle samenwerkingsverbanden van verschillende belanghebbenden i teneinde de inzetbaarheid van werkzoekenden en laaggekwalificeerde werknemers te vergroten.

28.

Verbetering en verbreiding van e-learning


De Commissie zal in 2008, op basis van de resultaten van het e-Learningprogramma (2004-2006) en de conclusies van het lopende initiatief voor de benchmarking van beleid ter ondersteuning van e-learning voor bedrijven en van de e-Learningconferentie i die in oktober 2007 in Lissabon werd gehouden, een verslag publiceren met aanbevelingen voor gerichte initiatieven op het gebied van e-learning en de bevordering van succesvolle strategieën. Daarnaast zal de Commissie twee activiteiten ondersteunen die gericht zijn op:

- bevordering van de ontwikkeling van e-learningcursussen en uitwisselingsmechanismen voor opleidingsmiddelen voor e-vaardigheden voor de beroepsbevolking. Deze mechanismen moeten in 2009 beschikbaar zijn;

- ondersteuning van het in een netwerk samenbrengen van opleidingscentra en onderzoek i waarmee meer inzicht wordt verkregen in toekomstige behoeften op het gebied van e-vaardigheden. Dit netwerk moet in 2009 operationeel zijn.

29.

Conclusie


Als de Europese Unie en haar lidstaten succesvol willen blijven in een wereldeconomie waarin de technologische veranderingen elkaar in hoog tempo opvolgen, moeten alle zeilen worden bijgezet om de e-vaardigheden van de burgers en de beroepsbevolking - onontbeerlijk voor een kennisgebaseerde samenleving - op een hoger niveau te brengen en te verruimen. Dit vergt grote en langdurige inspanningen van de lidstaten en belanghebbenden ten aanzien van uiteenlopende beleidsonderwerpen.

De hoofdpunten van de langetermijnagenda voor e-vaardigheden die in deze mededeling wordt voorgesteld, moeten als inspiratiebron voor de lidstaten en belanghebbenden dienen bij de ontwikkeling en toepassing van consistent beleid en consistente maatregelen op het gebied van e-vaardigheden voor de lange termijn. De Commissie zal steun verlenen aan de uitvoering van vijf actiepunten, waarbij zij zich concentreert op activiteiten die op EU-niveau toegevoegde waarde bieden.

In 2008 zal de Commissie een grote conferentie organiseren om verslag te doen van de vorderingen, de resultaten van de acties te presenteren en verdere stappen te bespreken. Ook zal zij in 2010 verslag uitbrengen op basis van de resultaten van een onafhankelijke evaluatie en het oordeel van de belanghebbenden.
“Network of Living Labs”, zie: www.ami-communities.eu/wiki/CORELABS.