Toelichting bij COM(2002)377 - Specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Inleiding

1. Op 14 juli 2000 heeft de Commissie een pakket van 5 voorstellen goedgekeurd die een herformulering inhouden van bestaande communautaire wetgeving inzake levensmiddelenhygiëne en veterinaire voorschriften in 17 verschillende richtlijnen [document COM(2000) 438]. Deze voorstellen zijn:

- Een voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenhygiëne [2000/0178 (COD)].

- Een voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong [2000/179 (COD)].

- Een voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de organisatie van officiële controles van voor menselijke consumptie bedoelde producten van dierlijke oorsprong [2000/180 (COD)].

- Een voorstel voor een Verordening van de Raad houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, het in de handel brengen en de invoer van voor menselijke consumptie bedoelde producten van dierlijke oorsprong [2000/181 (CNS)].

- Een voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende intrekking van bepaalde richtlijnen inzake levensmiddelenhygiëne en tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van bepaalde voor menselijke consumptie bedoelde producten van dierlijke oorsprong, en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEC and 91/67/EEC [2000/182 (COD)].

Deze voorstellen worden momenteel besproken in het Europees Parlement en de Raad, overeenkomstig de daartoe vastgestelde procedures.

2. Sinds de indiening van deze voorstellen hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan, met name:

- Er is nieuw wetenschappelijk advies beschikbaar over met name de veiligheid van vlees. Dankzij deze informatie kan bij vleeskeuringen met actuele risico's voor de menselijke gezondheid rekening worden gehouden. Gevolg is dat vleeskeuringen in grotere mate op wetenschappelijke gegevens en risico's zijn gebaseerd. Bovendien kan het beginsel 'van boer tot bord' - een beginsel dat van groot belang voor de veiligheid van vlees wordt geacht - doeltreffender worden toegepast.

- De Commissie werkt, zoals aangekondigd in het Witboek over Voedselveiligheid [document COM(1999) 719], aan een voorstel voor een verordening houdende horizontale vaststelling van de beginselen die voor alle voedsel en levensmiddelen aan de basis van officiële voedsel- en levensmiddelencontroles moeten liggen. Deze beginselen zullen ook gelden voor de organisatie van vleeskeuringen.

Op grond van deze ontwikkelingen moet het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de organisatie van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong [2000/180 (COD)] fundamenteel worden gewijzigd.

3. De Commissie heeft dan ook op 11 december 2001 besloten het voorstel in document 2000/180 (COD) in te trekken, en een gewijzigd voorstel in te dienen.

4. Dit voorstel omvat een gewijzigde versie van document 2000/180 (COD) en vervangt dit document volledig. De wijzigingen betreffen hoofdzakelijk officiële keuringen van vers vlees. Verder zijn de risicomanagementmaatregelen voor tweekleppige weekdieren en voor melk en melkproducten versterkt. Dit voorstel is geheel in overeenstemming met het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende intrekking van bepaalde richtlijnen inzake levensmiddelenhygiëne en tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, en tot wijziging van Richtlijnen 89/662/EEG en 91/67/EEG [2000/182 (COD)]

1.

II. Officiële controles van vlees


5. Het voorgestelde systeem voor officiële controles van de productie van vers vlees heeft de volgende kenmerken:

- het heeft een wetenschappelijke basis;

- het bestrijkt alle bekende gevaren die relevant zijn voor de veiligheid van vlees;

- de officiële dierenarts speelt een centrale rol in het systeem;

- het bestaat uit officiële audits van de door de exploitant ingevoerde systemen, en uit officiële inspecties;

- de 'van boer tot bord' benadering is er duidelijk in verwerkt;

- het bestrijkt ook de relevante kwesties in verband met gezondheid en welzijn van dieren;

- de frequentie en de intensiteit van de officiële controles is gebaseerd op de risico's;

- het voorziet, voor bepaalde sectoren en onder bepaalde voorwaarden, in de mogelijkheid het personeel van inrichtingen in te schakelen bij de controles;

- het omvat voorschriften voor de opleiding van al het personeel dat officiële controles uitvoert.

Deze kenmerken worden hieronder nader toegelicht.

2.

6. Op wetenschappelijke basis


Het voorstel is uitgewerkt op basis van de meest recente adviezen van het Wetenschappelijk Comité voor veterinaire maatregelen in verband met de volksgezondheid (europa.eu.int/comm/food/fs/sc/scv/index_en). De voorschriften voor keuringen kunnen flexibel aangepast worden om rekening te houden met wetenschappelijke adviezen, zodra die beschikbaar zijn. Dit kan betrekking hebben op onder andere nieuwe wetenschappelijke gegevens over nieuwe gevaren, het gebruik van technologie of specifieke keuringsprocedures.

3.

7. Relevante gevaren


Het voorgestelde systeem omvat procedures voor controles op alle relevante microbiologische, chemische en fysieke gevaren voor de voedselveiligheid. Het voorstel omvat normen voor een aantal van deze gevaren, en verwijst naar normen in andere communautaire wetgeving, met name betreffende microbiologische en chemische gevaren. Alleen gezond vlees, dat aan de normen van de communautaire wetgeving voldoet, kan geschikt voor menselijke consumptie worden verklaard.

4.

8. De officiële dierenarts


De officiële dierenarts speelt een centrale rol in het systeem. Hij/zij voert de audits en keuringswerkzaamheden uit en neemt alle relevante beslissingen. Om optimaal te kunnen functioneren in het voorgestelde risicogebaseerde vleeskeuringssysteem heeft de officiële dierenarts een specifieke opleiding nodig. Het voorstel bevat duidelijke voorschriften voor die opleiding. Het voorstel bevat ook specifieke opleidingseisen voor de officiële assistenten die de officiële dierenarts kunnen bijstaan.

9. Audits van de door de exploitant ingevoerde systemen.

Ingevolge de nieuwe Europese wetgeving op het terrein van hygiëne dient de exploitant ervoor te zorgen, door de toepassing van goede hygiënepraktijken (GHP) en van procedures gebaseerd op de principes van de Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP), dat het geproduceerde vlees voldoet aan de normen in de communautaire wetgeving. De officiële dierenarts verricht audits om te controleren of de GHP en de HACCP-gebaseerde procedures van de exploitant aan de vereisten voldoen. Deze audits worden continu verricht.

5.

10. Inspectie-activiteiten


Behalve audits van de door de exploitant ingevoerde systemen verricht de officiële dierenarts ook inspecties. Deze inspecties betreffen de volgende aspecten:

- de relevante documenten van het bedrijf van herkomst van de dieren;

- antemortemkeuring;

- het welzijn van dieren;

- postmortemkeuring;

- gespecificeerd risicomateriaal;

- laboratoriumtests;

- gezondheidsmerken.

Bij de uitvoering van zijn keuringsactiviteiten houdt de officiële dierenarts rekening met de resultaten van bovengenoemde audits.

11. 'Van boer tot bord'-benadering

Dieren mogen niet voor de slacht worden geaccepteerd als zij niet vergezeld gaan van de relevante voedselveiligheidsinformatie van het bedrijf van herkomst. De officiële dierenarts houdt bij de uitvoering van zijn keuringsactiviteiten rekening met deze informatie. De resultaten van deze keuringen worden medegedeeld aan de voor het fokken van de dieren verantwoordelijke persoon op het bedrijf. Waar dat zinvol is, kan de antemortemkeuring gedeeltelijk op het bedrijf plaatsvinden.

6.

12. Gezondheid en welzijn van dieren


Antemortemkeuringen worden verricht door de officiële dierenarts. Hij controleert onder andere de dieren op ziekten en of de relevante voorschriften inzake het welzijn van de dieren worden nageleefd. Dieren die klinische verschijnselen van systemische ziekten of sterke vermagering vertonen, mogen niet voor menselijke consumptie worden geslacht. Alleen gezonde en schone dieren, waarvan de identiteit kan worden vastgesteld overeenkomstig de communautaire voorschriften en die vergezeld gaan van de nodige informatie van het bedrijf van herkomst, mogen voor de slacht worden geaccepteerd.

7.

13. De frequentie en intensiteit van officiële keuringen is risicogebaseerd


De frequentie en intensiteit van officiële keuringen is gebaseerd op een beoordeling van de gezondheidsrisico's, gelet op de soort dieren en het type proces. Bij de ante- en postmortemkeuring dient ten minste één officiële dierenarts aanwezig te zijn. Enige flexibiliteit is echter mogelijk bij kleine ondernemingen en in de pluimveesector.

8.

14. Inschakeling van het personeel van de vestiging


De lidstaten kunnen onder bepaalde voorwaarden toestaan dat personeel van de vestiging bepaalde keuringswerkzaamheden verricht (die normaliter door officiële assistenten worden verricht) bij de keuring of pluimvee, konijnen, mestvarkens en mestkalveren; het personeel van de vestiging dient in dat geval een voorafgaande opleiding te volgen die gelijkwaardig is aan die van de assistenten.

Alleen exploitanten die gedurende een langere periode aan alle wettelijke voorschriften hebben voldaan, en daartoe ook gemotiveerd zijn, kan het onder striket voorwaarden worden toegestaan dat hun personeel de taken van assistenten uitvoert. Op die manier zijn de verantwoordelijkheden beter verdeeld tussen de exploitant en de bevoegde autoriteit: de exploitant kan beter voldoen aan zijn primaire verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het vlees, en de officiële dierenarts kan zijn keuringstaken onafhankelijker uitvoeren.

9.

III. Levende tweekleppige weekdieren


15. Levende tweekleppige weekdieren kunnen, als gevolg van hun speciale fysiologische kenmerken, bepaalde risico's voor de menselijke gezondheid opleveren. Deze filter-feeders kunnen in hun weefsels micro-organismen (bacteria en virussen), toxines from algen in het water en andere verontreinigende stoffen opnemen. Speciale maatregelen voor risicobeheersing, met inbegrip van nauwkeurige controle van de omgeving, zijn dan ook noodzakelijk om te verzekeren dat levende tweekleppige weekdieren geen gevaar voor de menselijke gezondheid opleveren.

16. Het voorstel beoogt beter aan te geven welke stappen de bevoegde autoriteiten moeten nemen om de veiligheid van de producten te verzekeren. Deze stappen omvatten het opzeten van een controleprogramma voor verzamelgebieden, ter controle van:

- de microbiologische kwaliteit van levende tweekleppige weekdieren;

- de aanwezigheid van toxines producerend plankton;

- de aanwezigheid van chemische verontreiniging.

Als deze controleprogramma's aantonen dat de communautaire maximumniveaus worden overschreden, moeten onmiddellijk maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de weekdieren de consument bereiken.

Het voorstel verplicht de lidstaten ook tot het organiseren van officiële controles op mantel- en kamschelpen die buiten de geclassificeerde productiegebieden zijn verzameld.

10.

IV. Melk en melkproducten


17. Het werd noodzakelijk geacht meer nauwkeurig aan te geven wat de verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten zijn met betrekking tot officiële controles van melk en melkproducten. In een aantal lidstaten bestaat in de melksector nauwe samenwerking met de bevoegde autoriteiten, met name ten aanzien van de controle op gezondheids- en kwaliteitscriteria bij de inzameling van rauwe melk.

In die context is dit voorstel erop gericht te verzekeren dat wanneer rauwe melk niet aan de gezondheidsnormen voldoet, corrigerende maatregelen al op het niveau van de boerderij genomen worden, en dat melk die een gevaar voor de menselijke gezondheid zou kunnen opleveren niet voor menselijke consumptie wordt geleverd.

11.

V. Controles van diervoeders en levensmiddelen: de onderlinge samenhang van de communautaire wetegeving


18. De controles waarin dit voorstel voorziet, moeten worden gezien in de bredere context van de communautaire wetgeving die momenteel ontwikkeld wordt in aansluiting op de goedkeuring van het Witboek over Voedselveiligheid, en met name:

- de onlangs goedgekeurde Verordening tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, en

- het voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende officiële controles op de veiligheid van diervoeder en levensmiddelen (Actie 4 van de Bijlage bij het Witboek over Voedselveiligheid).

19. De basisbeginselen met betrekking tot de verantwoordelijkheden van de autoriteiten van de lidstaten zijn al vastgelegd in de Verordening tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden. Deze Verordening bepaalt met name: "De lidstaten handhaven de levensmiddelenwetgeving en gaan na of de exploitanten van levensmiddelenbedrijven en diervoederbedrijven de toepasselijke voorschriften van de levensmiddelenwetgeving in alle stadia van de productie, verwerking en distributie naleven. Daartoe onderhouden zij een systeem van officiële controles en andere op de situatie afgestemde activiteiten, met inbegrip van de communicatie met het publiek over de veiligheid en de risico's van levensmiddelen en diervoeders, bewaking van de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders alsmede andere controleactiviteiten betreffende alle stadia van de productie, verwerking en distributie. Voorts stellen de lidstaten de regels vast inzake maatregelen en sancties in geval van overtredingen van de wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders. De maatregelen en sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn."

20. In het Witboek over Voedselveiligheid wordt verklaard dat:

"Bijgevolg is er een duidelijke behoefte aan een communautair kader voor nationale controlesystemen. Dit kader zal de kwaliteit van de controles op communautair niveau verbeteren en zo in de hele Europese Unie de veiligheidsnormen voor levensmiddelen verhogen. De toepassing van deze controlesystemen moet wel een nationale verantwoordelijkheid blijven. Dit communautair kader zou drie kernelementen moeten omvatten.

- Het eerste element zijn de op communautair niveau vastgestelde operationele criteria die door de nationale autoriteiten zouden moeten worden nageleefd. Deze criteria moeten de belangrijkste referentiepunten zijn waaraan de bevoegde autoriteiten door het VVB worden getoetst. Hierdoor zou het VVB in staat worden gesteld om een samenhangende en omvattende aanpak voor de controle van de nationale systemen te ontwikkelen.

- Het tweede element is het opstellen van communautaire richtsnoeren voor controle. Deze moeten een samenhangende nationale aanpak bevorderen, in het licht van de risico's prioriteiten vaststellen en de meest efficiënte controleprocedures bepalen. Een communautaire strategie zou een omvattende, geïntegreerde aanpak van de uitvoering van de controles mogelijk maken. Deze richtsnoeren zouden eveneens advies geven over de ontwikkeling van systemen om de werking en de resultaten van de controleacties te registreren, alsook communautaire prestatie-indicatoren vastleggen.

- Het derde element van het kader is een verbeterde administratieve samenwerking voor de ontwikkeling en de toepassing van controlesystemen. Zo kan aan de uitwisseling van optimale praktijken tussen nationale autoriteiten een versterkte communautaire dimensie worden toegevoegd. Dit zou ook een bevordering betekenen van de wederzijdse hulp tussen lidstaten door een integratie en aanvulling van het bestaande wettelijke kader."

De voorbereiding van een voorstel van de Commissie betreffende een dergelijk communautair kader voor nationale controlesystemen is ver gevorderd, en de Commissie zal dit voorstel in de loop van 2002 formeel indienen. Het bestrijkt op horizontale wijze voor alle levensmidelen en diervoeders die kwesties die die van belang zijn voor de organisatie van officiële controles op nationaal en communautair niveau.

21. Naast de in paragraaf 19 en 20 bedoelde beginselen en regels moeten voor een aantal kwesties meer specifieke regels vastgelegd worden, om precies aan te geven wat de taken van de bevoegde autoriteiten zijn ten aanzien van deze kwesties. Er zijn al voorbeelden van specifieke controlevoorschriften in de communautaire wetgeving: controles van residuen, controle op zoönoses, controles op bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën etc. Ook moet er rekening mee worden gehouden dat voor bepaalde producten van dierlijke oorsprong, zoals vlees, melk, visserijproducten en levende tweekleppige weekdieren meer specifieke controles noodzakelijk zijn. Bij deze producten doen zich bepaalde risico's voor die dergelijke specifieke controles rechtvaardigen. Deze specifieke controles moeten worden gezien in de hierboven beschreven meer algemene context.