Toelichting bij COM(2002)729 - Identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bij Richtlijn 92/102/EEG van de Raad met betrekking tot de identificatie en de registratie van dieren is een regeling ingevoerd voor de identificatie en de registratie van runderen, schapen, geiten en varkens.

Een van de basisdoelstellingen van die richtlijn is het traceren van dieren voor veterinaire doeleinden, wat van cruciaal belang is in het kader van de bestrijding van besmettelijke ziekten. Met name moeten de plaats van oorsprong van een dier of karkas en de verplaatsingen binnen de Gemeenschap snel en nauwkeurig kunnen worden bepaald. De bedoeling hiervan is verdere verspreiding van ziekten te voorkomen.

Met het oog op de bestrijding van besmettelijke ziekten en de snelle tracering van dieren in geval van een uitbraak van een besmettelijke ziekte moeten alle gebruiksdieren adequaat zijn geïdentificeerd en geregistreerd overeenkomstig voorschriften die identiek zijn in alle lidstaten.

Vooral bij de mond- en klauwzeercrisis is gebleken dat de tenuitvoerlegging van de richtlijn met betrekking tot schapen en geiten ontoereikend is.

Voorgesteld wordt een verordening vast te stellen met betrekking tot de identificering en de registratie van schapen en geiten, waarbij de bepalingen van de huidige richtlijn worden verscherpt, met name met betrekking tot de instelling in elke lidstaat van een identificatieregeling in het kader waarvan alle dieren een identificatiemerk krijgen en alle verplaatsingen worden geregistreerd, teneinde de dieren te kunnen traceren wanneer dit om gezondheidsredenen vereist is.

In 1998 heeft de Commissie een grootschalig project opgezet inzake de elektronische identificatie van dieren (IDEA) en het eindrapport is ingediend op 30 april 2002. Dit project heeft aangetoond dat de identificatieregeling voor schapen en geiten aanzienlijk kan worden verbeterd door gebruik te maken van elektronische identificatiemiddelen, op voorwaarde dat de nodige begeleidende maatregelen worden vastgesteld.

De elektronische identificatie van schapen en geiten is nu zo ver ontwikkeld dat zij in de praktijk kan worden toegepast. De uitvoeringsbepalingen die nodig zijn voor een behoorlijke invoering van het systeem van elektronische identificatie op communautaire schaal zijn evenwel nog niet vastgesteld, hoewel in het eindrapport over het IDEA-project aanbevelingen ter zake zijn opgenomen. Teneinde rekening te houden met de verdere ontwikkelingen ter zake kan de Commissie bepalingen vaststellen met betrekking tot de eventuele latere invoering van elektronische identificatie op communautaire schaal. De voorgestelde identificatie- en registratieregeling voorziet in oormerken en in toestemming tot het gebruik van elektronische identificatiemiddelen voor de identificatie van individuele schapen en geiten en van het bedrijf van geboorte, in verplaatsingsdocumenten, in registers betreffende de dieren op elk bedrijf en in een centraal bedrijvenregister. Bovendien voorziet de regeling in de totstandbrenging van een gecomputeriseerd gegevensbestand waarin in eerste instantie het centrale bedrijvenregister wordt bijgehouden en in tweede instantie de gegevens worden geregistreerd betreffende elke aparte verplaatsing van dieren.

Voor een snelle en doeltreffende tracering moeten alle schapen en geiten bij elke verplaatsing worden geïdentificeerd en vergezeld gaan van een verplaatsingsdocument.

Het voorstel voorziet ook in een verbetering van de informatiemiddelen voor het uitwerken en evalueren van het beleid met betrekking tot schapen, en ook hiermee is rekening gehouden.