Toelichting bij COM(1999)536 - Voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) blijft de belangrijkste sector van het geïntegreerde beleid van de Gemeenschap, en naar deze sector gaat nagenoeg de helft van de begrotingsmiddelen.

Er is uiteraard een band tussen de landbouw en de economie in het algemeen en er is ook een nauwe samenhang tussen de landbouw en de ruimtelijke ordening, het milieu en de volksgezondheid. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid omvat niet alleen een marktbeleid, maar ook een op de noden en verlangens van de samenleving afgestemd plattelandsontwikkelingsbeleid.

Doordat zich onophoudelijk nieuwe ontwikkelingen voordoen, moet het GLB voortdurend worden aangepast. Deze aanpassingen vormen het antwoord op de interne en externe uitdagingen waaraan de Europese landbouw nu reeds het hoofd moet bieden of waarmee de sector op korte termijn zal worden geconfronteerd.

Ten slotte is het landbouwbeleid zonder meer complex te noemen, doordat met name rekening moet worden gehouden met zeer uiteenlopende productiesystemen en -omstandigheden in de verschillende regio's van de Europese Unie, maar de regels tegelijk in overeenstemming moeten zijn met de vele in artikel 33 van het Verdrag genoemde doelstellingen.

Daarom is een vlotte tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vaak tot op grote hoogte afhankelijk van de uitleg die aan alle betrokkenen wordt gegeven en in dit verband zijn geïntegreerde voorlichtingsacties nodig, die worden gezien als een van de elementen van een goed beheer van het beleid.

Bovendien stuit het gemeenschappelijk landbouwbeleid vaak op onbegrip en lijdt het onder een gebrekkige informatie. Een en ander kan alleen door middel van een samenhangende, objectieve en globale strategie inzake voorlichting en communicatie ten behoeve van het grote publiek verholpen worden.

De Commissie moet in dit verband in staat zijn al haar gesprekspartners bij deze strategie te betrekken. Deze strategie richt zich vooral tot de diverse actoren in de landbouw en de plattelandseconomie en andere instanties die ten aanzien van de publieke opinie een schakelfunctie vervullen en die, doordat zij dichter bij de gewone burger staan, een veel ruimer publiek bereiken dan de Commissie. In dit opzicht zijn de landbouwberoepsorganisaties en de diverse geledingen van het verenigingsleven op het platteland de natuurlijke partners van de Commissie. Daarom is bepaald dat deze organisaties jaarlijkse activiteitenprogramma's zullen mogen indienen, die door de Europese Gemeenschap gesubsidieerd kunnen worden.

Andere organisaties, zoals bij voorbeeld overheidslichamen, consumentenverenigingen en milieuorganisaties, universitaire instellingen of de media mogen eveneens acties voorstellen om de bovengenoemde doelstelling te bereiken, zodat ook zij voor subsidiëring in aanmerking moeten kunnen komen.

Tenslotte moet de Commissie ook zelf voorlichtingsacties kunnen voeren.

Op grond van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid financiert de afdeling Garantie van het EOGFL de maatregelen inzake voorlichting over het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het is derhalve noodzakelijk overeenkomstig artikel 22 van het Financieel Reglement en de Interinstitutionele Overeenkomst van 13 oktober 1998 een basisbesluit vast te stellen.

99/0209 (CNS)