Toelichting bij COM(2001)529 - E-Europa 2002: Toegankelijkheid van Websites van de Overheid en de Inhoud daarvan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52001DC0529

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - e-Europa 2002: Toegankelijkheid van Websites van de Overheid en de Inhoud daarvan /* COM/2001/0529 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S e-Europa 2002: Toegankelijkheid van Websites van de Overheid en de Inhoud daarvan - e-Europa 2002: Toegankelijkheid van Websites van de Overheid en de Inhoud daarvan

Inhoud

Inleiding



1.

2. De Richtsnoeren voor toegankelijkheid van het web


2.

3. Uitvoeringsplannen en -mechanismen binnen de Europese Unie


3.

4. Ontwikkelingen buiten de Europese Unie


4.

5. Conclusies en volgende stappen


BIJLAGE 1: De Richtsnoeren van het Web Accessibility Initiative

BIJLAGE 2: Het toegankelijk maken van websites

BIJLAGE 3: Overzicht van de goedkeuring en tenuitvoerlegging van de Richtsnoeren per lidstaat


Inleiding



Het in juni 2000 door de Europese Raad van Feira vastgestelde Actieplan e-Europa 2002 i is een breed opgezet initiatief bedoeld om in alle sectoren van de Europese samenleving het Internet sneller en op grotere schaal ingang te doen vinden. Met het actieplan wordt beoogd Europese burgers online te brengen, opdat zij in alle aspecten van hun leven deel kunnen hebben aan en hun voordeel doen met de mogelijkheden van digitale technologieën. Op zijn beurt zal het toenemende gebruik van het Internet een positieve uitwerking hebben op de ontwikkeling van de nieuwe kenniseconomie. De voorgenomen maatregelen zijn in overeenstemming met het in het Verdrag betreffende de Europese Unie opgenomen non-discriminatiebeginsel.

Eén van de specifieke doelstellingen van het actieplan is de verbetering van de toegang tot het web voor personen met een handicap; de onderhavige Mededeling en bijbehorende aanbevelingen hebben betrekking op die doelstelling.

.............................

Gehandicapten en ouderen ontmoeten een hele reeks technische belemmeringen bij hun toegang tot het Internet. De problemen die deze en andere Internetgebruikers ondervinden, kunnen grotendeels worden opgelost door websites en de inhoud daarvan te maken volgens geëigende codering en bij het ontwerp van webpagina's enkele eenvoudige regels voor opmaak en structuur toe te passen. Deze technieken zijn bij de meeste ontwerpers van websites en aanbieders van webinhoud echter niet bekend of in gebruik.

Toegang tot webpagina's op het Internet levert voor personen met een lichamelijke, zintuiglijke of cognitieve handicap dan ook uiteenlopende problemen op. Een groot deel van de 37 miljoen Europese burgers met een handicap is wellicht niet in staat toegang te krijgen tot de informatie en diensten die zij nodig hebben tijdens het gebruik van de nieuwe media. Met de ontwikkeling van online-overheidsdiensten bestaat er derhalve een reëel gevaar voor maatschappelijke uitsluiting van een belangrijk deel van de bevolking.

Zo merken blinden en slechtzienden bijvoorbeeld dat zij niet of nauwelijks toegang kunnen krijgen tot bepaalde elektronische documenten, waaronder webpagina's, met de door hen gebruikte navigatieprogramma's (zoals screenreaders [tekst-naar-spraak-systemen]) en andere specifieke hulpmiddelen. Doven en slechthorenden kunnen gebaat zijn bij ondertiteling van de audiogedeelten van multimediabestanden, en kleurenblinden of slechtzienden zijn mogelijk geholpen met eigen stylesheets. Er zijn nog andere onderwerpen die van belang zijn voor gehandicapten, zoals toegankelijke multimedia, apparaatonafhankelijke toegang, gelabelde frames en speciale mark-up van tabellen.

Anderen - ouderen bijvoorbeeld - zijn misschien niet bekend met navigatieprogramma's of met het navigeren van een website, en kunnen in de war of ontmoedigd raken bij het zien van sites met ingewikkelde, uiterst gedetailleerde informatie, een niet-consistente vormgeving of navigatieopties, of knipperende of bewegende beelden. Met de toenemende vergrijzing van de bevolking zal ook het aantal Internetgebruikers onder de ouderen de komende jaren aanzienlijk toenemen.

5.

2. De Richtsnoeren voor toegankelijkheid van het web


De wijze waarop Europa wil komen tot de beschikbaarheid van toegankelijke informatie op websites van de overheid is vervat in het in juni 2000 door de Europese Raad van Feira overeengekomen Actieplan e-Europa 2002. Onder doelstelling 2c van het plan zijn vijf streefdoelen geformuleerd om 'Deelneming van allen aan de kenniseconomie' te bevorderen. Met nadruk is in het actieplan gesteld dat: '...websites van de overheid en de inhoud daarvan in de lidstaten en in de Europese instellingen zo moeten worden ontworpen dat zij toegankelijk zijn, zodat burgers met een handicap toegang tot informatie kunnen krijgen en ten volle kunnen profiteren van het potentieel van digitale dienstverlening door de overheid ('e-overheid")".

Deze maatregel moet door de Europese instellingen en de 15 lidstaten van de Europese Unie worden uitgevoerd door middel van:

Goedkeuring, voor het eind van 2001, van de Web Accessibility Initiative (WAI)-richtsnoeren voor websites van de overheid.

6.

2.1. Het Web Accessibility Initiative (WAI)


Dit initiatief is één van de vijf domeinen van het World Wide Web Consortium (ook bekend als W3C), dat is samengesteld uit ruim 500 lidorganisaties, en deelnemers uit ruim 30 landen telt i. Het Web Accessibility Initiative (WAI) heeft, in samenspraak met de sector, onderzoekers, overheid en gehandicaptenorganisaties, een aantal richtsnoeren geformuleerd.

Met financiële steun van de Europese Commissie in het kader van het Vierde kaderprogramma, programma Telematicatoepassingen (TAP), en van diverse overheden en andere organisaties zijn Richtsnoeren voor toegankelijkheid van het web tot stand gebracht. De exacte benaming van die richtsnoeren luidt: World Wide Web Consortium/Web Accessibility Initiative (W3C/WAI) Web Content Accessibility Guidelines version 1.0 (WCAG 1.0) (of WAI/W3C WCAG 1.0). Zij worden hierna de Richtsnoeren genoemd. Deze term dient ter onderscheiding van andere door het World Wide Web Consortium/Web Accessibility Initiative ontwikkelde richtsnoeren, zoals de Authoring Tool Accessibility Guidelines (ATAG), versie 1.0, en de User Agent Accessibility Guidelines.

De Richtsnoeren worden erkend als een wereldwijde norm de facto voor het ontwerpen van toegankelijke websites i. Zie bijlage 1 voor een overzicht van de Richtsnoeren. Een beschrijving met toelichting van enkele van de voornaamste aspecten van de Richtsnoeren is te vinden in bijlage 2.

Gezien de korte deadline van het Actieplan e-Europa 2002 is er bij de lidstaten en Europese instellingen op aangedrongen snel en besluitvaardig te handelen. Waarom snel gehandeld moet worden is duidelijk. Vaststelling van de Richtsnoeren heeft ook belangrijke gevolgen voor toegankelijkheid op de andere doelgebieden van e-Europa. Zo zullen bij voorbeeld toepassingen voor e-gezondheidszorg, e-overheid en e-onderwijs op openbare websites moeten ingaan op het onderwerp van de toegankelijkheid om ervoor te zorgen dat hun diensten voor alle burgers worden ontworpen. Dit zal ertoe bijdragen dat personen met een handicap dezelfde online-diensten kunnen gebruiken als elke andere burger.

De Commissie heeft deze Mededeling opgesteld ter ondersteuning van de vaststelling en uitvoering van de Richtsnoeren door de lidstaten en de Europese instellingen. De Mededeling bevat een beschrijving van de betreffende beleidskaders; de technische aspecten die aan de orde komen in de Richtsnoeren; een reeks strategieën voor de uitvoering van de richtsnoeren en voor het bewaken van de toegankelijkheid van websites van de overheid op basis van de ervaringen van het World Wide Web Consortium/Web Accessibility Initiative en beste praktijken binnen de lidstaten, de Europese Commissie, Australië, Canada en de Verenigde Staten; en een reeks conclusies en aanbevelingen.

7.

2.2. De Richtsnoeren als beleidsinstrument


De door het World Wide Web Consortium/Web Accessibility Initiative vastgestelde richtsnoeren voor de toegankelijkheid van webinhoud zijn totstandgekomen op basis van overeenstemming tussen zeer uiteenlopende partijen in de sector. Met de Richtsnoeren wordt een reeks informele regels aangereikt in de vorm van door het World Wide Web Consortium/Web Accessibility Initiative beschreven en door aanbieders van overheidsinformatie op vrijwillige basis in acht te nemen beginselen, gereedschappen en methoden.

Op deze manier kan het proces van het algemeen toegankelijk maken van overheidsinformatie door informatiebeheerders, webontwerpers en -ontwikkelaars worden gestroomlijnd. Al met enige opleiding en ervaring kunnen webontwerpers en -ontwikkelaars er zeker van zijn dat zij op relevante onderdelen van hun werk rekening hebben gehouden met de belangrijkste toegankelijkheidsaspecten. De tijd die de opleiding in beslag neemt, kan sterk uiteenlopen, aangezien die zal moeten worden afgestemd op de technische deskundigheid en ontwerpervaring van de betreffende cursisten. Zo kan een opleiding een halve dag of één tot twee hele dagen duren, dan wel een hele week of langer.

Aangezien de toepassing van richtsnoeren in beginsel vrijwillig van aard is, is het van wezenlijk belang dat de Richtsnoeren worden ontwikkeld en bijgewerkt binnen de belangengroep waarvoor zij zijn bestemd. De relevantie en bruikbaarheid van richtsnoeren worden via het World Wide Web Consortium door het bedrijfsleven, universiteiten en overheden voortdurend beproefd en bevestigd. De Richtsnoeren worden algemeen erkend als de neerslag van de beste praktijken in universeel Internetontwerp, en dankzij de betrokkenheid van zeer diverse partijen bij de activiteiten van het World Wide Web Consortium/Web Accessibility Initiative, vinden zij steeds meer ingang. De regels die zij bevatten zijn geharmoniseerd, op technologie gebaseerd en komen bovendien tegemoet aan de behoeften van het grootst denkbare scala van Internetgebruikers.

De Richtsnoeren beogen compatibiliteit niet alleen met bestaande technologieën en gereedschappen voor webontwerp, maar ook met nieuwe technologieën en gereedschappen, bijvoorbeeld nieuwe soorten navigatieprogramma's, zoals digital assistants en WAP-telefoons. Dankzij deze open benadering vormen de Richtsnoeren een dynamische reeks regels die voortdurend kunnen worden aangepast aan de laatste technologische ontwikkelingen en waarmee men tevens vooruit kan lopen op toekomstige ontwikkelingen.

De Richtsnoeren bieden technische hulp die online snel beschikbaar is, alsmede een goede ondersteuning bij het wegnemen van de drempels die personen met een handicap de toegang tot het Internet beletten. Door toepassing van de Richtsnoeren is het technisch mogelijk websites toegankelijk te maken voor personen met een handicap en derhalve bij te dragen aan hun volwaardige deelneming aan de Informatiemaatschappij.

8.

3. Uitvoeringsplannen en -mechanismen binnen de Europese Unie


Het Actieplan e-Europa 2002 bevat het voorstel de Richtsnoeren goed te keuren als eerste stap op weg naar toegankelijkheid van overheidssites in Europa voor personen met een handicap. Door de Richtsnoeren vast te stellen geven de lidstaten en Europese instellingen het streefdoel van toegankelijkheid van het web brede erkenning en een groot draagvlak, aangezien zij daarmee overgaan op toepassing van de wereldwijde norm de facto voor toegankelijkheid van het web - want dat is het werk van het Web Accessibility Initiative namelijk.

Verder blijkt uit de goedkeuring van de Richtsnoeren dat er de lidstaten en de Europese instellingen veel aan is gelegen de toegankelijkheid van het web te verankeren in nationaal en institutioneel beleid voor overheidsinformatiediensten en -normen, inclusief e-overheid.

Het Actieplan e-Europa 2002 zet aan tot snel en besluitvaardig handelen om iedere burger te laten toetreden tot het digitale tijdperk en er iedereen met een handicap deel aan te laten hebben. Derhalve is de tenuitvoerlegging van de Richtsnoeren een noodzakelijk en dringend vervolg op de goedkeuring ervan.

9.

3.1. Overzicht van de voortgang in de lidstaten


In het kader van de uitvoering van het Actieplan e-Europa 2002 ten aanzien van de doelstelling 'Deelneming van allen aan de kenniseconomie', heeft de Groep op hoog niveau voor de werkgelegenheids- en sociale dimensie van de informatiemaatschappij (ESDIS), bestaande uit vertegenwoordigers uit alle lidstaten, de opdracht gekregen de ontwikkeling op dit gebied te volgen. Ter ondersteuning van het werk van deze groep op hoog niveau is een Groep deskundigen inzake toegankelijkheid van het web ("e-toegankelijkheid") samengesteld.

De Groep deskundigen inzake e-toegankelijkheid heeft schriftelijk en mondeling bijgedragen aan een overzicht van de voortgang van de lidstaten bij de vaststelling en uitvoering van de Richtsnoeren. In dat overzicht worden uiteenlopende benaderingen, plannen en methoden voor het gebruik van de Richtsnoeren beschreven. Verder is de groep deskundigen inzake e-toegankelijkheid overeengekomen in de 15 lidstaten een vorm van toezicht op de voortgang te organiseren.

De Groep deskundigen inzake e-toegankelijkheid heeft een rol gespeeld bij het bepalen van voorbeelden van goede praktijk. Dergelijke voorbeelden kunnen worden aangehaald voor gebieden als de ontwikkeling en verspreiding van informatie, opleiding van personeel, bewaking van websites ten aanzien van naleving van de Richtsnoeren, verbetering van bestaande websites, bevordering van beste praktijken en de beschikbaarstelling van ondersteunings- en hulpmechanismen voor ontwikkelaars van webinhoud.

De voorbeelden van goede praktijk in de lidstaten werden gepresenteerd volgens vier hoofdthema's. Ten eerste zijn er goede voorbeelden van mechanismen om beleidsmakers en informatiebeheerders bij overheden meer bewust te maken van het bestaan van de Richtsnoeren en van het doel daarvan. Ten tweede zijn er lidstaten die met succes mechanismen instellen om aanbieders van inhoud, webontwerpers en technisch personeel aan te zetten tot het werken met de middelen en specificaties die garant staan voor toegankelijke websites en webinhoud. Ten derde zijn er in diverse lidstaten methoden ontwikkeld voor de opleiding en ondersteuning van degenen die verantwoordelijk zijn voor webpagina's. Ten vierde zijn in lidstaten uiteenlopende manieren ontworpen en vastgesteld om toe te zien op de voortgang en naleving bij toepassing van de Richtsnoeren.

Zoals blijkt uit bijlage 3, lopen de benaderingen in de lidstaten van de Europese Unie uiteen maar is de bij de tenuitvoerlegging van de Richtsnoeren geboekte voortgang bemoedigend. Sommige lidstaten hebben nu al beleid en mechanismen ontwikkeld om ervoor te zorgen dat de toegankelijkheid van hun overheidssites conform de Richtsnoeren is. Op het mondiale medium dat het Internet is, nemen de Europese overheden hun verantwoordelijkheid als belangrijke aanbieders van openbare inhoud door hun informatie en diensten toegankelijk te maken.

10.

3.2. Toegankelijkheid van het web binnen de Europese instellingen


De Europese Unie erkent het belang van webtoegankelijkheid voor personen met een handicap. Al jaren is de Europese Unie er veel aan gelegen de gebrekkige toegankelijkheid van websites aan te pakken, met name via het onderzoek- en ontwikkelingsprogramma voor Telematicatoepassingen 1994-1998 (TAP) en een project van het onderdeel ondersteunende maatregelen, het Web Accessibility Initiative (WAI). Dit streven is voortgezet in het programma Technologieën van de informatiemaatschappij van het Vijfde kaderprogramma.

Er werden in 1998 ook richtsnoeren voor toegankelijkheid ontwikkeld door het ACCENT-project in het kader van het SPRITE-S2-initiatief i.

De Europese Commissie wil duidelijk maken dat zij de toegankelijkheid van het web als een belangrijk onderwerp beschouwt. Als onderdeel van haar beleid inzake e-Commissie houdt de Europese Commissie zich actief bezig met een proces gericht op de verbetering van de toegankelijkheid van haar via het web aangeboden diensten, daarbij gebruik makend van de Richtsnoeren. Zij heeft andere Europese instellingen actief geïnformeerd over en betrokken bij dit proces.

In de afgelopen jaren hebben de Commissie en haar diensten met succes webtechnologie geïntroduceerd als het snelste, efficiëntste middel voor interactie met en verschaffing van meertalige informatie aan het publiek. EUROPA i, en met name het onderdeel van die site dat over de Europese Commissie gaat, is uitgegroeid tot één van de grootste, drukst bezochte en meest gelinkte overheidssites ter wereld. Het toegankelijk maken van EUROPA is een belangrijke uitdaging; stappen daartoe zijn al gezet.

Verder zijn de Europese Commissie en haar Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen (OPOCE) gestart met programma's om de toegankelijkheid van hun websites te verbeteren en de via het web aangeboden informatie conform de Richtsnoeren toegankelijk te maken.

11.

3.2.1. De EUROPA-website


De EUROPA-website is het belangrijkste communicatieplatform met online-informatie over de activiteiten van de Europese instellingen. De site biedt informatie aan burgers en fungeert als interface voor contacten tussen de Europese Unie, organisaties en burgers overal ter wereld. In verband met de geplande verbetering van de diensten die de Commissie via het Internet aanbiedt, wordt naar verwachting in de jaren 2001 tot en met 2004 de zogenaamde EUROPA II-site geïmplementeerd.

Volgens het implementatieplan worden voor eind 2004 een aantal nieuwe e-diensten ingevoerd en ondergaat EUROPA een volledige migratie naar een thematische, op dienstverlening gerichte website. Ter ondersteuning van deze overgang is sedert juni 2001 een handleiding voor informatieaanbieders in gebruik. De handleiding bevat tien regels met gedetailleerde specificaties voor het maken van webinhoud. Regel zeven betreft het bewerkstelligen van toegankelijkheid door goedkeuring van de Richtsnoeren, en stelt dat websites voor een maximaal aantal gebruikers toegankelijk moeten zijn. De Europese Commissie heeft besloten tot een vaststelling van de conformiteit op niveau A (prioriteit 1). In bijlage 1 wordt conformiteit met de Richtsnoeren nader beschreven.

In dit kader wordt de toegankelijkheid van de websites van de Europese instellingen momenteel herzien met het oog op het streefdoel de Richtsnoeren eind 2001 te hebben goed gekeurd. Een en ander vindt plaats op basis van de bemoedigende ervaringen opgedaan met de websites van instellingen die reeds vooruitgang hebben geboekt.

12.

3.2.2 Bureau voor Officiële Publicaties der Europese Gemeenschappen (OPOCE)


Binnen het OPOCE is door de Commissie bij wijze van proef een demonstratieproject gestart om de documenten van de Verdragen voor personen met een visuele handicap online toegankelijk te maken. Begonnen is met de Franse versie van de hercompilatie van de Verdragen die online staan op de EUR-Lex-site i. De site en de inhoud ervan zijn aangepast aan de Richtsnoeren. In de loop van 2001 komen toegankelijke versies beschikbaar. Een verslag met aanbevelingen gedaan op grond van deze proef is besproken en met de aanbevelingen zal rekening worden gehouden in de volgende generatie van de EUROPA-website.

13.

3.2.3 Intranet


Intern heeft de Commissie zich vastgelegd op het voldoen aan de Richtsnoeren op niveau A (prioriteit 1) bij het opstellen van de nieuwe versie van haar intranet-site voor eind 2001. Het doel dat de Commissie daarmee voor ogen staat, is het personen met een handicap beter mogelijk te maken bij die instelling te komen werken, in lijn met haar eigen Code van goede praktijk inzake de tewerkstelling van personen met een handicap van 1998 i.

14.

3.2.4 Onderzoeksprojecten in het kader van het Vierde en Vijfde kaderprogramma van de Europese Unie


Ter aanvulling op en ondersteuning van de Europese beleidsvorming, is er in de afgelopen tien jaar onderzoek gedaan en technologie ontwikkeld om tegemoet te komen aan de behoeften en eisen van personen met een handicap. Dat werk is verricht in de twee fasen van het Technologisch initiatief voor gehandicapten en ouderen (TIDE 1991 - 1993); in het kader van het Vierde kaderprogramma (programma Telematicatoepassingen, toepassingen verband houdend met gehandicapten en ouderen, 1994 - 1998); en het huidige Vijfde kaderprogramma (programma Technologieën van de informatiemaatschappij, toepassingen verband houdend met personen met bijzondere behoeften, waaronder gehandicapten en ouderen, 1998 - 2002).

Eén van de projecten waaraan de Europese Commissie financiële steun heeft verleend in het kader van het onderzoek- en ontwikkelingsprogramma Telematicatoepassingen 1994-1998 (TAP) was het Web Accessibility Initiative (WAI), dat heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de Richtsnoeren en andere specificaties en gereedschappen voor de bevordering van toegang tot het web. De achterliggende gedachte van het project was dat het World Wide Web het fundament vormt van de informatiemaatschappij voor Europese burgers en dat de drempels voor toegang voor de Europese burgers zo laag mogelijk moeten worden gehouden. Het initiatief borduurde voort op het technische werk van het World Wide Web Consortium en sloot aan bij specifieke Europese maatregelen inzake onderwijs en actieve dienstverlening. Tevens werden gebruikers betrokken bij het werk en normalisatieactiviteiten ontwikkeld.

In het kader van het Vijfde kaderprogramma, programma Technologieën van de informatiemaatschappij, verleent de Europese Commissie, geheel in lijn met haar vaste voornemen de toegankelijkheid van het web te verbeteren en bevorderen, financiële steun aan het project Web Accessibility Initiative-Design for All (WAI-DA).

De voornaamste doelstellingen van het WAI-DA-project betreffen het vergroten van de mate van deelneming van Europese organisaties aan internationale activiteiten ter bevordering van de toegankelijkheid van het web via het Web Accessibility Initiative van het World Wide Web Consortium (W3C); het geven van meer bekendheid aan de Web Content Accessibility Guidelines en het bevorderen van de toepassing daarvan op websites in alle lidstaten van de Europese Unie; en het zorgen voor toenemende toepassing van de Authoring Tool Accessibility Guidelines, versie 1.0. Overheden in de lidstaten worden in het bijzonder gestimuleerd mee te werken aan het WAI-DA-project. Met dit project kan contact kan worden opgenomen via de eigen website i.

Een groeiend aantal projecten voor onderzoek en technologische ontwikkeling binnen het programma Technologieën van de informatiemaatschappij van het Vijfde kaderprogramma maakt gebruik van de Richtsnoeren ontwikkeld door het Web Accessibility Initiative. De Commissie verleent tevens steun aan andere projecten, zoals IRIS, ViSiCAST en WWAAC i.

IRIS heeft als doel de verbetering en evaluatie van Internetdiensten op het gebied van bijvoorbeeld elektronische handel en telewerken/e-onderwijs onder diverse groepen gebruikers met bijzondere behoeften. ViSiCAST is vooral gericht op de behoeften van doven die gebruikmaken van gebarentaal. Binnen dit project wordt gewerkt aan de ontwikkeling van virtuele persoon- en taaltechnologie voor de vertaling van tekst in gebarentaal voor toepassing tijdens televisie-uitzendingen, bij face-to-face-betaling in de winkel en tijdens interactie via het web of multimedia. WWAAC ondersteunt een reeks activiteiten die tot doel hebben het gebruik van het Internet mogelijk te maken voor personen met cognitieve problemen, met name gebruikers van symboolsystemen, en voor ouderen met een taalstoornis.

15.

4. Ontwikkelingen buiten de Europese Unie


Ook in andere delen van de wereld worden maatregelen getroffen in de geest van het Actieplan e-Europa 2002, waarbij de Richtsnoeren een belangrijke rol spelen. Zo maakt toegankelijkheid van het web integraal deel uit van het overheidsbeleid inzake informatievoorziening in Australië, Canada en de Verenigde Staten.

In sommige landen biedt de wet een belangrijk kader voor het verwezenlijken van de toegankelijkheid van websites. In Australië zijn departementen en instellingen van de overheid krachtens de Discrimination Act 1992 verplicht zorg te dragen voor de toegankelijkheid van online-informatie en -diensten voor personen met een handicap. De Online Council heeft besloten de Richtsnoeren vast te stellen als de gemeenschappelijke, op beste praktijk gebaseerde norm voor alle sites van de Australische overheid. De Richtsnoeren hebben de steun van de Australische Human Rights and Equal Opportunities Commission en gehandicaptenorganisaties.

De regering van Canada heeft haar websites en elektronische producten en diensten voor iedereen toegankelijk gemaakt. Overeenkomstig de klantgerichte benadering van het Canadese initiatief 'Common Look and Feel', wordt middels wereldwijde toegankelijkheidsnormen gezorgd voor gelijke kansen op toegang tot de volledige inhoud van Canadese overheidssites.

De toegankelijkheid van federale websites in de Verenigde Staten is sinds de amendering van artikel 508 van de Rehabilitation Act in augustus 1998 bij wet verplicht gesteld. Het artikel bestaat al sinds 1986 en is in 1992 en vervolgens in 1998 gewijzigd ten einde de eisen verder aan te scherpen. In december 2000 keurde de United States Access Board regels goed waarmee de eisen voor overeenstemming met artikel 508, zoals gewijzigd in 1998, worden gedefinieerd. Deze regels traden in juni 2001 in werking. In deze wetgeving zijn tevens belangrijke overwegingen opgenomen ten aanzien van de aanschaf door de overheid van informatietechnologie die toegang mogelijk maakt voor personen met een handicap.

Tenslotte is door de in mei 2000 in Warschau gehouden Europese ministeriële conferentie duidelijk aangegeven dat de politieke verplichtingen van de Europese Unie aanvulling behoeven in de vorm van een door en voor de kandidaat-toetredingslanden op te stellen actieplan in de geest van e-Europa (e-Europa+).

16.

5. Conclusies en volgende stappen


In het afgelopen decennium is in Europa en wereldwijd het besef toegenomen dat er drempels bestaan - maatschappelijk, omgevingstechnisch, cultureel, technologisch en anderszins - die de volwaardige deelneming van personen met een handicap aan de samenleving in de weg staan. In Europa is het inmiddels ondubbelzinnig vast komen te staan dat maatregelen geboden zijn om dergelijke drempels te inventariseren en weg te nemen, om zo te komen tot een inclusieve maatschappij waarin iedereen gelijke kansen heeft i.

Deze mededeling over de toegankelijkheid van websites en hun inhoud is één van de vele voorbeelden van de gezamenlijke inspanning die nodig is om toegangsdrempels weg te nemen en te voorkomen dat toekomstige technologieën en informatiesystemen nieuwe obstakels opwerpen voor personen met een handicap.

Op basis van de ervaringen die tot op heden zijn opgedaan met de vaststelling van de bestaande richtsnoeren inzake toegankelijkheid van het web in de lidstaten en de Europese instellingen, kan men de volgende conclusies trekken:

1. De lidstaten en de Europese instellingen zijn goed op weg om voor het eind van 2001 deze Richtsnoeren voor alle overheidssites goed te keuren.

2. Nationale overheden dienen voortdurend te streven naar verbetering van de toegankelijkheid van hun webpagina's en te zoeken naar andere, betere manieren om webinhoud en diensten aan te bieden naarmate zich nieuwe technologieën en nieuwe versies van deze Richtsnoeren aandienen. De goedkeuring en uitvoering van deze Richtsnoeren voor overheidssites kan derhalve worden gezien als een eerste mechanisme dat van doorslaggevend belang is voor het bewerkstelligen van een toenemend inclusieve informatiemaatschappij.

3. De Commissie zal de andere Europese instellingen voorstellen een interinstitutionele groep op te richten voor het bevorderen van en toezien op de goedkeuring, toepassing en regelmatige bijwerking - daarbij de ontwikkelingen in het World Wide Web Consortium/Web Accessibility Initiative op de voet volgend - van deze Richtsnoeren binnen de Europese instellingen;

4. Er zou moeten worden toegezien op de toegankelijkheid van overheidssites die hieruit voortkomt, en beste praktijken worden opgespoord. De Commissie zorgt voor compilatie en verspreiding van de resultaten van deze maatregel. Onder toezicht van de Groep op hoog niveau voor de werkgelegenheids- en sociale dimensie van de informatiemaatschappij (ESDIS) en bijgestaan door de Groep deskundigen inzake e-toegankelijkheid, hebben de lidstaten en de Europese instellingen afgesproken informatie uit te wisselen en de voortgang die zij maken vast te leggen volgens wederzijds overeengekomen criteria op het gebied van de goedkeuring en uitvoering van deze Richtsnoeren.

5. Op de e-Europa-website zal de voortgang worden getoond bij vaststelling en uitvoering van de Richtsnoeren door de Europese instellingen en de lidstaten;

6. Maatregelen voor het bevorderen van bekendheid, verspreiding en opleiding, met name ten aanzien van webtoegankelijkheid, zouden zowel bij de Europese instellingen als bij de lidstaten moeten worden gestimuleerd;

7. Organisaties die overheidsgelden ontvangen van de Europese instellingen of lidstaten, moeten worden aangezet tot het toegankelijk maken van hun website;

8. In het kader van het Actieplan e-Europa dienen de lidstaten te stimuleren dat niet alleen nationale maar ook locale en regionale websites voldoen aan de Richtsnoeren;

9. In het jaar 2003, het Europees jaar der gehandicapten, zou een groot initiatief moeten worden gewijd aan het bereiken aan de algemene toegankelijkheid van zowel openbare als particuliere websites;

10. Er moet een permanente dialoog tot stand worden gebracht tussen enerzijds de lidstaten en de Europese instellingen en anderzijds personen met een handicap en hun vertegenwoordigers, om te zorgen voor een regelmatige en consistente terugkoppeling van informatie over deze kwesties.

.............................


17.

BIJLAGE 1: De Richtsnoeren van het Web Accessibility Initiative


In deze bijlage komen achtereenvolgens aan de orde: een overzicht van de Richtsnoeren; de bijbehorende toegankelijkheidsniveaus; de wijze waarop een website als conform de Richtsnoeren kan worden verklaard; de wijze waarop geldigheidscontroles van de Richtsnoeren kunnen worden uitgevoerd; en gereedschappen voor het automatisch maken van toegankelijke websites.

The World Wide Web Consortium/Web Accessibility Initiative Web Content Accessibility Guidelines Version 1.0

Het Web Accessibility Initiative (WAI) van het World Wide Web Consortium (W3C) heeft richtsnoeren opgesteld voor het toegankelijk maken van websites en de inhoud daarvan voor alle gebruikers. De Web Content Accessibility Guidelines, versie 1.0 ("de Richtsnoeren") worden wereldwijd door de Internetgemeenschap aanvaard als basisspecificatie voor het toegankelijk maken van websites voor personen met een handicap. In de specificatie zijn veertien richtsnoeren opgenomen in de vorm van algemene beginselen voor het ontwerpen van toegankelijke websites. Elke richtsnoer is verbonden met een of meer ijkpunten en geeft aan hoe de richtsnoer toe te passen op bepaalde kenmerken van webpagina's. In de 'List of Checkpoints for the Web Content Accessibility Guidelines 1.0' i worden de ijkpunten in volgorde van prioriteit weergegeven in de vorm van een checklist voor handmatige evaluatie van websites.

De met de Richtsnoeren beoogde verhoogde toegankelijkheid geldt niet alleen voor personen met een handicap maar maakt webpagina's toegankelijker voor alle gebruikers. De toegankelijkheid wordt ook verhoogd voor gebruikers die gebruik maken van andere hulpapparatuur of actief zijn in verschillende omgevingen. Zo bedient de één zich wellicht van een speciaal navigatieprogramma, bijvoorbeeld een desktop- of spraakbrowser; terwijl de ander gebruikmaakt van één van de nieuwe hand-, spraak- of autocomputers; of er kan sprake zijn van een specifieke situatie, bijvoorbeeld handsfree-communicatie, een lawaaierige omgeving of een ruimte met te weinig of juist te veel licht.

18.

Toegankelijkheidsniveaus A, AA en AAA


Het WAI heeft drie niveaus van conformiteit met de Richtsnoeren gedefinieerd. Die niveaus worden gewoonlijk aangegeven als niveau A, AA of Double-A, en AAA of Triple-A. Hieronder volgt een beschrijving van elk van deze niveaus.

PRIORITEIT 1 (niveau A). Ontwikkelaars van webinhoud moeten voldoen aan dit ijkpunt. Zo niet, dan is het voor een of meer gebruikersgroepen onmogelijk toegang te hebben tot informatie in het document. Het voldoen aan dit ijkpunt is een eerste vereiste willen sommige groepen in staat zijn documenten op het web te gebruiken.

PRIORITEIT 2 (niveau AA of Double-A). Ontwikkelaars van webinhoud zouden moeten voldoen aan dit ijkpunt. Zo niet, dan is het voor een of meer gebruikersgroepen moeilijk toegang te hebben tot informatie in het document. Als aan dit ijkpunt wordt voldaan, worden belangrijke drempels voor toegang tot documenten op het web weggenomen.

PRIORITEIT 3 (niveau AAA of Triple-A). Ontwikkelaars van webinhoud kunnen ervoor kiezen te voldoen aan dit ijkpunt. Zo niet, dan zullen een of meer groepen enige moeilijkheid ondervinden bij het zoeken van toegang tot informatie in het document. Naleving van dit ijkpunt zorgt voor verbeterde toegang tot webdocumenten.

19.

Conformiteit met de Richtsnoeren


Websites die zijn ontworpen conform de Richtsnoeren mogen op hun webpagina's een verklaring van conformiteit opnemen. Die verklaring mag in de vorm van een 'label' plaatsvinden. Zij mag op webpagina's worden gezet om het niveau van conformiteit aan te geven. In de Richtsnoeren staat met betrekking daartoe:

"Voor verklaringen van conformiteit met de richtsnoeren van het WAI moet gebruik worden gemaakt van één van de volgende twee formulieren.

Formulier 1: te specificeren:

De titel van de Richtsnoeren: Web Content Accessibility Guidelines 1.0

URL van de Richtsnoeren: www.w3.org/TR/1999/WAI-WEBCONTENT-19990505

Het niveau van conformiteit: A, Double-A, of Triple-A.

20.

Het bereik van de verklaring (bijvoorbeeld pagina, site of een bepaald deel van een site)


Voorbeeld van Formulier 1:

Deze pagina is in overeenstemming met de 'Web Content Accessibility Guidelines 1.0' van het W3C, die te vinden zijn op www.w3.org/TR/1999/WAI-WEBCONTENT-19990505 , niveau Double-A.

Voorbeeld van Formulier 2: Neem op elk van de pagina's waarop de verklaring van conformiteit betrekking heeft één van de drie door het W3C verschafte pictogrammen op en breng een verbinding aan tussen het pictogram en de betreffende uitleg die door W3C van de verklaring wordt gegeven. Informatie over de pictogrammen en hoe die op te nemen op pagina's is beschikbaar op de webpagina 'WCAG-ICONS' i.

21.

Uitvoeren van geldigheidscontroles van de Richtsnoeren


Bestaande websites kunnen op hun toegankelijkheid worden gecontroleerd met behulp van diverse software-gereedschappen. Een overzicht van deze gereedschappen, die bedoeld zijn voor het uitvoeren van halfautomatische controles van de webtoegankelijkheid, is opgenomen op de website van het Web Accessibility Initiative i.

De validatie van de toegankelijkheid kan deels geautomatiseerd plaatsvinden maar is pas volledig als er tevens sprake is van menselijke controle. In de Richtsnoeren wordt specifiek gesteld dat geautomatiseerde methoden over het algemeen weliswaar snel en eenvoudig zijn, maar dat zij niet toereikend zijn om alle toegankelijkheidskwesties te onderkennen. Menselijke controle kan er mede voor zorgen dat websites gebruikmaken van bijvoorbeeld duidelijke taal en eenvoudige navigatie. De validatie dient in het vroegste ontwikkelingsstadium plaats te vinden: toegankelijkheidskwesties die vroeg worden herkend, zijn eenvoudiger te corrigeren of te vermijden. Er bestaan tevens gereedschappen om websites te herstellen en om te zetten in een toegankelijk formaat, bijvoorbeeld door tekst te veranderen in een formaat dat leesbaar is voor een standaard-screenreader. Van deze gereedschappen wordt een overzicht gegeven op de website van het WAI.

22.

Auteursgereedschappen voor het automatisch aanmaken van toegankelijke websites


Het WAI heeft zich naast de controle van bestaande websites ook beziggehouden met de ontwikkeling van richtsnoeren voor auteursgereedschappen ter ondersteuning van webontwerpers bij het maken van websites die al vanaf hun ontwerp toegankelijk zijn. Door vanaf het begin van dergelijke gereedschappen gebruik te maken, neemt het werk van het controleren van toegankelijkheidsaspecten sterk af, zij het dat dit niet helemaal overbodig wordt. Zo zijn in het kader van het WAI de Authoring Tool Accessibility Guidelines (ATAG), versie 1.0, totstandgekomen en wordt thans gewerkt aan diverse aanvullende en equivalente technieken. Verder staat het WAI in contact met ontwikkelaars van mainstream-software om hen aan te zetten tot toepassing van de Authoring Tool Accessibility Guidelines (ATAG) in hun auteursgereedschappen. Dit omvat uiteenlopende producten, zoals WYSIWYG-editors, conversieprogramma's voor het omzetten van documenten in HTML-formaat, gereedschappen om gegevensbestanden te genereren en gereedschappen voor het beheren van sites.


BIJLAGE 2: Het toegankelijk maken van websites i

Het WAI beschikt over tien vuistregels voor webontwikkelaars. Deze tien vuistregels wijzen op de belangrijkste basisoplossingen inzake de toegankelijkheid van websites en zijn in een aantal verschillende talen op visitekaartformaat beschikbaar. Deze kaartjes met vuistregels zijn een handig geheugensteuntje, maar vormen uiteraard geen volledige oplossing voor de toegankelijkheid van websites. Het is derhalve van belang de Richtsnoeren te raadplegen bij de ontwikkeling van websites i.

In deze bijlage worden de vuistregels eerst letterlijk aangehaald. Vervolgens worden zij, voorzien van een toelichting, beschreven in eenvoudige, minder technische bewoordingen.

23.

W3C-VUISTREGELS VOOR HET MAKEN VAN TOEGANKELIJKE WEBSITES


Web Accessibility Initiative

ZIE VOOR VOLLEDIGE RICHTSNOEREN & CONTROLELIJST: W3.ORG/WAI

* Beelden & animaties. Gebruik het alt-attribuut om de functie van elke grafische weergave te beschrijven.

* Beeldkaarten (image maps). Gebruik het client-side map-element en tekst voor actieve gebieden (hotspots).

* Multimedia. Ondertitel en transcribeer audio en beschrijf video.

* Hyperlinks. Gebruik tekst die buiten de context ook betekenis heeft. Dus bijvoorbeeld niet: 'hier klikken'.

* Pagina-indeling. Gebruik koppen, lijsten en een consequente opzet. Gebruik waar mogelijk CSS voor opmaak en stijl.

* Grafieken & schema's. Geef een samenvatting of gebruik het longdesc-attribuut.

* Scripts, applets & plug-ins. Zorg voor alternatieve inhoud indien actieve features niet toegankelijk zijn of niet worden ondersteund.

* Frames. Gebruik het noframes-element en zinvolle titels.

* Tabellen. Maak regel voor regel lezen functioneel. Vat samen.

* Controleer je werk. Valideer. Maak gebruik van de controlelijst gereedschappen en van de richtsnoeren op: www.w3.org/TR/WCAG

24.

1 Cascading Style Sheets


© W3C (MIT, INRIA, Keio) 2001/01


In de onderstaande tekst wordt een kort overzicht gegeven van veel voorkomende kwesties met betrekking tot de toegankelijkheid van websites.

* Beelden & animaties. Gebruik het alt-attribuut om de functie van elke grafische weergave te beschrijven.

Voeg voor elk beeld of animatie op een webpagina aan de paginacode een korte tekstuele beschrijving van de functie ervan toe. Aan de hand van deze alternatieve informatie wordt dan door de speciale interfaces voor blinden en slechtzienden een bericht opgesteld met eenzelfde inhoud. Dergelijke technieken zijn tevens nuttig voor personen die gebruikmaken van alternatieve apparatuur, zoals digital assistants, 3G mobiele telefoons of de bij langzame Internetverbindingen veel gebruikte text-only browsers.

* Beeldkaarten (image maps). Gebruik het client-side map-element en tekst voor actieve gebieden (hotspots).

Een beeldkaart is een beeld dat in verschillende gebieden is opgedeeld die met verschillende acties zijn verbonden. Het selecteren van een gebied leidt tot een actie, bij voorbeeld het openen van een link naar een andere pagina. 'Client-side'-beeldkaarten coderen deze activiteit zodanig dat die ter beschikking komt van ondersteunende technologie (assistive technologies), dit in tegenstelling tot server-side-beeldkaarten waar de interactiviteit niet toegankelijk is voor dergelijke ondersteunende technologieën.

* Multimedia. Ondertitel en transcribeer audio en beschrijf video.

Voeg aan elke vorm van multimedia op een webpagina ondertiteling en transcripties van audio en een beschrijving van videogegevens toe, op dezelfde pagina of op een vervolgpagina. Zo krijgen ook mensen die de multimedia-inhoud niet kunnen zien of horen toegang tot het bericht.

* Hyperlinks. Gebruik tekst die buiten de context ook betekenis heeft. Dus bijvoorbeeld niet: 'hier klikken'.

Kies voor elke hyperlink op een pagina een aanklikbare tekst die ook los van de rest van de zinnen of onderdelen van de pagina nog betekenis heeft. Interfaces voor personen met een handicap zijn vaak voorzien van een zogenaamde 'hyperlinks summary mode' om sneller te kunnen navigeren. Dergelijke interfaces zijn doorgaans ook ontworpen voor een inherent tragere vorm van menselijke communicatie, zoals spraaksynthese of braille, waardoor het 'lezen' van de volledige inhoud van een pagina een tijdrovende aangelegenheid is. Het gebruik van 'hier klikken' zou moeten worden vermeden.

* Pagina-indeling. Gebruik koppen, lijsten en een consequente opzet. Gebruik waar mogelijk CSS i voor opmaak en stijl.

Zorg voor een duidelijke, consequente structuur van de op webpagina's aangeboden informatie, zodat die eenvoudig is te begrijpen en per pagina goed te onderscheiden. Maak ook gebruik van de speciale codering voor het opzetten van deze structuur in de pagina (structural markup) en breng een scheiding aan tussen de instructies voor inhoud en stijl, zodat ondersteunende technologie efficiënt kan zijn bij de navigatie door inhoud en structuur van de pagina. Met deze aanpak wordt tevens vooruitgelopen op de nieuwe generatie middelen voor inhoudweergave.

* Grafieken & schema's. Geef een samenvatting of gebruik het longdesc-attribuut.

Neem voor elke grafiek en elk schema op een pagina een korte beschrijving op in de vorm van tekst of voorzie de paginacode van een alternatieve tekstuele beschrijving ten behoeve van verwerking door de speciale interface in plaats van de visuele of grafische informatie.

* Scripts, applets & plug-ins. Zorg voor alternatieve inhoud indien actieve features niet toegankelijk zijn of niet worden ondersteund.

Met behulp van in de pagina meegecodeerde, zogenaamde 'opgeslagen intelligentie' ("scripts", 'applets' en 'plug-ins') kunnen dynamische effecten of actieve features op een pagina worden bereikt of kan de interactiviteit van Internetpagina's worden verbeterd. Die informatie moet door de browser van de sitebezoeker worden verwerkt en dus begrepen. Aangezien interfaces voor personen met een handicap en zelfs sommige browsers daartoe niet in staat zijn, moet altijd worden voorzien in een alternatieve manier om via de paginacodering de strekking van de pagina-inhoud over te brengen of aan te geven.

* Frames. Gebruik het noframes-element en zinvolle titels.

De opmaak van een pagina kan worden onderverdeeld in 'frames' waarvan de inhoud door interactie van de gebruiker apart kan worden bijgewerkt. Neem in de opmaakinstructies van de bladzijde een zinvolle naam op voor elk frame. Zodoende kan ondersteunende technologie informatie verstrekken die de gebruiker helpt de relatie tussen de frames en hun inhoud te begrijpen.

* Tabellen. Maak regel voor regel lezen functioneel. Vat samen.

De in tabellen gepresenteerde informatie is tweedimensioneel en daarmee sterk visueel. De huidige ondersteunende interfaces zetten de inhoud om in regel-voor-regel weergegeven informatie. De efficiëntie van deze methode kan worden verhoogd door een samenvatting van de tabelinhoud toe te voegen en door zinvolle kopjes voor elke kolom en rij in de code op te nemen. Verder moet waar mogelijk worden vermeden tabellen in te zetten voor het opvangen van de thans gebrekkige mogelijkheden om webpagina's in kolommen op te maken . De meeste commerciële webbrowsers ondersteunen tegenwoordig nieuwe technologie waarmee pagina-inhoud en -presentatie gescheiden kunnen worden ontworpen (met behulp van Cascading Style Sheets).

* Controleer je werk. Valideer. Maak gebruik van de controlelijst gereedschappen en van de richtsnoeren op: www.w3.org/TR/WCAG

Controleer de kwaliteit van het resultaat aan de hand van de met de gebruikte auteursgereedschappen gemaakte paginacode, met behulp van vrij verkrijgbare evaluatiegereedschappen en door de gemaakte pagina uit te proberen met een text-only browser.


25.

BIJLAGE 3: Overzicht van de goedkeuring en tenuitvoerlegging van de Richtsnoeren per lidstaat


Onderstaand overzicht geeft de informatie weer zoals die is ontvangen van de lidstaten en is voor het laatst bijgewerkt op 17 juli 2001. De gegevens worden voortdurend bijgehouden en aangepast aan nieuwe ontwikkelingen, als onderdeel van de activiteiten in het kader e-Europa.

Vaststelling van de Richtsnoeren i voor overheidssites


A: De Richtsnoeren worden behandeld in de werkgroep die zich buigt over webapplicaties, die verband houdt met het Consultation Committee for Information Technology.

B: De toegankelijkheid van het web maakt deel uit van het concept 'e-overheid', maar er is nog niet gewerkt aan gedetailleerde specificaties.

Het onderwerp toegankelijkheid is al aan de orde geweest in het kader van de door de Vlaamse regering gefinancierde Tele-administratieprojecten die tot 2001 liepen: zie www.vlaanderen.be/ned/sites/teleadmin/. De Tele-administratieprojecten werden door de Research Group on Document Architecture van de Katholieke Universiteit Leuven (zie go.to/docarch) geadviseerd omtrent toegankelijkheidskwesties. In dat verband is bekendheid gegeven aan de Richtsnoeren voor webtoegankelijkheid.

In april 2001 heeft de niet-gouvernementele organisatie Blindenzorg Licht en Liefde een Blindsurfer-logo in het leven geroepen voor Nederlandstalige websites. Het logo wordt toegekend na een menselijke controle van de hele website in kwestie volgens de Richtsnoeren. Binnenkort worden nadere bijzonderheden over het logo bekendgemaakt op: www.blindenzorglichtenliefde.be

D: De federale regering en de deelstaatregeringen werken momenteel aan toepassing van de Richtsnoeren. In dit kader is een bijzondere rol weggelegd voor niet-gouvernementele organisaties en initiatieven, met name uit de sector gehandicaptenzorg, om dit proces te ondersteunen.

DK: De Richtsnoeren zijn meegenomen in de nationale richtsnoeren voor het ontwerpen van toegankelijke websites; normen voor toegankelijke overheidspublicaties; en overleg tussen webmasters van overheidssites. Er werd ook van de Richtsnoeren gebruik gemaakt bij het verstrekken van informatie over het ontwerp van toegankelijke websites aan webontwerpers. In diverse overheidssectoren wordt de toegankelijkheid van sites gecontroleerd en de resultaten worden bekendgemaakt op het web op: www.bedstpaanettet.dk. Alle webpagina's op openbare websites worden om de drie jaar gecontroleerd. De laatste controle voor het jaar 2001 vindt plaats in augustus 2001. Overheidssites worden mede beoordeeld door gebruikerspanels waarin ook personen met een handicap zitting hebben. Er is een nationale prijs ingesteld voor voorbeeldig toegankelijkheidsontwerp. Zowel commerciële als overheidssites kunnen in aanmerking komen voor de prijs.

EL: Onder auspiciën van de secretaris voor de Informatiemaatschappij van het Griekse ministerie van Nationale economie wordt momenteel overleg gevoerd over de officiële vaststelling van de Richtsnoeren en een programma voor de praktische uitvoering daarvan ten behoeve van bestaande en toekomstige overheidssites.

E: Het WAI is in behandeling bij het parlement en een normalisatiewerkgroep buigt zich over de Richtsnoeren. Een groep in het ministerie van Arbeid en sociale zaken geeft ondersteuning inzake de toegankelijkheid van websites op basis van de Richtsnoeren.

FIN: De Richtsnoeren zijn goed gekeurd als onderdeel van de Aanbevelingen voor overheidsdiensten in de 'JHS 129 Richtsnoeren' inzake de ontwikkeling van e-diensten, ministerie van Binnenlandse zaken, december 2000. Zie de website: www.intermin.fi/juhta/suositukset/jhs129

JHS129 benadrukt het belang van gelijke toegang voor gebruikers die zich bedienen van verschillende vormen van technologie; stelt de eis pagina's te testen met diverse browsers en besturingssystemen; doet specifieke aanbevelingen ten aanzien van het ontwerpen van webpagina's; en stelt als verplichting dat alternatieven voor openbare diensten via het Internet voorhanden zijn (zoals dienstverlening per telefoon).

F: De "Mission pour les Technologies de l'Information et de la Communication" (MTIC) van de eerste minister heeft in het kader van de tenuitvoerlegging van de administratieve richtsnoeren van 12 oktober 1999 normen voor de toegankelijkheid van overheidssites gepubliceerd (circulaire). Daarmee wordt beoogd te bereiken dat de hierna genoemde documenten en gereedschappen meer bekendheid krijgen en gebruikt gaan worden door webmasters in de overheidssector; deze documenten zijn al beschikbaar op de website van de MTIC:

- de 'circulaire' over Internetsites van overheidsdiensten en -administraties;

- de aanbeveling van het W3C ten aanzien van de Richtsnoeren;

- het witboek van BrailleNet met als titel 'Op weg naar een toegankelijker web';

- de gratis webbrowser Braillesurf;

- gereedschappen om websites te controleren op toegankelijkheid;

- de bestaande labels;

- de aanbevelingen van de Raad van Europa.

I: Op 13 maart 2001 heeft het ministerie van Overheidsdiensten een kabinetsbesluit getekend met als titel: "Linee Guida per l'organizzazione, l'usabilità e l'accessibilità dei siti Web delle Pubbliche Amministrazioni". Zie de volgende websites:

www.funzionepubblica.it/download/pdf

www.governo.it/sez_dossier/linee_web/direttiva

Dit document is voorbereid door een interdepartementale werkgroep die in september 2000 in het leven is geroepen met als doel nationale richtsnoeren op te stellen voor de bruikbaarheid en toegankelijkheid van overheidssites op basis van de Richtsnoeren (WCAG 1.0) en om in het kader van het Italiaanse programma voor elektronische overheidsdiensten de toepassing van het e-Europa-programma op het punt van toegankelijkheid te bevorderen.

In juli 2000 is door de Authority for Information Technology in the Public Administration (AIPA) een andere werkgroep samengesteld teneinde een aantal initiatieven te plannen om toepassing door de overheid van het toegankelijkheidsconcept op haar sites en in voor ministeriële activiteiten gebruikte hard- en software te bevorderen en mogelijk te maken.

In 2001 werd over dit onderwerp een nationale conferentie georganiseerd en er werd een CD-ROM gepubliceerd.

De AIPA-groep plant thans een aantal andere initiatieven: een inventarisatie, een verscheidenheid aan modellen, optimaal aangepaste reparatiegereedschappen voor bestaande openbare sites, nog een nationale conferentie, een cursus, een opleidingsplan, alsmede een beoordeling van de effecten van toegankelijkheid op de activiteiten van overheidsdiensten.

Een aantal belangrijke openbare websites, zoals die van de Italiaanse regering (www.governo.it) en die van het ministerie Overheidsdiensten (www.funzionepubblica.it), werden volledig opnieuw ontworpen en zijn thans toegankelijk. Andere sites van overheidsinstanties, zoals die van het Huis van Afgevaardigden (wai.camera.it ), bestaan ook in een toegankelijke uitvoering.


IRL: De gepubliceerde Recommended Government Guidelines on Web Publication for Public Sector Organisations bevatten ook richtsnoeren voor toegankelijkheid. Het is de bedoeling dat de websites van alle ministeries zich eind april 2001 qua toegankelijkheid op niveau A bevinden, en voor eind 2001 wordt gemikt op niveau AA. Een Webmasters Network Group waarin alle ministeries zijn vertegenwoordigd, heeft al stappen gezet om deze doelen te bereiken.

L: In februari 2001 heeft de regering een nationaal actieplan vastgesteld: e-Luxembourg. Eén van de zes belangrijkste onderdelen van dit programma is e-overheid, waarvan de Richtsnoeren deel gaan uitmaken.

NL: De Richtsnoeren zijn door de minister van Volksgezondheid, welzijn en sport in februari 2001 aanbevolen. Aan de plannen voor vaststelling wordt voortdurend gewerkt.

P: Het Web Accessibility Initiative is al goed gekeurd in het kader van het Nationaal initiatief voor burgers met bijzondere behoeften in de informatiemaatschappij (Iniciativa Nacional para os Cidadãos com Necessidades Especiais na Sociedade da Informação) bij Kabinetsbesluit 96 in augustus 1999 en Kabinetsbesluit 97/99 - Toegankelijkheid van Overheidssites.

Binnen het Ministerie van Wetenschap en Technologie is een werkgroep Toegang (Unidade Acesso) opgezet die belast is met coördinatie en informatie verschaft over projecten die vallen binnen het voornoemde Nationaal initiatief (Iniciativa Nacional). Daarnaast verzorgt de werkgroep cursussen en initiatieven om burgers met bijzondere behoeften de benodigde vaardigheden bij te brengen. In dit verband is of wordt het volgende bewerkstelligd:

toegankelijkheidsnormen;

een conferentie met als thema 'Toegankelijkheid van overheidssites', in november 2000;

cursussen in het ontwerpen van toegankelijke sites;

een helpdesk webtoegankelijkheid voor webmasters van overheidssites;

een verslag over de toegankelijkheid van websites van de overheid;

een methodologie voor het beoordelen van webtoegankelijkheid;

een prijs voor toegankelijkheid: Portugal@cessível;

een gebruikerspanel;

een galerij met voorbeelden van toegankelijke sites.

S: De toegankelijkheid van informatie is één van de aandachtspunten van het wetsvoorstel 'Van patiënt tot burger - nationaal actieprogramma voor het gehandicaptenbeleid'. In het wetsvoorstel wordt met nadruk gesteld dat de staat het voorbeeld moet geven en dat overheidsinstanties dienen zorg te dragen voor de toegankelijkheid van hun activiteiten, informatie en gebouwen.

De regering heeft onlangs een verordening uitgevaardigd betreffende overheidsdiensten en hun verantwoordelijkheden inzake de tenuitvoerlegging van het gehandicaptenbeleid. In overeenstemming met deze verordening, die op 1 september 2001 in werking treedt, moeten overheden er op letten dat zij hun gebouwen, informatie en andere activiteiten toegankelijk maken voor personen met een handicap. Voor hun werkzaamheden op het gebied van toegankelijkheid moeten overheden actieplannen opstellen. Daarbij moet worden uitgegaan van de 'Standard Rules' van de Verenigde Naties.

De Richtsnoeren zijn in februari 2001 aanbevolen door het Zweeds instituut voor gehandicapten (SHI). Er worden thans door het SHI opleidingsactiviteiten opgezet over webtoegankelijkheid en over de Richtsnoeren.

Het Zweeds bureau voor administratieve ontwikkeling stelt in zijn verslag 'Criteria for 24/7 agencies in the networked public administration' dat de diensten die de overheidsinstellingen ontplooien voor personen met een handicap breed moeten worden opgezet, rekening houdend met de variaties die verband houden met bijzondere vereisten. De regering heeft onlangs besloten het bureau opdracht te verstrekken om de ontwikkeling van 24/7-agentschappen te stimuleren. Bij dit werk moet rekening worden gehouden met de behoeften van personen met een handicap. Geen enkele groep van burgers mag worden uitgesloten.

UK: De huidige richtsnoeren voor Britse overheidssites dateren van eind 1999. In hoofdstuk 4.4 wordt het onderwerp van de toegankelijkheid aangesneden en verwezen naar de website van het Web Accessibility Initiative van het W3C en gereedschappen zoals Bobby.

Momenteel worden die richtsnoeren door het Office of the eEnvoy nader bestudeerd. Een conceptversie is te vinden op www.open.gov.uk/dev/neil/.

Teneinde meer bekendheid te geven aan webtoegankelijkheidskwesties, heeft het Office of the eEnvoy de hoeveelheid informatie over dit onderwerp enorm uitgebreid en voor alle nieuwe of vernieuwde overheidssites niveau A van de Richtsnoeren als norm verplicht gesteld. Hiervoor is inmiddels goedkeuring verleend door de minister. Het ontwerp van de betreffende richtsnoeren is te vinden op: www.open.gov.uk/dev/neil/guide/chapt-8-4 .