Artikelen bij COM(2018)814 - Naar snelle overeenstemming over een langetermijnbegroting voor de prioriteiten van Europa - Bijdrage van de Commissie aan de Europese Raad van 13-14 december 2018

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 4.12.2018

COM(2018) 814 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE


Naar snelle overeenstemming over een langetermijnbegroting voor de prioriteiten van Europa

FMT:ItalicBijdrage van de Europese Commissie aan de bijeenkomst van de Europese Raad op
FMT:Italic13-14 december 2018


NAAR SNELLE OVEREENSTEMMING OVER EEN LANGETERMIJNBEGROTING VOOR DE PRIORITEITEN VAN EUROPA

1.Het ijzer smeden nu het heet is

De bijeenkomst van de Europese Raad op 13 en 14 december zal een cruciale mijlpaal zijn in de onderhandelingen over de toekomstige langetermijnbegroting van de Unie, voorafgaand aan de top in Sibiu op 9 mei 2019. Het proces kan daar een nieuwe impuls krijgen doordat de aanzienlijke vooruitgang die reeds is geboekt, wordt geconsolideerd en de richting duidelijk wordt aangegeven voor de belangrijkste kenmerken van het toekomstige kader. Daardoor wordt het pad geëffend voor de volgende, beslissende politieke fase van de werkzaamheden.

Op 2 mei heeft de Commissie voorstellen gedaan voor een billijke, evenwichtige en moderne begroting om resultaten te boeken wat betreft de belangrijkste kwesties voor de toekomst van Europa, zoals de leiders op 16 september 2016 in Bratislava en op 25 maart 2017 in Rome hebben aangegeven. Hierop volgden zeer snel wetgevingsvoorstellen voor de 37 sectorale programma’s die deel uitmaken van de toekomstige langetermijnbegroting. Deze voorstellen worden algemeen erkend als solide basis voor de onderhandelingen.

Dankzij de intensieve werkzaamheden in het Europees Parlement en de Raad is bemoedigende vooruitgang geboekt. Het Europees Parlement heeft zijn tussentijdse verslag op 14 november 2018 goedgekeurd 1 en zal tegen het einde van het jaar een akkoord bereiken over een aantal sectorale voorstellen. In de Raad hebben de werkzaamheden onder leiding van het Bulgaarse en het Oostenrijkse voorzitterschap het mogelijk gemaakt de belangrijkste politieke kwesties voor het toekomstige begrotingskader voor de lange termijn vast te leggen in een 'dynamisch onderhandelingsdocument' 2 . Voor verscheidene specifieke programma’s is reeds overeenstemming bereikt over partiële algemene oriëntaties, terwijl andere op schema liggen. Het Europees Economisch en Sociaal Comité 3 , het Comité van de Regio’s 4 en de Europese Rekenkamer 5 hebben ook een bijdrage geleverd aan het debat.

Voor de omzetting van deze dynamiek in een politiek akkoord is sterk leiderschap van de Europese Raad vereist, in nauwe samenwerking met het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Met de op stapel staande verkiezingen voor het Europees Parlement zou een akkoord van de leiders over de belangrijkste parameters voor de nieuwe langetermijnbegroting tegen de top in Sibiu op 9 mei 2019 laten zien dat de Unie van 27 lidstaten verenigd is en klaar is om de zaken waaraan de Europeanen het meeste belang hechten, te verwezenlijken. Daardoor zouden de nieuwe programma’s op 1 januari 2021 in werking kunnen treden en de onaanvaardbare vertragingen van het verleden worden vermeden.

De Commissie roept de Europese Raad zijn doelstelling te bevestigen om tot de top in Sibiu op 9 mei 2019 zoveel mogelijk vooruitgang te boeken met betrekking tot het toekomstige kader. Tegen de Europese Raad in oktober 2019 moet er een politiek akkoord over de nieuwe langetermijnbegroting worden bereikt. Zodoende kan de Raad de begroting voor eind 2019 na goedkeuring door het Europees Parlement vaststellen.

SPOEDIGE OVEREENSTEMMING TEN BATE VAN ALLE EUROPEANEN
Wanneer er spoedig overeenstemming wordt bereikt over de toekomstige langetermijnbegroting, kan de Unie de toekomst met vertrouwen tegemoetzien. Europa zou daardoor op een voor de Unie cruciaal moment blijk geven van kracht en eenheid, en laten zien in staat te zijn tot handelen om de burgers te beschermen, sterk te maken en te verdedigen. De economie zou een impuls krijgen en schadelijke vertragingen bij essentiële investeringen, zoals in 2014, zouden worden voorkomen.

Spoedige overeenstemming heeft onder meer de onderstaande gevolgen:

·bespoedigen van de digitale transformatie van Europa door te investeren in high-performance computing, kunstmatige intelligentie, cyberbeveiliging en digitale vaardigheden voor een sterke concurrentiepositie op de mondiale technologiemarkt;

·al in 2021 kunnen er duizenden banen in de onderzoekssector worden gecreëerd, en nog veel meer in andere economische sectoren;

·er kunnen meer dan 100 000 in het kader van het cohesiebeleid gefinancierde projecten op tijd van start gaan (bijv. op het vlak van bedrijfsondersteuning, energie-energie-efficiëntie, gezondheidszorg, onderwijs, sociale inclusie);

·meer dan 1 000 000 jongeren krijgen de gelegenheid aan een Erasmus-uitwisseling deel te nemen, en 40 000 jongeren kunnen in 2021 in heel Europa meedoen aan solidariteitsacties;

·start-ups en kmo's krijgen hulp bij investeringen;

·er wordt gezorgd voor financiering van een aantal grootschalige infrastructuurprojecten, waaronder de Europese ruimtevaartprogramma’s, het Rail Baltica-project en de Brenner-basistunnel;

·de investeringen en capaciteiten op het gebied van defensie worden aanzienlijk verhoogd om de strategische autonomie van Europe te versterken met het oog op de bescherming en verdediging van de burgers;

·de ontwikkeling van een volledig geïntegreerd Europees systeem voor grensbeheer wordt ondersteund teneinde de Unie te beschermen tegen illegale handel, smokkel en fraude.

2.Een modern, evenwichtig pakket dat nauw aansluit bij de prioriteiten van de Unie

De EU-begroting weerspiegelt de gezamenlijk overeengekomen prioriteiten van de Unie en laat zien hoe deze kunnen worden verwezenlijkt. De door de leiders in Bratislava en Rome vastgestelde politieke agenda is de routekaart voor de toekomstige langetermijnbegroting. In een tijd van enorme uitdagingen en kansen heeft de Unie van 27 lidstaten behoefte aan een begroting die haar zal helpen om op doeltreffende wijze resultaten te bereiken voor alle prioriteiten. De begroting moet concrete antwoorden bieden op de uitdagingen op het vlak van technologische, demografische en klimaatverandering. De begroting moet laten zien dat de Unie klaar is om zichzelf te beschermen tegen nieuwe veiligheidsdreigingen en geopolitieke instabiliteit. Ook moet ondubbelzinnig worden aangetoond dat Europa zal blijven investeren in duurzame economische groei en de sociale en territoriale samenhang zal versterken.

De voorstellen van de Commissie geven een aanzienlijke en noodzakelijke financiële impuls op belangrijke gebieden, waardoor de begroting wordt gemoderniseerd. Van innovatie tot de digitale economie, van opleidingen en werkgelegenheid voor jongeren tot klimaatactie en het milieu, van migratie- en grensbeheer tot veiligheid, defensie en extern optreden: de begroting waarborgt investeringen op alle belangrijke gebieden. Het voorstel vormt ook de basis voor de versterking en voltooiing van de economische en monetaire unie; het is dringend noodzakelijk de werkzaamheden met betrekking tot nieuwe instrumenten te versnellen als onderdeel van het toekomstige financiële kader.

Het cohesiebeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid zullen een essentiële rol blijven spelen voor de toekomst van Europa. De Commissie heeft voorgesteld deze essentiële pijlers van de EU-begroting zodanig te moderniseren dat ze zich blijven ontwikkelen in overeenstemming met de nieuwe prioriteiten en de veranderende economische en sociale omstandigheden. Daartoe zal de steun doelgerichter worden ingezet, zullen de prioriteiten worden aangepast aan de in Bratislava en Rome vastgestelde doelstellingen, zullen er doeltreffendere systemen voor de uitvoering worden ingevoerd zal er een veel nauwere band tot stand worden gebracht met het proces van economische hervormingen dat in het kader van het Europees semester wordt gecoördineerd.

Ontwikkeling van de belangrijkste beleidsterreinen in de EU-begroting


Bron: Europese Commissie


Voor het eerst heeft de Commissie voorgesteld het grootste deel van de begroting toe te wijzen aan programma’s als Erasmus, Horizon Europa, Digitaal Europa, grensbeheer en veiligheid. Daarnaast kunnen het cohesiebeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid blijven rekenen op substantiële steun.

In het voorstel van de Commissie wordt erop gewezen dat het voor de geloofwaardigheid van de nieuwe langetermijnbegroting essentieel is om het juiste evenwicht te vinden tussen deze brede uitgavencategorieën (landbouw- en maritiem beleid, cohesiebeleid) en de andere programma’s die van vitaal belang zijn voor de toekomst van Europa.

3.Een eenvoudigere, meer gestroomlijnde en transparantere begroting

In de loop van de tijd is de EU-begroting te ingewikkeld, te versnipperd en te omslachtig geworden als het gaat om de regels die gelden voor financieringsprogramma’s. Alle belanghebbenden hebben overduidelijk te kennen gegeven dat er dringend behoefte is aan vereenvoudiging en stroomlijning. Ook het Europees Parlement en de Raad hebben hier herhaaldelijk op gewezen, evenals grote en kleine begunstigden, variërend van studenten tot landbouwers, van kleine bedrijven tot grote bedrijven, en van non-profitorganisaties tot overheidsinstanties.

De Commissie heeft hier gevolg aan gegeven en voorgesteld om de begroting drastisch te vereenvoudigen. De nieuwe rubrieken en clusters laten duidelijker zien waartoe de EU-begroting dient en hoe de politieke prioriteiten worden ondersteund. Het aantal programma’s is teruggebracht van 58 tot 37 6 . Nieuwe, gestroomlijnde programma’s op strategische gebieden zoals extern optreden en de eengemaakte markt zullen investeringen uit de EU-begroting zichtbaarder en doelgerichter maken. De begroting zal ook er ook toe bijdragen dat de synergieën tussen verschillende EU-programma’s ten volle worden benut. Er is meer aandacht voor prestaties en goed financieel beheer, onder meer door middel van het nieuwe mechanisme dat ervoor moet zorgen dat algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat de begroting niet in gevaar brengen. Ook dat geeft blijk van de nadruk die wordt gelegd op een efficiënte en doeltreffende uitvoering.

EEN GESTROOMLIJNDE FINANCIËLE STRUCTUUR
Dankzij een gestroomlijnde begroting met eenvoudigere regels is samenwerking in het kader van verschillende programma’s en instrumenten gemakkelijker, waardoor de impact van de EU-begroting wordt vergroot. Enkel voorbeelden:

·InvestEU: door centraal beheerde financieringsinstrumenten in InvestEU te bundelen, zijn aanzienlijke schaalvoordelen en een gestandaardiseerde aanpak mogelijk. Vereenvoudigde en gestroomlijnde investeringssteun, met één pakket regels en procedures en één contactpunt voor advies, zal bijdragen tot een zo groot mogelijk effect van deze instrumenten.

·Europees Sociaal Fonds+: de integratie van verschillende belangrijke instrumenten zal hun impact vergroten, synergieën teweegbrengen en ervoor zorgen dat zij elkaar aanvullen. De financiële steun wordt flexibeler om economische en sociale problemen aan te pakken. De administratieve lasten voor de autoriteiten en de begunstigden zullen worden verminderd.

·Eengemaakte markt: door de totstandbrenging van één geïntegreerd programma krijgt de eengemaakte markt meer steun uit de EU-begroting. Het nieuwe programma bevat minder overlappingen, brengt meer synergieën tot stand en maakt de communicatie en netwerkvorming met belanghebbenden gemakkelijker. Het nieuwe programma zal meer waar voor zijn geld en kostenefficiëntie bieden.

·Grensbeheer: het voorgestelde geïntegreerde fonds dat twee componenten bevat met betrekking tot grensbeheer/visa en douanecontroleapparatuur zal bijdragen tot een beter, meer geïntegreerd beheer van de buitengrenzen van de EU en tot een hoger niveau van grensbeveiliging in de Unie.

·Extern optreden: het nieuwe geïntegreerde instrument voor nabuurschap, ontwikkeling en internationale samenwerking zal de doeltreffendheid en de zichtbaarheid van het externe optreden van de EU vergroten. Het zal de coördinatie met het interne beleid versterken en de EU de flexibiliteit bieden om sneller te reageren op nieuwe crises en uitdagingen.

Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de onderhandelingen over de door de Commissie voorgestelde programma’s. Bij velen daarvan is in de Raad nu bijna een partiële algemene oriëntatie bereikt. Hoewel een aantal kwesties nog moet worden aangepakt, blijkt uit de werkzaamheden tot nu toe dat de structuur van de voorstellen van de Commissie voor het volgende financiële kader en de verschillende programma’s ruime steun krijgt.

De Europese Raad moet het beginsel van een eenvoudigere en meer gestroomlijnde begroting bevestigen, op basis van de vereenvoudigde structuur en programma’s die de Commissie heeft voorgesteld. 


4.Een flexibelere begroting

De noodzaak van flexibiliteit in de begroting is nog nooit zo acuut of duidelijk geweest. In een zeer turbulente en onzekere wereld is het onmogelijk te voorspellen op welke gebieden de EU in 2027 zal moeten handelen. Er zijn daarom in de gehele begroting flexibiliteitsinstrumenten opgenomen. De waarde van deze flexibiliteit is gebleken toen Europa moest reageren op de economische en financiële crisis, en vervolgens op de migratiecrisis.

EEN FLEXIBILITEITSINSTRUMENTARIUM GERICHT OP NIEUWE PRIORITEITEN EN NOODSITUATIES
Sinds 2014 heeft de EU-begroting geholpen bij nieuwe prioriteiten en onvoorziene behoeften, waarbij werd gezorgd voor concrete solidariteit met door noodsituaties getroffen regio’s in Europa en de rest van de wereld. De verschillende flexibiliteitsmechanismen waren bijvoorbeeld van groot belang voor:

·Reactie op de economische en financiële crisis: Er werd 196 miljoen EUR vrijgemaakt voor de herintegratie op de arbeidsmarkt van ontslagen werknemers die hun baan waren kwijtgeraakt als gevolg van grote structurele veranderingen, in sectoren als de automobielindustrie, het luchtvervoer, het wegvervoer, machines en uitrusting, de scheepsbouw en de be- en verwerkende industrie. Door de versterking van het EU-garantiefonds van het Europees Fonds voor strategische investeringen met 2,4 miljard EUR was het fonds beter in staat om investeringen in heel Europa te stimuleren. Het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief voorziet in een extra bedrag van 1,2 miljard EUR tussen 2017 en 2020 voor de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt.

·Aanpak van de vluchtelingencrisis in Europa en de buurlanden: In de periode 2015-2018 werd meer dan 5,6 miljard EUR extra uitgetrokken om de gevolgen van de vluchtelingencrisis binnen de EU en in de buurlanden van de Unie aan te pakken, de grenscontrole en de veiligheid te versterken en investeringsmogelijkheden in de landen van herkomst te ontwikkelen.

·Blijk geven van de solidariteit van de Unie: 1,6 miljard EUR aan steun werd verleend aan regio’s in 16 lidstaten die waren getroffen door natuurrampen, zoals overstromingen, bosbranden, droogte en aardbevingen; 1,5 miljard EUR werd uitgetrokken voor de versterking van de humanitaire acties van de Unie in landen die getroffen waren door crises, en met name voor hulp aan vluchtelingen en ontheemden als gevolg van conflicten.

De toekomstige begroting moet flexibeler zijn. Het is goed om kritisch te bekijken welke punten voor verbetering vatbaar zijn. De Commissie heeft daartoe een alomvattende uitgaventoetsing verricht. Uit die toetsing blijkt dat het huidige flexibele systeem goed werkt. Alle bestaande instrumenten dienen een duidelijk doel en moeten de basis vormen voor de flexibiliteitsbepalingen in de toekomstige langetermijnbegroting.

Daarop heeft het Europees Parlement gewezen; het " gaat akkoord met de globale structuur van de flexibiliteitsmechanismen in het MFK 20212027; beklemtoont dat de speciale instrumenten verschillende doelstellingen hebben en tegemoetkomen aan verschillende behoeften en is gekant tegen elke poging om ze samen te voegen; is nadrukkelijk voorstander van de duidelijke bepaling dat zowel de vastleggings- als de betalingskredieten die het resultaat zijn van de mobilisering van speciale instrumenten, in de begroting moeten worden meegeteld naast en bovenop de desbetreffende MFK-maxima, en dat alle beperkingen voor de overkoepelende marge voor betalingen verwijderd moeten worden".

De Europese Raad moet bevestigen dat er behoefte is aan een flexibelere langetermijnbegroting om snel, doortastend en efficiënt te reageren in een snel veranderende wereld, op basis van de door de Commissie voorgestelde structuur.

5. Een billijke begroting die de daad bij het woord voegt

Billijkheid vormt de kern van de voorstellen van de Commissie en is essentieel voor een akkoord over de toekomstige langetermijnbegroting, zowel wat betreft hoe en waaraan de EU-begroting wordt besteed, als wat betreft de manier waarop de begroting wordt gefinancierd. Het moet een begroting voor alle Europeanen zijn en er moet worden geïnvesteerd op gebieden waar de EU-begroting tot resultaten kan leiden waartoe de nationale begrotingen niet in staat zijn. Wanneer financiering per lidstaat wordt toegewezen, moeten de gehanteerde criteria billijk en objectief zijn, met dezelfde regels voor alle lidstaten.

De toekomstige langetermijnbegroting moet de Unie ook de middelen geven die nodig zijn om efficiënt te presteren en nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden. Tegelijkertijd moet op billijke wijze rekening worden gehouden met de financiële gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk. Evenredige besparingen op de grootste uitgaventerreinen zijn dan ook onvermijdelijk.

De EU-begroting als percentage van het bruto nationaal inkomen (bni)


Bron: Europese Commissie


De Commissie heeft een begroting voorgesteld die overeenkomt met ongeveer 1,11 % van het bruto nationaal inkomen van de toekomstige Unie van 27 lidstaten. Dit is gebaseerd op een grondige beoordeling van de middelen die nodig zijn om de doelstellingen van de Unie te verwezenlijken en om het tekort als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk op evenwichtige wijze aan te pakken. Sommige lidstaten hebben gepleit voor een kleinere begroting. Anderen hebben zich aangesloten bij de oproep van het Europees Parlement voor een ruimere begroting. Het voorstel van de Commissie is een billijk compromis, dat zowel ambitieus als realistisch is.

Het billijkheidsbeginsel moet ook gelden voor de financiering van de begroting. De hervorming van het stelsel van eigen middelen van de Unie had al veel eerder moeten plaatsvinden. Dit is een unieke gelegenheid om het systeem billijker en transparanter te maken en om de financieringsbronnen te diversifiëren.

De Commissie heeft een pakket van mogelijke nieuwe eigen middelen voorgesteld die allemaal een sterke band met het Europese beleid hebben. Daardoor kan een deel van de baten van de eengemaakte markt ten goede komen aan de EU-begroting en opnieuw in de Europese economie worden geïnvesteerd. Door af te stappen van een systeem dat wordt gedomineerd door nationale bijdragen en nieuwe eigen middelen in te voeren, kan de nadruk worden gelegd op de voordelen van de EU-begroting voor alle Europeanen.

Een moderne en eerlijke financiering van de EU-begroting betekent ook dat voor iedereen dezelfde regels moeten gelden. Met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk zal er een einde komen aan het complexe systeem van kortingen en correcties. Om de gevolgen van deze wijziging voor de lidstaten die momenteel een correctie ontvangen, te verzachten, heeft de Commissie het pragmatische voorstel gedaan om alle correcties in vijf jaar uit te faseren.

De Commissie is verheugd dat de hervorming van de eigen middelen voor het Europees Parlement een topprioriteit is. De Commissie merkt ook op dat veel lidstaten bereid zijn om constructief mee te werken aan de eventuele invoering van nieuwe eigen middelen.

Het volgende meerjarig financieel kader moet de Unie in staat stellen haar prioriteiten efficiënt te verwezenlijken op een manier die voor iedereen billijk is. In het kader hiervan moet de Europese Raad de lopende werkzaamheden met betrekking tot de hervorming van de financiering van de EU-begroting ondersteunen en overeenstemming bereiken over het beginsel van de invoering van nieuwe eigen middelen.

6.Naar snelle overeenstemming over een langetermijnbegroting voor de prioriteiten van Europa

De Unie van 27 lidstaten heeft behoefte aan een moderne langetermijnbegroting die billijker, eenvoudiger en flexibeler is. De begroting moet de Unie in staat stellen de prioriteiten die de leiders in Bratislava en Rome zijn overeengekomen efficiënt te verwezenlijken. Er moet een evenwicht worden gevonden tussen de belangrijkste uitgaventerreinen, en de financiering van de EU-begroting moet op zinvolle wijze worden hervormd.

De voorstellen van de Commissie worden algemeen erkend als billijke en evenwichtige basis voor de onderhandelingen. Door snelle vooruitgang die reeds in het Europees Parlement en de Raad is geboekt, is een solide basis voor spoedige overeenstemming tot stand gebracht. Om dit mogelijk te maken, is er nu sterk leiderschap op het hoogste politieke niveau nodig. Het is nog niet zover dat er over cijfers moet worden beslist. Maar een consensus over de beginselen en de structuur van de nieuwe begroting is een belangrijke stap in de richting van een alomvattend akkoord in de nabije toekomst.

In een tijd van veranderingen voor de Unie zou een vroegtijdig akkoord over de toekomstige langetermijnbegroting laten zien dat de Unie verenigd is, en dat zij bereid is op te treden. Door een langere termijn zou de uitvoering van de toekomstige programma’s vertraging oplopen, met reële gevolgen voor de regio’s, kleine ondernemingen, landbouwers, onderzoekers en jongeren, en voor iedereen die profiteert van de EU-begroting.

Tegen de tijd dat de top in Sibiu plaatsvindt, moet wat betreft de toekomstige langetermijnbegroting zoveel mogelijk vooruitgang zijn geboekt. Daarop moet uiterlijk in oktober 2019 in de Europese Raad een alomvattend akkoord over de langetermijnbegroting, met inbegrip van de cijfers, volgen. Daartoe moet nauw worden samengewerkt met het Europees Parlement, teneinde de vaststelling van het volgende meerjarig financieel kader tegen eind 2019 mogelijk te maken.

(1)

     Resolutie van 14 november 2018 over het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 – Standpunt van het Parlement met betrekking tot een akkoord.

(2)

     Het 'dynamische onderhandelingsdocument' is een document van het voorzitterschap dat de horizontale onderhandelingen in de Europese Raad en in de Raad ondersteunt. Het bevat een aantal elementen die de basis zullen vormen voor een algeheel akkoord voor de Europese Raad. Het wordt geleidelijk opgebouwd en het scala aan opties wordt in de loop steeds verder verkleind.

(3)

     Advies van 19 september 2018.

(4)

     Advies van 9 oktober 2018.

(5)

     Briefingdocument van 10 juli 2018 over het voorstel van de Commissie voor het meerjarig financieel kader 2021-2027. De Rekenkamer heeft ook een aantal meer specifieke briefingdocumenten uitgebracht met betrekking tot verschillende aspecten van het volgende meerjarig financieel kader.

(6)

     Om juridische redenen is een beperkt aantal programma’s gebaseerd op meer dan één rechtshandeling.