Artikelen bij COM(1999)536 - Voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

De Gemeenschap kan voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid financieren die er inhoudelijk met name op gericht zijn :

a) een bijdrage te leveren tot de duiding, de tenuitvoerlegging en de ontwikkeling van dit beleid,

b) het Europese landbouwmodel te propageren en het inzicht daarin te bevorderen,

c) de landbouwers en de overige plattelandsactoren voor te lichten,

d) de publieke opinie bewust te maken van het belang en de doelstellingen van dit beleid.

Deze acties zijn erop gericht een samenhangende, objectieve en globale voorlichting te verstrekken teneinde een overzicht van dit beleid te bieden.

Artikel 2

1. Onder de in artikel 1 bedoelde acties worden verstaan:

a) jaarlijkse activiteitenprogramma's die met name door landbouw- of plattelandsontwikkelingsorganisaties of door consumentenverenigingen en milieuorganisaties worden ingediend,

b) gerichte acties die door ongeacht welke persoon of instantie, andere dan onder a) bedoeld, worden voorgesteld, en meer in het bijzonder door de overheid van de lidstaten, media en universitaire instellingen,

c) alle door de Commissie opgezette activiteiten, meer in het bijzonder die waarmee zowel de Commissie als de doelgroepen van de in artikel 1 genoemde acties hun voordeel doen.

2. Wat de in lid 1, onder a) en b), bedoelde acties betreft, wordt maximaal 75 % van de subsidiabele kosten gefinancierd.

3. Voor de in artikel 1 bedoelde Gemeenschapsfinanciering komen niet in aanmerking:

a) acties op grond van een wettelijke verplichting,

b) acties die reeds in het kader van een andere maatregel van de Gemeenschap gefinancierd worden.

4. Voor de uitvoering van de in lid 1, onder c), bedoelde acties kan de Commissie in voorkomend geval een beroep doen op de nodige technische en administratieve bijstand.

Artikel 3

1. In het kader van de in artikel 2 bedoelde acties komen met name voor financiering in aanmerking: conferenties, seminaries, publicaties, mediaproducties en -campagnes, deelname aan evenementen van internationaal belang en op uitwisseling van ervaringen gerichte programma's.

2. Voor de keuze van de in artikel 2 bedoelde acties worden algemene criteria gehanteerd, zoals:

a) de kwaliteit van het project,

b) een gunstige kosten-batenverhouding.

Artikel 4

De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt vastgesteld binnen de grenzen van de door de begrotingsautoriteit uitgetrokken jaarlijkse middelen.

Artikel 5

De Commissie zorgt ervoor dat de communautaire acties en projecten om deze verordening ten uitvoer te leggen en de overige maatregelen van de Gemeenschap onderling coherent zijn en elkaar aanvullen.

Artikel 6

De Commissie zorgt voor het toezicht en de controle op de correcte en doelmatige uitvoering van de door de Gemeenschap gefinancierde activiteiten. De door de Commissie gemachtigde personen mogen deze activiteiten ter plaatse, ook steekproefsgewijs, controleren.

Artikel 7

De Commissie zal, ingeval zij dit passend acht, de op grond van deze verordening gefinancierde acties evalueren.

Artikel 8

De Commissie brengt om de twee jaar aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de tenuitvoerlegging van deze verordening. Het eerste verslag wordt uiterlijk op 31 december 2001 voorgelegd.

Artikel 9

1. Voor de uitvoering van deze verordening wordt de Commissie volgens de in lid 2 genoemde procedure bijgestaan door het bij Verordening (EEG) nr. 729/70 ingestelde Comité van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw.

PB L 94 van 28.4.1970, blz. 13.

2. Bij verwijzing naar dit lid geldt de beheersprocedure van artikel 4 van Besluit 1999/468/EG.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op 1 maand.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat