Voorstel van wet - Regelen inzake de toekenning van een buitengewoon pensioen aan de deelnemers aan het verzet in het voormalige Nederlands-lndië en aan hun nagelaten betrekkingen (Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet)

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen betreffende het toekennen van buitengewoon pensioen aan hen, die tijdens de vijandelijke bezetting van het voormalige Nederlandslndië hebben deelgenomen aan het verzet, alsmede aan hun nagelaten betrekkingen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

EERSTE HOOFDSTUK

Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Ministervan Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; b. de Buitengewone Pensioenraad: de Buitengewone Pensioenraad, bedoeld in artikel 21 van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 (Stb. 1977,493);

S-IR