Voorstel van wet - Regelen met betrekking tot de opwekking, de invoer, het transport en de afzet van elektriciteit (Elektriciteitswet 1987)

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het belang van een goede elektriciteitsvoorziening, mede gelet op het belang van een goede energievoorziening in het algemeen, het wenselijk maakt een regeling tot stand te brengen met betrekking tot de opwekking, de invoer, het transport en de afzet van elektriciteit; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1. 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: elektriciteitscentrale:

een installatie, die bestemd is voor het door verbranding van fossiele brandstoffen of door vrijmaking van kernenergie opwekken van elektriciteit en die, indien zij tevens bestemd is voor het door verbranding van fossiele brandstoffen produceren van nuttig aan te wenden warmte, bij de bouw zodanig is ingericht dat de som van het energetisch rendement van de opwekking van elektriciteit en tweederde

S-EG