Voorstel van wet - Voorstel van wet van het lid Kombrink tot invoering van de mogelijkheid dat de ontvanger der directe belastingen het faillissement van de belastingschuldige aanvraagt

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de mogelijkheid in te voeren dat de ontvanger der directe belastingen het faillissement van de belastingschuldige aanvraagt; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet van 22 mei 1845 (Stb. 22) op de invordering van ' s Rijks directe belastingen wordt als volgt gewijzigd:

A In artikel 7, eerste lid, wordt in plaats van «, curators in boedels van gefailleerden of van in staat van kennelijk onvermogen verkeerende belastingschuldigen» gelezen: of curators in boedels van gefailleerden.

B In artikel 9, onder 1 , vervallen de woorden «of van kennelijk onvermogen».

C Na artikel 21 wordt een nieuw artikel 22 ingevoegd, luidende: Artikel 22. Het bepaalde in deze wet laat onverlet de bevoegdheid van de ontvanger om, na verzending van een aanmaning als bedoeld in artikel 13, een verzoek tot faillietverklaring van de belastingplichtige te doen.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 1987.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Ministervan Financiën,

De Staatssecretaris van Financiën,