Voorstel van wet - Voorstel van wet van de leden De Grave en Van lersel tot verruiming van de fiscale regeling met betrekking tot de herkapitalisatie van een lichaam

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling in de inkomstenbelasting en de dividendbelasting met betrekking tot de herkapitalisatie van een lichaam te verruimen en de in de vennootschapsbelasting opgenomen sanctie terzake van het ongedaan maken van een herkapitalisatie daaraan aan te passen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 58 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (Stb. 519) worden de volgende wijzigingen aangebracht: A. In het eerste lid, eerste volzin, wordt «twintig percent» vervangen door: tien percent. B. In het eerste lid, tweede volzin, wordt «vijfentwintig percent» vervangen door: een negende gedeelte. C. In het derde lid, letter b, wordt «een bedrag van ten minste de kapitaalsvergroting» vervangen door: een bedrag van ten minste vijftig percent van de kapitaalsvergroting. D. In artikel 58, derde lid, letter b, wordt «; en» vervangen door: met dien verstande dat, indien het lichaam verschillende soorten nominaal gestort kapitaal heeft, het bepaalde in deze letter per soort nominaal gestort kapitaal wordt toegepast; en

ARTIKEL II

In de Wet op de dividendbelasting 1965 (Stb. 621) worden de volgende wijzigingen aangebracht: A. Artikel 5 wordt vervangen door:

Artikel 5

De belasting bedraagt 25 percent van de opbrengst, dan wel, zo de opbrengst voortvloeit uit: a. een inkoop van aandelen als is bedoeld in artikel 57, eerste lid, letter f, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, 20 percent van die opbrengst; b. een herkapitalisatie als is bedoeld in artikel 58 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, 10 percent van die opbrengst.

B. Artikel 6 wordt vervangen door:

Artikel 6

Neemt de vennootschap die de opbrengst verschuldigd is, de belasting voor haar rekening, dan wordt voor het berekenen van de belasting de opbrengst vermenigvuldigd met 100/75, dan wel: a. zo de belastingvoet 20 percent bedraagt, met 100/80; b. zo de belastingvoet 10 percent bedraagt, met 100/90.

ARTIKEL III

In artikel 23 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Stb. 469) worden de volgende wijzigingen aangebracht: A. In het eerste lid wordt «tien jaren» vervangen door: twaalf jaren. B. In het eerste lid wordt «25 percent» vervangen door: 50 percent. C. In het derde en vierde lid wordt «20 percent» vervangen door: 45 percent.

ARTIKEL IV

Artikel 23 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals dat artikel luidde voor de totstandkoming van deze wet, blijft van toepassing met betrekking tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken van herkapitalisaties welke hebben plaatsgevonden voor 1 juli 1987.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 1987.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Ministervan Financiën,

De Staatssecretaris van Financiën,