Voorstel van wet - Voorstel van wet van de leden Zijlstra en Tazelaar tot wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtspositie van slachtoffers van kernongevallen te verbeteren; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Wet aansprakelijkheid kernongevallen (Stb. 1979, 225) worden de volgende wijzigingen aangebracht:

In artikel 2 worden de woorden «de artikelen 1-1 7 van deze wet» vervangen door: de artikelen 1-15 van deze wet.

B Na artikel 2 wordt een nieuw artikel 2a ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

De in artikel 9 van het Verdrag van Parijs genoemde uitsluiting van aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door een kernongeval dat rechtstreeks is te wijten aan een ernstige natuurramp van uitzonderlijke aard, is niet van toepassing op de aansprakelijkheid van de exploitant van een in Nederland gelegen kerninstallatie.

In artikel 3, eerste lid, worden de woorden «100 miljoen gulden» vervangen door: twee miljard gulden.

D Artikel 6 wordt vervangen door:

Artikel 6

  • Het recht op schadevergoeding krachtens deze wet vervalt indien niet binnen dertig jaar na de datum van het kernongeval een rechtsvordering is ingesteld. 2. Vorderingen tot schadevergoeding ingesteld na een termijn van tien jaren na de datum van het kernongeval laten onverlet het recht op schadevergoeding van een ieder die een vordering ter zake van schade aan personen heeft ingesteld tegen de exploitant binnen die termijn. 3. Onverminderd deze vervaltermijn, verjaart een rechtsvordering tot vergoeding van schade door verloop van drie jaar na de dag, waarop de betrokkene of, indien hij een wettelijke vertegenwoordiger heeft, deze laatste kennis draagt of redelijkerwijs kennis had behoren te dragen van de schade en van de aansprakelijke exploitant. Artikel 2013 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing.

E Artikel 11 wordt vervangen door:

Artikel 11

  • Onze Minister van Financiën zal namens de betrokken exploitant alle of bepaalde door hem aangewezen rechten en verplichtingen van die exploitant ter zake van de afwikkeling van de schade geleden, door een kernongeval op het grondgebied van Nederland, uitoefenen. Ten behoeve van de uitoefening van bedoelde rechten en verplichtingen stelt onze Ministervan Financiën een commissie in. 2. Alle schadevorderingen ter zake van een kernongeval kunnen worden ingediend bij de in het eerste lid genoemde commissie. Bij algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld, ter zake van de indiening van vorderingen tot schadevergoeding en van de afwikkeling van de schade. 3. Voor zover overeenkomsten, gesloten tussen die exploitant en verzekeraars of andere personen, die financiële zekerheid als bedoeld in artikel 10, onder (a), van het Verdrag van Parijs, hebben gesteld, daarmede in strijd zijn, blijven deze buiten toepassing.

F In artikel 15 worden de woorden «artikel 7, onder (b), van het Verdrag van Parijs» vervangen door: artikel 3 van deze wet.

G Artikel 16 vervalt.

H Artikel 17 vervalt

I In artikel 18 worden de woorden «de artikelen 1 en 18-25 van deze wet» vervangen door: de artikelen 1, 18-20 en 24-25 van deze wet.

J Artikel 20 wordt vervangen door:

Artikel 20

De openbare middelen, die ingevolge het Verdrag van Brussel en artikel 28a beschikbaar dienen te worden gesteld, worden uitgekeerd aan diegenen, die schade als bedoeld in artikel 2 van dat Verdrag, hebben geleden. De schadevergoedingen worden conform het bepaalde in artikel 11 afgewikkeld.

K Artikel 21 vervalt.

L Artikel 22 vervalt.

M Artikel 23 vervalt.

N In artikel 27 worden de woorden «de artikelen 1-17 van deze wet» vervangen door: de artikelen 1-15 van deze wet.

O In artikel 28, tweede lid, worden de woorden «de artikelen 10, 11, 13-17» vervangen door: de artikelen 10, 11, 13, 14, 15.

P 1. In artikel 28a, eerste lid, worden de woorden «een miljard gulden» vervangen door: tien miljard gulden. 2. In artikel 28a, derde lid, worden de woorden «de artikelen 21 tot en met 25» vervangen door: artikelen 24 en 25.

Q Artikel 31, vierde lid, vervalt.

R Na artikel 32 worden vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 32a

  • Voor zover de schade aan personen als gevolg van het vrijkomen van ioniserende straling niet per individu aanwijsbaar is, maar wel in medisch-statistisch verband met het ongeval staat, zal deze schade worden vastgesteld door de in artikel 11 genoemde commissie. Het door deze commissie vast te stellen bedrag zal daartoe worden uitgekeerd met name aan de daarvoor in aanmerking komende ziektekostenverzekeraars. 2. Bij algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld ter zake van het vaststellen van het in het eerste lid genoemd bedrag en ter zake van de voor de vergoeding in aanmerking komende instellingen.

Artikel 32b

Bij algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld ter zake van de samenstelling en bevoegdheden van de in artikel 11, eerste lid, genoemde commissie.

Artikel 32c

De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 11, 32a en 32b wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp in de Nederlandse Staatscourant is bekendgemaakt en aan ieder de gelegenheid is geboden om binnen 30 dagen na de dag waarop de bekendmaking is geschied, wensen en bezwaren ter kennis van Onze Minister van Financiën te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide Kamers der Staten-Generaal overlegd.

Artikel 32d

  • De benoeming van de in artikel 11, eerste lid, genoemde commissie vindt plaats voor 1 januari 1990. 2. De in artikel 32c genoemde bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant vindt plaats voor 1 januari 1989.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking een jaar na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

De Minister van Justitie,

De Minister van Buitenlandse Zaken, De Minister van Economische Zaken,

De Minister van Verkeer en Waterstaat,