Voorstel van wet - Regelen omtrent het aan huurders van een woning verstrekken van bijdragen (Wet individuele huursubsidie)

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij de wet regelen te stellen omtrent het door de overheid aan huurders van een woning verstrekken van bijdragen ter tegemoetkoming in de kosten, verbonden aan het genot van de woning; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1

  • Voor de toepassing van deze wet en van de ter uitvoering hiervan gegeven regelen wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister, belast met de zorg voor de volkshuisvesting; b. huurder: degene, die als huurder in het genot van een woning is en daarin zijn hoofdverblijf heeft, alsmede degene, aan wie een woning ter voldoening aan een vordering ingevolge de Woonruimtewet 1947 (Stb. H 291) ter beschikking is gesteld;

S-VROM