Ontwerp van wet - Wijziging van de Onteigeningswet

Nr. 2

ONTWERP VAN WET

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regelen omtrent de schadeloosstelling bij onteigening ten algemenen nutte te wijzigen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Onteigeningswet wordt als volgt gewijzigd:

A. De artikelen 40, 40a en 41 worden vervangen door de navolgende artikelen: Artikel 40. De schadeloosstelling vormt een volledige vergoeding voor alle schade, die de onteigende rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn goed lijdt.

Artikel 40a. Bij het bepalen van de schadeloosstelling wordt uitgegaan van de dag, waarop het vonnis van onteigening, bedoeld in artikel 37, twee-de lid, of artikel 54t, tweede lid, wordt uitgesproken, met dien verstande, dat Tweede Kamer, zitting 1979-1980,15978, nrs. 1-2