Ontwerp van wet - Regels voor de oprichting van privaatrechtelijke rechtspersonen op het gebied van de kunst (Fondsenwet scheppende kunsten)

Nr. 2

ONTWERP VAN WET

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van een op de ontwikkeling en de vernieuwing van de kunsten gericht beleid wenselijk is regels te geven krachtens welke Wij, mede gelet op artikel 40 van de Comptabiliteitswet 1976, Onze Ministervan Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk kunnen machtigen tot de oprichting van privaatrechtelijke rechtspersonen die ten doel hebben het tot stand komen en het voor gebruik gereed maken van werken van scheppende kunst te bevorderen door daartoe financiƫle uitkeringen te verstrekken; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappe lijk Werk; b. fonds: privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die ten doel heeft het tot stand komen en het voor gebruik gereed maken van werken van scheppende kunst te bevorderen door daartoe financiƫ-le uitkeringen te verstrekken.

S-CRM

5vel

TweedeKamer,zitting 1979-1980, 15997, nrs. 1-4